Technologie bedrijven hebben met succes de definitie van smart city gefocust op wired. Volgens IBM gaat het daarbij om drie ‘I’s: instrumental, interconnected en intelligent[1]. Corporate story telling[2] beschrijft een smart city verder als een technology-led urban utopia dat de oplossing is alle stedelijke problemen, zoals criminaliteit, verkeerscongestie, inefficiënte dienstverlening, armoede en overbevolking. Bovendien draagt technologie bij aan een gezonde levensstijl voor iedereen. Ik heb dit verhaal gelabeld als Smart City 1.0.
Hoe zal een wired city uitzien?
In het recent gepubliceerde artikel[3] Complex Cyber Terrain in Hyper Connected Areas beschrijft Mike Matson de fysieke en virtuele componenten van de cyberruimte in stedelijke gebieden: Miljoenen kilometers glasvezelkabel verbinden datacenters en carrier hotels[4]. Tot voor kort waren zakelijke en thuiscomputers het einde van de lijn, maar hun aantal is inmiddels overtroffen door zogenaamde Ubiquitous Sensor Networks (USN), zoals slimme meters, CCTV, microfoons en sensoren. De functies van deze laatste zijn:
- Detecteren (bijvoorbeeld: afwijkingen in systemen vaststellen, identificatie van indringers),
- Tracking (bijvoorbeeld: pakketten, mensen en voertuigen) en
- Monitoring (bijvoorbeeld: gezondheid, slijtage van bruggen en wegen).
Sensornetwerken worden de kern van stedelijke systemen: Ze bewaken de omgeving (luchtkwaliteit, verkeersdichtheid, ongewenste bezoekers) en ze handelen zelfstandig en intelligent. Mike Matson berekent dat in 2050 een relatief kleine stad van 2 miljoen inwoners een miljard sensoren zal inzetten, alle verbonden door het Internet.
Ieder van ons is dan middelpunt van een persoonlijk netwerk dat ons steeds vergezelt: laptop, telefoon, bril, horloge, diagnostische gezondheid-waarnemingseenheid en wearables. De groei van persoonlijke netwerken begint kort na de geboorte. Al deze apparaten communiceren rechtstreeks via sensoren of via Internet. Ze leveren informatie waarop we kunnen reageren, maar de meeste informatie wordt verwerkt door middel van kunstmatige intelligentie. Deze stuurt processen aan zoals de verwarming in elke kamer in ons huis op elk moment van de dag. Als onderdeel van Internet of Things zullen huishoudelijke apparaten zijn verbonden met internet en kunstmatige intelligentie zal het gebruik ervan optimaliseren.
Persoonlijke netwerken communiceren met de onmiddellijke omgeving (huis, auto, familie, werk) en de buitenwereld. Bijvoorbeeld als het regent, wacht een autonome auto voor de deur. Het systeem ‘weet’ dat je bij droog weer lopend van huis gaat.
Netwerken van sensoren zijn hiërarchisch verbonden. Zo zullen sensoren in het huis de persoonlijke netwerken van alle gezinsleden voeden. Voor specifieke functies voeden ze tevens het controlecentrum van de buurt. Dit geeft gegevens met betrekking tot energieproductie en -verbruik, mobiliteit, water, riolering en veiligheid door naar hogere echelons, waar ze verzameld en geanalyseerd worden.
Misschien toch niet zo slim
Hoewel dit vanuit de technologie geïnspireerde verhaal nog vrijwel nergens in zijn volle omvang werkelijkheid is geworden, groeit de weerstand. Een alternatieve visie is in opkomst, uitgaande van onder andere de volgende denkbeelden:
- Technologie is niet de belangrijkste oplossing voor de meeste stedelijke problemen.
- De ontwikkeling van steden moet aansluiten bij initiatieven van burgers en leiden tot de ontwikkeling van sociaal kapitaal.
- Vertrekpunt van het stedelijk beleid zijn sociale en milieuproblemen, in plaats van te starten met de keuze van technologie.
- Het gebruik van informatietechnologie weerspiegelt en bestendigt de machtsverhoudingen tussen bedrijven, overheid, gemeenschappen en gewone burgers.
- De keuze van technologische oplossingen om stedelijke problemen op te lossen moet resultante zijn van een democratisch besluitvormingsproces.
- Technologie moet gekoppeld zijn aan een betere balans tussen economische groei en duurzaamheid.
- Er is een groeiend bewustzijn van de privacyaspecten van verbondenheid binnen netwerken, wat leidt tot de wens om zelf te kiezen in welke mate je daarop aangesloten wil zijn.
Whatever we do, we know the world doesn’t need another plan that falls into the same trap as previous ones: treating the city as a high-tech island rather than a place that reflects the personality of its local population. Interview[5] met Daniel Doctoroff, CEO van Sidewalk Labs.
Naar een meer inclusieve visie op de smart city
Er zijn veel visies op smart cities. Sommige verwijzen naar de mate van gezondheid en opleidingsniveau van de bevolking. Naar mijn mening horen dit soort overwegingen eerder bij het streven naar humane, maar niet noodzakelijk ook slimme steden. Een visie op de eigenschappen van een smart city behoort in elk geval verwijzingen te bevatten naar technologie en naar de democratische legitimatie daarvan. Dit laatste betreft de mate waarin burgers betrokken zijn bij de besluitvorming over het gebruik van technologie en eigenaar van hun persoonlijke data blijven.
Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee fundamenteel verschillende manieren waarop de democratische legitimatie van het gebruik van technologie plaatsvindt.
Systeemdenken versus complexiteitstheorie
Hoe de wereld om ons heen uitziet is het resultaat van mentale constructies, over wier geldigheid en betekenis we voortdurend delibereren. Deze mentale constructies zijn afhankelijk van een aantal vooronderstellingen.
Aan de ene kant is er de overtuiging dat de realiteit wordt gevormd door een stabiele reeks van acties en reacties. Niemand zal dit betwisten met betrekking tot de natuur (denk aan de zwaartekracht). In de sociale wereld geloven de meeste mensen dat dit ten hoogste gedeeltelijk van toepassing is. Bijvoorbeeld, stijgende huurprijzen in steden ertoe leiden dat mensen verhuizen en dat rijkere mensen hun plaatsen innemen (gentrification). Een keten van gerelateerde acties en reacties kan als een systeem worden beschouwd.
Aan de andere kant is de overtuiging dat resultaten van interacties tussen mensen voor een deel onvoorspelbaar zijn. Hogere huren kunnen in plaats van dat de betrokkenen vertrekken, leiden tot creatieve oplossingen (verhuren via Airbnb, het opzetten van een huiskamerrestaurant). Hierop kunnen weer andere onverwachte gebeurtenissen volgen, bijvoorbeeld collectieve weerstand tegen de huurverhoging. De ‘realiteit’ wordt beschouwd als een complex adaptief proces. Zo’n proces is iets wezenlijk anders dan een gecompliceerd proces. Het laatste is vanwege zijn herhaalbaarheid op te vatten als een systeem, het eerste vanwege zijn onvoorspelbaarheid niet.
Beide benaderingen hebben beleidsimplicaties
Sociale systemen kunnen worden beïnvloed door het veranderen van elementen in de keten van acties en reacties. Op deze manier kunnen alternatieve scenario’s worden onderscheiden met elk zijn eigen uitkomsten. Democratie is dan besluitvorming daarover door een vertegenwoordigende lichaam.
Maar in een complex adaptief proces is het veranderen van interacties om gewenste resultaten te bewerkstelligen onmogelijk. In dit geval is democratie het overlaten van beslissingen aan de direct betrokkenen (zelfbestuur).
Deze benaderingen zijn complementair. Tegenwoordig zijn ze echter uit balans. Stedelijk beleid is gericht op een gedetailleerde systematische aanpak die resulteert in generieke maatregelen om het gecompliceerde stedelijke systeem te beheersen. Zelfs als er uitgebreide beraadslagingen aan de besluitvorming door de gemeenteraad voorafgaan, komt het voor dat niemand tevreden is met de uitkomst. Kiezen voor een gebiedsgerichte benadering en belanghebbenden zelf keuzen laten maken waar dat mogelijk is, had kunnen leiden tot betere democratische legitimering.
Smart City 2.0
Smart City 2.0 kent een zorgvuldig voorbereide en democratisch gecontroleerde keuze van technologische oplossingen voor de problemen van een de stad. De voor- en nadelen van alternatieve scenario’s zijn breed gecommuniceerd. Uiteindelijk neemt de gemeenteraad een beslissing en kunnen technologie bedrijven bieden. De raadpleging van burgers die betrokken of geïnteresseerd zijn, gaat ook door tijdens de uitvoerende fase.
De herontwikkeling van de oude haven in Toronto met de hulp van Sidewalks Labs (een bedrijf uit Alphabet) is een uitstekend voorbeeld van deze aanpak[6].
Smart City 3.0
Een stad kan ook besluiten om democratische, maar gecentraliseerde besluitvorming over infrastructuurprojecten tot het hoognodige te beperken. In plaats daarvan worden initiatieven van buurten of uit netwerken gestimuleerd en ondersteund[7]. Een paar voorbeelden:
- De implementatie van smart-grid-oplossingen in een wijk.
- De organisatie van een systeem van IT-faciliteiten voor onderlinge samenwerking voor ouderen.
- Co-ontwikkeling van vervoersoplossingen binnen een regio-breed systeem van mobiliteit-als-een-dienst.
In deze voorbeelden verschilt de rol van ICT, maar ze is altijd ondersteunend.
Naar mijn mening zijn Amsterdam en Rotterdam op weg om een Smart City 3.0 te worden, hoewel er nog een lange weg te gaan is. Ik kom hier later op terug.
[1] http://smartcityhub.com/governance-economy/smart-city-smart-story/
[2] http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/13604813.2014.906716
[3] http://smallwarsjournal.com/jrnl/art/complex-cyber-terrain-in-hyper-connected-urban-areas
[4] Dit zijn knooppunten waar particuliere netwerken samenkomen om een groter netwerk (het Internet) te vormen
[5] http://smartcityhub.com/technology-innnovation/google-connects-smart-city-movement/
[6] http://smartcityhub.com/governance-economy/googles-sidewalk-labs-takes-the-lead-in-smart-city-development-in-toronto/
[7] Het schitterende boek Peter Camp, Wonen in de 21ste eeuw, staat vol van voorbeelden waartoe burgerinitiatieven in het algemeen kunnen leiden.