Hebben ethisch bewuste bedrijven hun langste tijd gehad?

Overal ter wereld leeft het aandeelhouderskapitalisme op en het management koerst weer sterker op de korte termijn. Dit is zeer slecht nieuws voor duurzaamheid en ethisch geïnspireerde bedrijven in het algemeen

Wat is het duurzaamste bedrijf ter wereld? Onlangs is de uitslag van de 20ste editie van de Sustainable Leaders Survey bekend gemaakt. Deelnemers aan dit onderzoek waren 1000 experts op het gebied van duurzaam ondernemen uit 79 landen.

screenshot 2

De figuur hierboven toont het resultaat[1]. Unilever staat overtuigend vooraaan, boven duurzaamheidsiconen als Patagonia en Interface (ook een Nederlands bedrijf trouwens).

De belangrijkste criiteria zijn:

  • De mate waarin de bedrijfsstrategie, innovatie inbegrepen, doordrenkt is van duurzaamheid.
  • De mate waarin duurzaamheid en welzijn een doorslaggevende rol spelen in supply-chain.

De tabel hieronder toont de criteria voor duurzaam ondernemen die volgens de deelnemers aan het onderzoek de komende jaren een doorslaggevende rol zullen spelen.

screenshot kopieOpvallend is dat het overgrote deel van de multinationale ondernemingen niet in de opsomming voorkomt. Dit komt aardig overeen met de uitkomst van een ronde tafel-gesprek, dat onlangs plaatsvond in Nyenrode Business University[2]. De aanwezigen waren unaniem van mening dat de meeste bedrijven zich niet of nauwelijks met de ethische aspecten van hun bedrijfsvoering bezighouden. De term ethisch handelen is bewust gekozen omdat veel bedrijven duurzaamheid inmidddels omarmen vanwege de financiële voordelen, ook op de korte termijn. Ethisch verantwoorde bedrijfsvoering gaat veel verder: Aan de orde zijn – behalve duurzaamheid – thema’s als de sociale gevolgen van de invoering van artificiële intelligentie en robotisering, betaling van eerlijke prijzen aan leveranciers, eerlijke beloning van werknemers, betalen van belasting, nemen van verantwoordelijkheid voor de hele supply chain en kiezen voor de productie van gezonde, kwalitatief hoogwaardige en duurzame producten. Zaken die in elk geval gedeeltelijk gelden voor de bedrijven op de bovenstaande lijst.

De vraag die zich nu voordoet is, gaat de meerderheid van de bedrijven op korte termijn een radicale ommekeer maken en gaan we ze op bovenstaande lijst tegenkomen of worden de ondernemingen die nu op deze lijst staan door de aandeelhouders teruggefloten.

Samenleving - greed-484x336 kopie 2

Veel wijst erop dat dit laatste aan het gebeuren is gebeuren. Ik deel dit pessimisme met niemand minder dan Henk Volberda, hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam[3].

Hij onderscheidt drie typen leidinggevenden.

  • De eerste uitstervende categorie – de CEO 1.0 – omvat visionaire leiders van bedrijven, waaruit ze meestal zelf voortkwamen. We vinden ze nog wel terug in familiebedrijven.
  • Het tweede type is opgekomen in de jaren ’80 van de vorige eeuw, parallel aan de versterking van het aandeelhouderskapitalisme. De CEO 2.0 is in vooral een verlengstuk van de aandeelhouder en ‘hopt’ voor veel geld van het ene naar het andere bedrijf. Wie tot deze groep behoort, is vooral gemotiveerd door geld en macht. Voor malversaties wordt niet teruggeschrokken als het erom gaat de aandeelhouders terwille te zijn.
  • De CEO 3.0 is een reflectieve bestuurder, die de belangen van alle stakeholders wil vertegenwoordigen en maatschappelijk engagement uitdraagt. De intentie is dat de onderneming bijdraagt aan oplossing van vraagstukken als armoede, sociale gelijkheid, voedselveiligheid en duurzaamheid. Doelen die veel verder gaan dan maximale aandeelhouderswaarde op korte termijn.
screenshot
Bron: Financieel Dagblad

Overal ter wereld leeft het aandeelhouderskapitalisme op. De crisis is vergeten en de tekenen wijzen op de herwaardering van CEO 2.0. Activistische aandeelhouders en Amerikaanse en Chinese bedrijven op overnamepad bedreigen de continuïteit van ethisch bewuste ondernemingen. Het is nu al overduidelijk dat deze ondernemingen in het defensief gaan. Een triest voorbeeld is de Amerikaanse supermarkt Whole Foods, toonaangevend op het gebied van gezonde voeding. Dit bedrijf liet zich opkopen door Amazone om te ontsnappen aan de greep van activistische aandeelhouders. Maar ook Nederlandse bedrijven zetten stappen terug.

screenshot 3
Bron: Financieel Dagblad

Unilever publiceert weer kwartaalcijfers en het bedrijf verkoopt net als DSM belangrijke onderdelen. Het aldus verkregen geld is bestemd voor verhoging van het divident en terugkoop van aandelen, waardoor de waarde van de resterende aandelen stijgt. Zoals bekend is AkzoNobel net aan een overname ontsnapt en het bedrijf trekt nu miljarden uit om aan de aandeelhouders te sussen.

screenshot 4
Bron: Management Team

Ik vraag me wel eens af, hoe de wereld zou uitzien, als we ervan konden uitgaan dat bedrijven en instellingen zich – naast hun eigen voortbestaan – als vanzelfsprekend lieten leiden door de belangen van mens, samenleving en milieu. Beter dan nu in elk geval. Maar het lijkt een onbereikbaar ideaal.

screenshot kopie 2
Financieel Dagblad

[1] http://www.duurzaam-ondernemen.nl/values-innovation-and-transparency-key-to-future-corporate-sustainability-leadership-new-survey-experts/

[2] http://pressreleases.responsesource.com/news/93461/if-robots-take-our-jobs-responsible-leadership-is-critical/

[3] https://fd.nl/opinie/1207612/hoe-lang-heeft-de-ceo-3-0-nog

Smart City 1.0, 2.0 en 3.0. Wat volgt?

Het begrip Smart City kent talloze betekenissen. Deze blogpost gaat in op enkele daarvan en benadrukt dat het niet alleen om technische snufjes gaat maar ook om een andere manier van samenleven

screenshot 3
Illustratie uit: Compendium for the Civil Economy [1]
Smart City 1.0 is een stad die geavanceerde technologie inzet waar dat maar mogelijk is: Verbetering van de doorstoming van het verkeer, monitoren van de luchtkwaliteit, bewaking en toezicht, zoals ‘crowdcontrol’ et cetera. Het gebruik van technologie wordt vaak bekritiseerd als zijnde ‘technology push’; ook vanwege de rol die grote bedrijven, zoals IBM en Cisco daarbij spelen.

Het predikaat Smart City 2.0 daarentegen is van toepassing als technologische hulpmiddelen expliciet zijn ontworpen om problemen zoals vervuiling, gezondheid en verkeer aan te pakken en hun inzet plaats vindt in nauw overleg met de burgers. Een breed gedragen visie op leefbaarheid en duurzaamheid staat voorop.

De interesse van burgers om deel te nemen aan formele besluitvormingscircuits en eindeloze vergaderingen is echter beperkt. Ondertussen is wereldwijd een grootte rech aantal burgers betrokken bij activiteiten zoals collectief tuinieren, koken, het aantrekkelijk maken van straten en zelfs de productie van energie. Deze activiteiten, vaak aangeduid als commoning of place-making, beperken zich niet tot high-tech maar bedienen zich ook van low- of no-tech oplossingen[2]. Idealiter dragen deze activiteiten bij aan bredere doelen zoals sociale integratie, democratie, stichten van bedrijven en het opbouwen van sociaal kapitaal. Hier is het predikaat Smart City 3.0 in orde.

Deze post gaat over Smart Cities 3.0.

Op dit moment kan geen enkele stad zich erop beroepen om een ​​Smart City 2.0 of 3.0 te zijn. Een beperkt aantal steden kan het predikaat Smart City 1.0 claimen. De nieuw gebouwde voorstad van Seoul, Songdo, is waarschijnlijk een van hen[3]. Amsterdam en Rotterdam zijn op weg naar Smart City 2.0. en mogelijk ook naar Smart City 3.0. In beide steden vindt een groot aantal samenwerkingsprojecten van groepen burgers plaats. De Community Lovers Guide geeft daarvan fraai geïllustreerde voorbeelden[4]. Sommige worden in deze post genoemd. Volgens Tessy Britton, een van de auteurs, werken veel van deze projecten echter geïsoleerd, zonder een vorm van ondersteuning en als gevolg daarvan hangt hun continuïteit af enkele enthousiaste ‘trekkers’.

De voordelen van een platform benadering

In theorie is een platform benadering een nuttig instrument om projecten te initiëren, te ondersteunen, aan elkaar te koppelen en extern te representeren. Daarmee wordt de basis gelegd voor een participerende cultuur. In West Norwood (Zuid-Londen) is de haalbaarheid van zo’n aanpak door middel van een ‘fieldlab’-benadering onderzocht.

Het platform – genaamd The Open Works – werd zichtbaar toen het zijn ‘hoofdkwartier’ vestigde in een leegstaande winkel. Burgers werden tijdens informele bijeenkomsten op de hoogte gebracht en elke belanghebbende was welkom voor een kopje thee in het ‘hoofdkwartier’. Binnen een jaar zijn 20 projecten geïnitieerd en bijna 1000 mensen hebben daaraan geregeld deelgenomen. Een zeer leesbaar en goed geïllustreerd rapport beschrijft de resultaten[5].

screenshot 2
Het ‘hoofdkwartier’ van Open Works in West Noorwood[6]

De belangrijkste bevindingen

De onderstaande bevindingen verwijzen naar de resultaten van het proefproject, maar worden ondersteund door de resultaten van andere veldstudies.

1  Versterking van een inclusieve participatieve ecologie is haalbaar

1460110652118
Nice New West (Amsterdam)[7]
Veel burgers blijken bereid om deel te nemen aan gemeenschappelijke initiatieven, op voorwaarde dat het om activiteiten gaat die aansluiten bij hun eigen behoeften en niet om onderlinge discussies en overleg met externe instanties. Inclusiviteit – deelname van uiteenlopende bevolkingsgroepen – ligt binnen handbereik als initiële projecten goed gekozen worden. Bijvoorbeeld een multiculturele proeverij tijdens informatiemarkten en festivals.

2  Het aantal activiteiten moet een bepaalde drempel overschrijden

Opschaling van het aantal en de verscheidenheid van activiteiten is nodig om te voorkomen dat zij geïsoleerd raken en meer in het algemeen om de ontwikkeling van een participatieve cultuur te stimuleren. De drempel is vrij hoog: 10% van de burgers zal gemiddeld drie keer per week moeten deelnemen aan een project. Bovendien moeten er  binnen 15 minuten loopafstand minstens 5 alternatieve projecten zijn te vinden.

3  De wenselijkheid van verschillende typen projecten

banner-5-community
Pendrecht Universiteit (Rotterdam)[8]
Een eerste type omvat samenwerkingsactiviteiten, gericht op de dagelijkse behoeften. In het tweede type biedt een kleine groep mensen diensten aan voor de gemeenschap als geheel. Een bekend voorbeeld is The Library of Things, gebaseerd op delen van gereedschap en apparatuur. Mettertijd kunnen dergelijke activiteiten economische waarde en werkgelegenheid creëren.

4  Projecten vloeien voort uit de behoeften van de burgers

Het starten, inrichten en uitvoeren van projecten gebeurt informeel. Schriftelijke plannen en formele goedkeuring zijn niet nodig en er is enig ‘seed capital’ beschikbaar. Ondersteuning door het platform (‘het hoofdkwartier’) is van kritieke waarde. De deelnemers blijven echter verantwoordelijk voor hun eigen project met inbegrip van het zoeken naar aanvullende financiering.

5  Reanimeren van collectieve dienstverlening ligt binnen handbereik

1460043830845
‘Mens sheds’ (in veel steden)[9]
Een participatieve cultuur kan bijdragen aan het reanimeren van vormen van collectieve dienstverlening, zoals wijkwinkels, een minibusverbinding met nabijjgelegen metrostations, herinrichting van braakliggende percelen, buurtpreventie en de heropening van voormalige voorzieningen zoals een oud sportfondsenbad. Alles gebaseerd op vrijwilligerswerk maar ondersteund door gemeentelijke overheden.

6  Zorg voor kwetsbare burgers

Participatie van kwetsbare burgers aan gemeenschapsactiviteiten kan voorkomen dat ze aan lager wal raken. Recent onderzoek, samengevat in het bovengenoemde Open Works eindrapport, bevestigt Putnam’s conclusie dat gemeenschapsactiviteiten het maatschappelijk kapitaal van de samenleving vergroten en bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van de betrokkenen[10].

7  De platformbenadering heeft bewezen waardevol te zijn

De drie deeltijdse medewerkers hielpen bij het ontstaan van projecten, brachten mensen bijeen, organiseerde vergaderingen, verlichttten administratieve lasten, bemiddelde met externe partijen en konden kleine bedragen uitkeren voor projectkosten. De gemeentelijke investering in het platform bedroeg slechts € 10 per inwoner.

banner1
Het Wadebridge Energiebedrijf. Een energiebedrijf opgericht en beheerd door burgers. Het levert energie aan op 10% van de bevolking van Wadebridge[11]
8  Ook de gemeente moet zich aanpassen

Voor een goed verloop van de samenwerking met de burgers is het wenselijk dat het gemeentebestuur projecten die op tal van plaatsen ontstaan mede als uitgangspunt neemt in plaats van deze in de eerste plaats te toetsen aan het bestaande gemeentelijk beleid. Ook hier zijn platforms onontbeerlijke intermediairen.

Hoe verder?

screenshot 4
Doelstellingen van het nieuwe pilotproject[12]
Aanvankelijk was het de bedoeling om de Norwood-pilot met twee jaar te verlengen en deze op te schalen naar een gebied met 50.000 inwoners. Ook dit is nog slechts een fractie van de Londense bevolking. Daarom is een nieuw project ontworpen – Participatory City North London – dat minstens 200.000 bewoners omvat. De start is voorzien eind 2017 en het zal vijf jaar duren. Hiernaast staat opgesomd wat dit project moet opleveren. Als dit lukt is deze gemeente misschien de eerste ter wereld die terecht het predikaat Smart City 3.0 mag claimen. Ondertussen streven ook andere steden vergelijkbare doelen na, waaronder Amsterdam en Rotterdam. Je kunt hopen dat deze steden leren van de West Norwood-pilot en geduchte concurrenten worden van Participatory City London North.

En wat volgt er na Smart City 3.0?

Het ligt voor de hand dat dit Smart City 4.0 is. Het gaat dan niet meer alleen om dat burgers met hun activiteiten de inrichting van de leefomgeving mede vormgeven, maar dat zij daartoe ook gelijke kansen hebben, onder andere dankzij de beschikbaarheid van betaalbare woningen en een samenleving met een meer gelijke inkomesverdeling die het werk rechtvaardige verdeelt. Uit een eerdere post blijkt dat dit nog een hele klus zal zijn[13].

[1] https://issuu.com/architecture00/docs/compendium_for_the_civic_economy_publ

[2] Zie mijn eerdere post: Leidt commoning tot nieuw democratisch elan? http://wp.me/p32hqY-1cf

[3] Zie mijn eerdere post: Smart cities zijn de oplossing, maar voor welk probleem? http://wp.me/p32hqY-1ai

[4] http://www.communityloversguide.org

[5] https://drive.google.com/file/d/0B28SOnHQM5HVV0pyT2p1NGNvQk0/view

[6] https://drive.google.com/file/d/0B28SOnHQM5HVV0pyT2p1NGNvQk0/view

[7] https://issuu.com/communityloversguide/docs/nicenewwest

[8] https://issuu.com/communityloversguide/docs/pendrecht_university

[9] https://issuu.com/communityloversguide/docs/handmade_-_new_-_mens_sheds

[10] Putnam, R. (2001) “Social Capital: Measurement and Consequences”. [online] http://www.oecd.org/innovation/research/1825848.pdf

[11] http://www.wren.uk.com/wren-the-facts/wadebridge-energy-company

[12] http://www.participatorycity.org/history-of-the-project/#intro5

[13] Zie mijn eerdere post: Smart Cities kunnen ook dom zijn: http://wp.me/p32hqY-1cW