In een eerdere blogpost beschreef ik de contouren van de Inclusive Development Index (ID-index)[1], een alternatief voor het bruto nationaal product per capita[2]. Deze nieuwe index houdt rekening met de negatieve effecten van de wijze waarop een land economische groei realiseert. De VS staan op de 10de plaats als het om het bruto nationaal product gaat, maar het land zakt naar de 27ste plaats op de ID-index.
Hoe realiseert een land stijging op de ID-index?
Het Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum presenteert een beleidskader bestaande uit 15 Policy and institutional Indicators (PII’s), verspreid over 7 pijlers die eraan bijdragen dat economische groei een inclusief karakter krijgt. Ik bespreek deze hieronder in het kort[3]. De onderstaande figuur toont hun samenhang.
Pijler 1: Onderwijs en vaardigheden
- De beschikbaarheid voor een ieder van opleidings- en trainingsmogelijkheden in overeenstemming met zijn of haar potenties.
- Kwalitatief hoogwaardig onderwijs met betrekking tot de effectiviteit van het leren, de beschikbare (IC-)faciliteiten dat is afgestemd met het afnemende veld en aan internationale normen voldoet.
- Gelijke ontplooiingsmogelijkheden en kansen op voltooiing van de opleiding voor alle leerlingen en studenten, ongeacht hun achtergrond.
Pijler 2: Diensten en infrastructuur
- Toegankelijkheid via (spoor)wegen, beschikbaarheid van nuts- en ICT-voorzieningen en kwalitatief goede huisvesting voor brede lagen van de bevolking.
- Bereikbaarheid en betaalbaarheid van gezondheidszorg, aanwezigheid drinkwater en afvalverwerking, voorkomen ondervoeding, gelijke levensverwachting van mannen en vrouwen.
Pijler 3: Tegengaan van corruptie en trustvorming
- Integriteit van politici, ondernemers, overheidsdiensten (belastingdienst) en rechterlijke macht.
- Tegengaan van machtsconcentratie die initiatieven van zelfstandigen en startups bedreigen.
Pijler 4: Financiering van investeringen
- Toegankelijkheid en betaalbaarheid van financieringsmogelijkheden voor ondernemers en startups en initiatieven vanuit het armste deel van de bevolking.
- Stimuleren van investeringen in de reële economie in plaats van speculatieve investeringen in onroerend goed en financiële producten.
Pijler 5: Ondernemerschap en bezit van activa
- Maximaal faciliteren van starten van nieuwe bedrijven.
- Stimuleren en bescherming van bezitsvorming in brede lagen van de samenleving, inclusief pensioenopbouw.
Pijler 6: Werkgelegenheid en beloning
- Beschikbaarheid van uitdagende banen voor de hele bevolking, inclusief sociale mobiliteit en bescherming van tijdelijk en flexwerk.
- Een solide en transparant beloningssysteem (in geld en natura) zonder ongemotiveerde inkomensverschillen met afdoende mate van ontslagbescherming en adequate behartiging van belangen van arbeidende bevolking.
Pijler 7: Belastingen en uitkeringen
- Een belastingstelsel dat inkomensverschillen beperkt zonder het groeipotentieel van de economie aan te tasten.
- De beschikbaarheid van uitkeringen om personen zonder inkomsten uit arbeid in staat te stellen menswaardig te leven.
In mijn eerdere post over inclusieve ontwikkeling vergeleek ik de ID-index van Noorwegen, Nederland en de VS. Het onderstaande overzicht toont hoe elk van deze drie landen scoort op de 15 genoemde Policy and institutional Indicators (PII’s). Donker- en lichtgroen betekenen (hoog) bovengemiddeld, geel betekent gemiddeld en oranje en rood betekenen beneden en ver beneden het gemiddelde van de 27 rijke landen.
Door gericht beleid op een of meer van de hiervoor genoemde policy and institutional indicators kan elk van deze drie landen een hogere score op de ID-index realiseren.
- Nederland en Noorwegen scoren in vergelijking met de VS hoog op het gebied van onderwijs. Maar in de VS en ook in Nederland kan beleid gericht op gelijke kansen voor alle jongeren worden versterkt (3).
- De gezondheidszorg in de VS scoort matig, maar ook Nederland zou beter moeten kunnen scoren, bijvoorbeeld door wachtlijsten terug te dringen (5).
- Op het gebied van ethisch handelen in politiek en bedrijfsleven loopt de VS in vergelijking met Noorwegen en in iets mindere mate in vergelijking met Nederland duidelijk achter (6).
- Opvallend zijn de matige scores van zowel Nederland als de VS als het gaat om investeringen in de reële economie in verhouding tot speculatieve investeringen (9). Noorwegen doet het in dit opzicht zeer goed.
- Ook ondernemerschap én startups worden in Nederland en de VS goed gefaciliteerd (10). Hier valt er voor Noorwegen nog wel wat te verbeteren.
- Nederland en Noorwegen hebben een goed, resp. uitstekend arbeidsmarktbeleid (12). De VS scoort nier ronduit slecht.
- Nederland heeft net als Noorwegen een uitstekend sociaal vangnet (15), maar het belastingsysteem kan nog wel een tandje bijzetten als het om het verminderen van inkomens- en vermogensverschillen gaat (14), zelfs ten opzichte van de VS.
[1]Het Inclusive growth and Development Report 2017 kan hier worden gedownload. Via deze website kunnen uitgebreide landenprofielen worden aangemaakt.: http://reports.weforum.org/inclusive-growth-and-development-report-2017/
[2] Geen economische groei maar inclusieve ontwikkeling: http://wp.me/p32hqY-XB
[3] Elk van de 15 subdomeinen is een composiet-index. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de variabelen binnen elk subdomein: blz. 97 en volgende van het rapport. De online versie van het rapport bevat alle waarden voor alle variabelen per land.