Nederland democratisch? Over beleid heeft de kiezer niets te zeggen

Voorstel om de kiezer het regeringsbeleid te laten vaststellen en de rol van het parlement daaraan aan te passen

images-3

Zelfs de kabinetsformateur heeft geen flauw idee wat voor soort regering Nederland zal krijgen. Het kan nog alle kanten op: links – rechts, liberaal – sociaal, progressief – conservatief. Democratie betekent dat het volk beslist. Thans is dat niet veel meer dan de omvang van de partijen in de Tweede Kamer. Over wie gaat regeren, welk beleid zal worden gevoerd en hoe het nieuwe kabinet eruit komt te zien, heeft het volk niets te zeggen.

De oplossing ligt voor de hand: Het volk stelt het regelingsbeleid vast en de volksvertegenwoordiging ziet toe op de uitvoering daarvan.

Het volk bepaalt het regeringsbeleid

Om rechtstreeks de hoofdlijnen van het regeringsbeleid te bepalen moet het volk kunnen kiezen uit alternatieve programma’s. Dus niet uit losse issues zoals bij een referendum en evenmin uit personen zoals bij de Franse presidentsverkiezingen.

images-7

Voorstellen voor programma’s kunnen afkomstig zijn van politieke partijen[1], verenigingen of bewegingen, bijvoorbeeld Nederland kantelt. Om te voorkomen dat er een onhandelbaar groot aantal programma’s wordt ingediend, kan een aantal – zeg 100.000 – handtekeningen verplicht worden gesteld.

Desondanks zal er in de eerste stemronde een aanzienlijk aantal programma’s voorliggen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat een daarvan een duidelijke meerderheid behaalt, wat uiteindelijk wel de bedoeling is. Daarom zullen er altijd meer stemrondes zijn. Voorafgaand aan elke nieuwe ronde zullen de makers van programma’s gaan samenwerken en compromissen sluiten, waardoor het aantal propgramma’s aanzienlijk vermindert. Gaandeweg wordt duidelijk welke ministersploeg achter een programma staat. Het resultaat is een regering met een duidelijk mandaat van de meerderheid van het volk.

De volksvertegenwoordiging

De taak van de volksvertegenwoordiging is om het beleid dat de meerderheid van het volk wil nader in te vullen en om toe te zien op de uitvoering daarvan. Hoe kom zo’n volksvertegenwoordiging tot stand? Hiervoor zijn verschillende serieuze mogelijkheden. Ik noem er twee.

images-11De eerste is dat Nederland wordt opgedeeld in een aantal kiesdistricten, bij voorkeur samenvallend met herkenbare regio’s en dat elke bewoner een aantal vertegenwoordigers kiest. Kandidaten kunnen door politieke partijen of bewegingen worden voorgedragen en moeten elk een vooral vastgesteld aantal ‘supporters’ hebben, bijvoorbeeld 15.000.

Een tweede mogelijkheid is in 2013 geopperd door David van Reybrouck. Hij stelde voor het parlement volgens loting samen te stellen, vergelijkbaar met juryrechtspraak. De ‘uitverkorenen’ zijn niet aan partijen gebonden maar mogen uiteraard wel onderling samenwerken[2].

Scheiding der machten

imagesDe volksvertegenwoordiging is namens het volk gesprekspartner van de regering. Elke volks-vertegenwoordiger erkent dat de regering een beleid uitvoert waarvoor de meerderheid van het volk heeft gekozen. De regering erkent op haar beurt dat de volks-vertegenwoordiging ook door het volk is gekozen om kritisch tegenspel te bieden. Als de regering en de volks-vertegenwoordiging het niet eens worden over de uitwerking van een voorstel, dan kan aan een referendum of aan deliberative polling[3] worden gedacht.

De manier waarop de democratie in Nederland functioneert is in geen honderd jaar veranderd; de wereld wel. Mensen zijn mondiger en ICT, mits afdoende beveiligd, biedt ongekende mogelijkheden om mee te besturen. Deze schetst hoe dat zou kunnen. Er zijn ongetwijfeld meer opties. Ik ben benieuwd .

[1] Ik beschouw politieke partijen in de eerste plaats als verenigingen, die vanuit een aantal beginselen het openbaar bestuur willen beïnvloeden.

[2] In zijn boek Tegen verkiezingen schrijft David van Reybrouck dat de democratie van de eenentwintigste eeuw raakt steeds meer uitgehold. zaaien angst, het wantrouwen groeit, de redelijkheid is zoek. De politiek lijkt echter meer bezig met de volgende verkiezingen dan met de lange termijn. politiek.

[3] De methodiek hiervoor is in 1988 ontwikkeld aan de Stanford University met als doel geregeld kiezers dan wel achterbannen in staat te stellen zich uit te spreken over gangbare onderwerpen. Een ‘deliberative poll’ hanteert In tegenstelling tot een referendum een representatieve steekproef van de betrokkenen.

Smart cities kunnen ook dom zijn

De ontwikkeling van smart cities kan gepaard gaan aan verdringing van een deel van de bevolking. Op de vrijgekomen plaatsen worden dan dure appartementen en kantoren gevestigd. Dit kan de leefbaarheid van deze steden sterk aantasten.

Smart cities zetten het streven naar duurzaamheid en leefbaarheid kracht bij door de inzet van big data en state of the art informatie- en communicatietechnologie. Bij voorkeur niet alleen vóór maar vooral samen met de bevolking. Daarnaast moet de bevolking zelf initiatieven kunnen ontplooien om de kwaliteit van hun leefomgeving te vergroten[1].

2905

Wie zijn de bewoners van smart cities?

De vraag is echter wie zal smart cities bevolken, of zoals Suketu Mehta het stelt: Who is invited to the party[2]? Leven in grote steden wordt voor velen onbereikbaar. Appartementen in New York zijn zelfs voor tweeverdieners vrijwel onbetaalbaar en dat geldt ook voor het huren van een woning. Om gedurende een tijdslot van 8 uur per dag in een bed in een kamer in Chinatown NYC te mogen slapen, betaal je $ 200 per maand.

5096
‘Pensions’ in Chinatown NYC

Het resultaat is dat wonen in grote steden voor het grootste deel van de bevolking onmogelijk wordt. Nu al bedragen de woonkosten van 50% van de huishoudens van NYC minimaal 30% van hun inkomen. Voor 30% van alle huishoudens is het meer dan de helft. Hierdoor zijn het afgelopen decennium 14 miljoen huishoudens uit stedelijke gebieden vertrokken. Alleen al in Chicago is het aantal schoolgaande kinderen in deze periode verminderd met 145.000.

Sterke groei speculatieve investeringen

Vanaf de jaren ’80 is wereldwijd de omvang van speculatieve investeringen in de 500 grootste steden jaarlijks toegenomen[3]. Volgens Saskia Sassen is deze stijging de laatste vijf jaar spectaculair. In 2015 ging het om $1000 miljard, tegen $600 miljard in 2014. Daarbij gaan steeds vaker hele delen van steden onder de hamer, bijvoorbeeld een oud industriegebied of een appartementencomplex. Oogmerk is steeds afbraak en herontwikkeling tot kantoren en dure appartementen. Een recent voorbeeld is de aankoop van Atlantic Yards in NYC voor $5 miljard. Hier zijn thans kleine industrieën en woningen gevestigd. Er moeten uiteindelijk 15 gigantische appartementencomplexen komen.

3088
Atlantic Yards in NYC

Een vergelijkbaar verschijnsel zien we in Londen. De verkoop van hele gebieden heeft ook privatisering van de publieke ruimte tot gevolg. Granary Squaire nabij Kings Cross station is een voorbeeld van zo’n private-owned public space[4] met eigen regels en bewakers.

In Afrika is het proces van smartification eveneens op gang gekomen. Ook hier wordt een aantal smart cities vanuit het niets gebouwd. Een middel om ruimte voor nieuwe uitbreiding te creëren is de bulldozer en politie-inzet. Onlangs heeft de hoge raad van Nigeria de sloop van Mpape[5], een wijk met 300.000 inwoners grenzend aan het centrum van hoofdstad Abuja, tegengehouden. Er was geen enkel plan om de verdreven bewoners te herhuisvesten.

screenshot 3
Bewoners van kustgebieden te Lagos (Nigeria) op de vlucht omdat hun huizen in brand zijn bestoken om ruimte te maken voor de bouw van ‘smart’ Eko Atlantic City.

Smartification dreigt door de ongebreidelde macht van investeerders en speculanten vooral goed uit te pakken voor het rijkste deel van de stedelijke bevolking. Ook Amsterdam[6] moet hiervoor waakzaam zijn. In de periode 2013 – 2014 is de verkoop van onroerend goed aan beleggers met 248% gestegen. In 2016 is de gemiddelde prijs voor koopwoningen met bijna 23% toegenomen ten opzichten van 2015. Betaalbare huurwoningen zijn er bijna niet.

Smart cities; domme steden?

Smart cities kunnen door de uitsluiting van belangrijke groepen van de bevolking wel eens domme steden worden, overwegend bewoond door een kapitaalkrachtige elite van kosmopolieten die hun condominium in de ene wereldstad gedurende langere tijd van het jaar verruilen voor een appartement in en andere. Zonder jongeren die flaneren op de pleinen, ambachtslieden in hun werkplaatsen, middenstanders in hun kleine winkels en hun klanten, zijn het doodse steden, alle slimme techniek ten spijt.

Leidt commoning tot nieuw democratisch elan?

Organiseren van gemeenschappelijke activiteiten door bewoners van een buurt of wijk kan bijdragen aan betrokkenheid bij de lokale politiek

screenshot 4

Er is al veel geschreven en gezegd over de kloof tussen burgers en politiek. Veel burgers lijken apathisch, anderen zien politici bij voorbaat als tegenstanders. Er is ook een grote groep die sterk betrokken is, zeker op lokaal gebied. Van degene die tot deze groep behoren is de meest gehoorde klacht vaak tegen bureaucratie aan te lopen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft deze problemen al in 2012 uitgediept en beschreven in een uitstekend rapport: Vertrouwen in burgers[1]. Dit rapport is actueler dan ooit.

Commoning

images-2De WRR wil de politieke betrokkenheid vergroten door burgers problemen – in eerste instantie die in de directe omgeving – zelf en naar eigen inzicht te laten op te lossen. Een voorwaarde daarvoor is voldoende mate van samenhorigheid. Vroeger was dit vanzelfsprekend, nu veel minder. Er is wereldwijd echter sprake van een kentering. Commoning activiteiten voor en door buurtbewoners schieten als paddenstoelen uit de grond: Speeltuintjes, buurtfeesten, een gemeenschappelijke kruidentuin, een ‘bibliotheek’ voor weinig gebruikte gereedschappen, een terrein voor sport en spel, hulp bij huiswerk et cetera[2]. Sommige gemeentebestuurders ondersteunen deze activiteiten waar ze dat kunnen, ook financieel.

De inrichting van de ruimte werkt niet mee

Vinexwijk-LeidscheRijn-Shutterstock-578x420In dorpen is er doorgaans volop plaats voor commoning. Behalve een dorpsplein, zijn er altijd weilanden, schuren, buurtcentra en café’s. Nadat de moderne stedenbouw heeft ingezet op de eengezinswoning, gaat alle beschikbare ruimte naar woningen, tuinen, wegen, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen, met of zonder wipkippen. De ontwerpers van deze wijken namen aan dat sociale contacten van de bewoners vooral buiten de wijk plaatsvinden of in klein gezelschap binnenshuis. Tot voor kort klopte dit ook wel. Maar nu staat deze visie de groei van commoning in de weg. Bewoners hebben tegenwoordig minder behoefte aan groen omwille van het groen. Bomen en planten staat er in elke tuin al genoeg. Wat node wordt gemist is een pleintje, een speelveld en vooral lege ruimte, waar ze zelf een speeltuintje, kruidentuin of praatplek kunnen maken of waar de kinderen hun fantasie de vrije loop kunnen laten.

Van commoning naar lokale democratie

9192621095_1b2b161c04_kCommoning als zodanig of het bewerkstelligen van een goede plek ervoor, betekent vrijwel altijd dat burgers politiek geïnvolveerd raken. Hier ligt een kans voor gemeenten die burgerparticipatie een warm hart toedragen. Vertrouwen in burgers betekent dat de gemeente bewoners actief betrekt bij de vormgeving van hun buurt, uiteraard binnen bepaalde randvoorwaarden. Deskundigen zoals stedenbouwkundigen en (landschaps)architecten bespreken dan ideeën en alternatieven met betrokken wijkbewoners in plaats van kant en klare plannen op te leveren. Het zijn de organisatie van feesten, de instandhouding van een groentetuin of een knutselwerkplaats, die de basis leggen voor deze betrokkenheid.

Van commoning naar politieke participatie

Betrokkenheid bij de eigen wijk versterkt op haar beurt deelname aan de lokale politiek. Tijdens commoning activiteiten in een nieuw stadsdeel blijkt dat iedereen ontevreden is over de ontsluiting van de wijk door openbaar vervoer. Om maar een voorbeeld te noemen. De betrokkenen hebben al snel in de gaten dat bewoners in alle nieuwe stadsdelen er net zo over denken. Met zijn allen besluiten ze om ideeën te ontwikkelen. De gemeente faciliteert dit proces, bijvoorbeeld door stedenbouwkundigen advies te laten geven en legt het resultaat voor aan de gemeenteraad. Reken maar dat de commons die bij de ontwikkeling van deze en andere plannen betrokken zijn, de deliberaties in de raad met belangstelling volgen.

Als de politiek de burgers vertrouwt, komt het vertrouwen van de burgers in de politiek vanzelf terug.

thelocals_ourfarm-12-2

[1] Dit rapport kan hier worden gedownload: https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2012/05/22/vertrouwen-in-burgers

[2] Commoning staat voor activiteiten die buurtbewoners samen organiseren. Een bruikbare Nederlandse vertaling is er niet. Soms is ook sprake van placemaking. Een wetenschappelijke studie naar commoning is: The City as a Commons door Sheila R. Foster en Christian Iaione. Dit artikel kan hier worden gedownload: http://digitalcommons.law.yale.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1698&context=ylpr