De donut stad

Er is geen plek op de wereld waar alle bewoners hetzelfde welvaartsniveau delen, of waar deze welvaart op een sociaal of ecologisch verantwoorde manier is bereikt. Daarom is de vraag wat voor soort welvaart haalbaar is voor burgers over de hele wereld zonder de natuur aan te tasten en de vooruitzichten op een fatsoenlijk leven van medemensen en toekomstige generaties te schaden.

Kate Raworth (Foto gemeente Amsterdam)

In dit essay ben ik op zoek naar een antwoord op deze vraag. Het donut-principe van Kate Raworth is een veelbelovend startpunt, vandaar de gekozen titel. De titel had ook kunnen zijn De verantwoord-welvarende stad. Ik zal proberen de hypocrisie te vermijden waartoe een pleidooi voor vermindering van de consumptie omwille van duurzaamheid kan leiden. Immers, miljarden mensen zijn hongerig of arm en dromen van enige rijkdom. Zij zijn bovendien niet de belangrijkste vervuilers.


De donut stad is de zevende aflevering van een reeks essays over hoe steden humaner kunnen worden. Dat betekent het vinden van een evenwicht tussen duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en leefbaarheid. Dit vereist vergaande keuzes. Zodra deze keuzes zijn gemaakt, zijn slimme technologieën om ze te realiseren vanzelfsprekend.

De essays die al zijn gepubliceerd:


De sociale oorsprong van broeikasgassen

Een recent Oxfam-rapport Extreme carbon inequality toont aan dat de armste helft van de wereldbevolking – ongeveer 3,5 miljard mensen – verantwoordelijk is voor slechts 10% van de totale uitstoot van broeikasgassen: Ongeveer 50% van de uitstoot komt van de rijkste 10% van de mensen over de hele wereld. Ze hebben een gemiddelde CO2-voetafdruk die 11 keer zo hoog is als die van de armste helft en 60 keer zo hoog als die van de armste 10%. Zelfs een vermindering van de consumptie met 50% door de rijkste 10% en een verdubbeling van de consumptie door de armste 50% leidt tot een daling van de consumptie wereldwijd met ongeveer 15%[1].


De productie van broeikasgassen hangt ook binnen een land samen met het inkomen.

Inkomensgerelateerde productie van broeikasgassen

De grafiek laat zien dat het begrip rijke landen misleidend is. Een klein deel van de bevolking van de meeste landen heeft alle mogelijkheden om te consumeren en draagt bij navenant bij aan de productie van broeikasgassen; voor de meerderheid van de bevolking geldt dat in aanzienlijk mindere mate.

Economische groei blijft een politieke en economische prioriteit in bijna alle landen [2]. Conventioneel economisch denken veronderstelt dat de vraag naar goederen altijd zal groeien en dat bedrijven, in een poging om aan deze vraag te voldoen, een steeds grotere hoeveelheid goederen en diensten zullen leveren.

Al in 1968 verklaarde Robert Kennedy in een toespraak aan de Universiteit van Kansas: Gross National Product counts air pollution and advertising for cigarettes and ambulances to free our massacres. It has special locks for our doors and the prisons for the people who break them. It counts the destruction of the sequoia and the loss of our natural wonder to expand[3].

Vijftig jaar later zijn de ecologische en sociale effecten van het  conventionele economische denken zichtbaarder dan ooit.

Een groeiende groep mensen beseft dat de wereld een soort welvaart nodig heeft die voldoet aan de behoeften van de hele wereldbevolking – nu en in de toekomst – en die op een sociaal en ecologisch duurzame manier tot stand komt.


Wellbeing Economy Alliance

In 2017 sloten de regeringen van Schotland, Costa Rica, Slovenië en Nieuw-Zeeland een alliantie, de Wellbeing Economy Alliance

Costa Rica staat in de top drie van landen ter wereld met de meest gelukkige inwoners[4]. De regering van Nieuw-Zeeland accepteert het BNP niet langer als de enige maatstaf voor vooruitgang[5]We need to make sure that we look at people’s ability to live meaningful lives, where their work is sufficient to survive and sustain their families” aldus de premier.


De grote vraag is hoe zien dit soort welvaart en een samenleving die deze tot stand brengt er uit. Maar eerst moeten we begrijpen waarom dit soort samenleving nog nooit dichterbij is gekomen.

De verwenste drie-eenheid van economische groei, ongelijkheid en milieubederf

Rijkdom enerzijds en armoede en milieubederf anderzijds zijn sterk verbonden. Deze zienswijze wordt al jaren door marxisten verkondigd. Nieuw – minder ideologisch geïnspireerd – onderzoek met behulp van volkstellinggegevens tussen 1980 tot 2013 levert voldoende bewijs dat economische ongelijkheid en regionale verschillen met elkaar verweven zijn. Een studie door Harvard alumnus Robert Manduca, The contribution of national income inequality to regional economic disparities laat zien dat de groeiende regionale verschillen binnen de VS grotendeels een product zijn van economische ongelijkheid op nationaal niveau, met name de concentratie van rijkdom in handen van 1% van de bevolking[6]. De elite met zijn talloze connecties met het internationale bedrijfsleven en de politiek is tevens de belangrijkste ideologische bron achter de doctrine van eindeloze groei. Zij heeft al meer dan een halve eeuw een doeltreffend sociaal en milieubeleid voorkomen, waaronder de enige maatregelen die de opwarming van de aarde hadden kunnen stoppen, namelijk internalisering van externe kosten[7] en in het bijzonder een CO2-belasting[8].

Wat is verantwoorde groei?

Hierna volgt een aantal inzichten hoe verantwoorde welvaart, met of zonder groei, mogelijk gemaakt kan worden. Samen vormen deze een basis voor beleid voor landen, regio’s of steden.

In de eerste plaats noem ik de Sustainable Development Goals, Daarna volgt de donut-economie voorgesteld door de Britse econoom Kate Raworth, om te eindigen met de Green New Deal in de VS.

Ik had ook kunnen verwijzen naar de principes van inclusieve groei, geformuleerd door het World Economic Forum, de Millennial-doelen van de VN, de indrukwekkende film An Inconvenient Truth van Al Gore en ik had kunnen teruggegaan naar het Rapport van de Club van Rome of het boek Silent Spring van Rachel Carson.

Al deze benaderingen hebben gemeen dat de aanpak van milieuproblemen een herverdeling en herdefinitie van de essentie van welvaart vereist.

Sustainable Development Goals

In 2015 ondersteunden alle 193 leden van de Verenigde Naties de 17 ambitieuze Sustainable Development Goals (SDGs)[9]. Deze 17 doelen zijn gespecificeerd door middel van indicatoren, wier aantal sinds 2015 is gegroeid tot 232.

De sustainable development goals

Nederland was toen al begonnen met de ontwikkeling van een eigen alternatief voor het bruto nationaal product, brede welvaart[10]. Er is toen besloten om de aspecten van brede welvaart en die van de SDGs te integreren, wat heeft geleid tot een kleine aanpassing van laatstgenoemde. 

Een uniek aspect van het meten van brede welvaart in vergelijking tot de SDGs is het onderscheid tussen welvaart “hier en nu”, de druk die het huidige welvaartsniveau uitoefent op toekomstige generaties (“later”) of op andere landen (“elders”). Bij het meten van brede welvaart wordt een onderscheid gemaakt tussen de absolute omvang, de groei of achteruitgang ervan voor alle EU28-landen afzonderlijk en de positie van Nederland in vergelijking met de EU28-landen.

Welvaart hier en nu

Met betrekking tot de hier en nu-indicatoren loopt Nederland voorop bij vijf ontwikkelingsdoelen: Geen armoede (SDG 1); industrie, innovatie en infrastructuur: kennis en innovatie (SDG 9); vermindering van ongelijkheid: sociale cohesie en ongelijkheid (SDG 10); vrede, gerechtigheid en krachtige openbare diensten: instellingen (SDG 16) en partnerschap om doelstellingen te bereiken (SDG 17). Nederland staat op vier andere SDG’s in de lagere regio’s van de Europese ranglijst: Betaalbare en duurzame energie (SDG 7); klimaatactie (SDG 13); leven in het water (SDG 14) en leven op het land (SDG 15).

De trend in de ontwikkeling van brede welvaart hier en nu is ook eerder positief dan negatief. Een  positieve trend domineert in het geval van ‘einde van de honger'(SDG 2); ‘gendergelijkheid’ (SDG 5); ‘schoon water en sanitair’ (SDG 6); ‘eerlijk werk en economische groei: economie en productiefactoren’ (SDG 8) en ‘industrie, innovatie en duurzame infrastructuur: kennis en innovatie’ (SDG 9). Een dalende trend doet zich voor bij  ‘goede gezondheid en welzijn’ (SDG3);’ industrie, innovatie en infrastructuur: mobiliteit’ (SDG9); ‘vermindering van ongelijkheid’ (SDG 10); ‘duurzame steden en gemeenschappen: wonen’ (SDG 11); en ‘leven op het land’ en ‘leven in het water’ (SDGs 14 en 15).

Welvaart elders

Met betrekking tot de brede welvaart elders; er zijn meer negatieve dan positieve posities en trends. De totale import van fossiele energie en biomassa in Nederland neemt gestaag toe en ook de import van metalen en mineralen is recent begonnen te stijgen, met uitzondering van de import uit de armste landen. Deze trend wordt als negatief beschouwd vanwege de vermindering van de voorraden elders in de wereld.

Nederland staat aan de top op het gebied van buitenlandse hulp, maar ook hier is sprake van een dalende trend.

Welvaart later

De trendontwikkeling van onze brede welvaart later is overwegend positief, behalve op het gebied van natuurlijk kapitaal (negatief) en menselijk kapitaal (neutraal). Deze dalende trend met betrekking tot natuurlijk kapitaal weerspiegelt het lage percentage duurzame energie en een relatief hoge CO2-uitstoot.

De verdeling van brede welvaart

Ook interessant is de analyse van de verdeling van brede welvaart. De mate van brede welvaart hangt vooral samen met opleidingsniveau, niet met inkomen.

De eerdergenoemde analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek biedt een schat aan gegevens over honderden indicatoren. Veel indicatoren hebben echter uiteenlopende interpretaties. Indicatoren zoals groei van de uitgaven in de gezondheidszorg en van het aantal gewerkte uren in het onderwijs zijn geen aanwijzingen voor toenemende welvaart. Hiervan is pas sprake als het toegenomen gebruik van middelen daadwerkelijk vruchten afwerpt. Bijgevolg is de beleidsrelevantie van sommige SDGs niet meteen duidelijk en blijven er veel politieke keuzen open. Om deze reden zijn velen naarstig op zoek naar maatstaven met meer ondubbelzinnige implicaties voor sociale en ecologische duurzaamheid.

De donut economie

Het model voor een donuteconomie is ontwikkeld door de Britse econoom Kate Raworth in een rapport voor Oxfam getiteld A Safe and Just Space for Humanity en het idee verspreidde zich vervolgens snel over de hele wereld. De essentie is dat sociale en ecologische duurzaamheid de leidende principes zouden moeten zijn voor het economisch beleid van de 21ste eeuw en samen het economische gedrag en de mate van economische groei bepalen.

Er is geen drievoudige bottom line: Sociale en ecologische duurzaamheid staan ​​op de voorgrond, de economie volgt.

Het donut model

Het idee achter het donutmodel is eenvoudig. Als je naar de vorm van een donut kijkt, zie je twee cirkels. Een kleine cirkel in het midden en een grote cirkel aan de buitenkant. De kleinste cirkel vertegenwoordigt de minimale sociale doelstellingen (basisbehoeften) die voor alle landen gelden. De grote cirkel vertegenwoordigt het maximale draagvermogen van de planeet. Alle samenlevingen moeten beleid ontwikkelen tussen de twee lijnen in.

Hieronder kun je een korte video bekijken waarin Kate Raworth het model zelf uitlegt.

In tegenstelling tot de SDGs is het donut-model gebaseerd op de samenhang tussen economisch, sociaal en milieubeleid.

Positieve resultaten op het gebied van sociale voorzieningen zijn in veel westerse landen een direct gevolg van dezelfde economische groei die verantwoordelijk is voor de enorme overschrijding van de ecologische bovengrens.

De belangrijkste doelstelling voor elk land is om betere levensomstandigheden te bereiken zonder aan te nemen dat economische groei hiervoor een noodzakelijke voorwaarde is.

De onderstaande tabellen laten zien wat achterstand ten opzichte van de sociale ondergrens en overschrijden van de ecologische bovengrens inhoudt. Het is erg belangrijk dat de gestelde doelen met betrekking tot beide lijnen zo snel mogelijk worden bereikt. Vanwege aanzienlijke verschillen tussen landen in de mate van realisering van deze doelen, zal het beleid per land, regio of stad variëren.

De sociale ondergrens

Kate Raworth: Donut Economics. Seven Ways to Think Like a 21st Century Economist (appendix)

De ecologische bovengrens

De negen facetten van de ecologische bovengrens zijn gebaseerd op onderzoek door een groep aardwetenschappers onder leiding van Johan Rockström en Will Steffen en beschreven in hun boek Trajectories of the Earth System in the Anthropocene

Johan Rockström en Will Steffen: Trajectories of the Earth System in the Anthropocene

De onderstaande video toont een korte lezing van Will Steffen over de negen facetten van het ecologische plafond, die worden bedreigd door menselijk handelen.

Ondanks een oppervlakkige overeenkomst tussen de SDGs en het donut-model, zijn er verschillen[11]. De SDGs kunnen worden vergeleken met een dashboard met evenveel rode en groene lampjes als er indicatoren zijn. Er wordt aangenomen dat elk daarvan afzonderlijk kan worden beïnvloed door een schuifschakelaar. De kleur van de controlelampjes wordt echter bepaald door onderling verbonden (economische) processen: De groene kleur van de meeste sociale indicatoren in de rijkste EU28-landen is een direct gevolg van hun krachtige economie die tegelijkertijd resulteert in een donkere-rode kleur voor omgevings-gerelateerde lampjes. De belangrijkste toegevoegde waarde van het donut-model is het mogelijk maken van een kritische evaluatie van het gehele beleid van elke stad of land om duurzame welvaart te realiseren[12].

Wat werken tussen de sociale en de ecologische limieten betekent, komt in de volgende paragraaf aan de orde. Eerst zal ik nog het meest robuuste – zij het tevens meest pragmatische pragmatische – model introduceren, de Green New Deal. Dit model vereist geen ingewikkelde berekeningen en is daarom gemakkelijk te begrijpen en kan direct worden geïmplementeerd.

The Green New Deal

In 2012 en 2016 kandideerde Green Party-kandidaat Jill Stein – tevergeefs – voor het presidentschap van de VS met als voornaamste programma een Green New Deal. In 2018 heeft Alexandria Ocasio-Cortez, ondersteund door senator Ed Markey, de term overgenomen tijdens haar succesvolle campagne voor lidmaatschap van het Congres.

In de afgelopen dagen hebben presidentskandidaten, waaronder senatoren Elizabeth Warren, Cory Booker, Bernie Sanders, Kamala Harris en Kirsten Gillibrand hun steun uitgesproken voor een vorm van Green New Deal. De gouverneur van New York, Andrew Cuomo, heeft een Green New Deal voor zijn staat geschetst als onderdeel van de begroting[13].

De Green New Deal munt uit vanwege zijn transparantie en ondanks het feit dat veel presidentskandidaten met eigen plannen komen, is de steun onder de kiezers onverwacht hoog[14] (zie grafiek). Bovendien nemen verschillende staten, bijvoorbeeld New York, Californië en Minnesota wetten aan gebaseerd op die de principes van de Green New Deal.

Steun voor de Green New Deal onder geregistreerde kiezers

Het doel van de Green New Deal is het reduceren van de CO2-uitstoot tot nul in het volgende decennium en het creëren van miljoenen goedbetaalde banen om de benodigde infrastructuur te realiseren en het aantal armen, werk- en daklozen dienovereenkomstig te verminderen. Bovendien omvat de Green New Deal bescherming tegen monopolies, investeringen in openbaar vervoer, betaalbare huisvesting en gezonde voeding alsmede gerechtigheid voor gemarginaliseerde sociale groepen.

De Green New Deal pakt vier systemische nationale crises gelijktijdig aan: Torenhoge ongelijkheid, structureel verankerd racisme, klimaatverandering en de overname van de Amerikaanse democratie door de ultrarijken en de grote technologiebedrijven.

De Green New Deal-voorstellen missen de theoretische onderbouwing van het donut-principe, maar ze werken in dezelfde richting. De Green New Deal kan een impuls krijgen bij de komende presidentsverkiezingen in de VS. Op langere termijn is een meer uitgewerkt model nodig en het donut-principe leent zich hiervoor beter


Op weg naar een Global New Green Deal

Al meer dan tien jaar coördineert C40 in meer dan 65 wereldsteden klimaatbeleid[15]. Onlangs ging deze organisatie nog een stap verder en – op initiatief van Anne Hidalgo (burgemeester van Parijs) en Eric Garcetty (burgemeester van Los Angeles) is een begin gemaakt met een Global New Green Deal om ecologische en sociale actie te verbinden, waar nationale overheden achterblijven. 

Deze Global New Green Deal is gebaseerd op vier principes[16]:

  • Erkenning van de wereldwijde noodsituatie met betrekking tot het klimaat.
  • Toezegging om de opwarming van de aarde onder het doel van 1,5°C te houden door de uitstoot te verminderen in de sectoren die daaraan de grootste bijdrage leveren: Transport, industrie, gebouwen en afval.
  • Volledig en definitief afstand nemen van fossiele brandstoffen en -grondstoffen.
  • Samenwerking tussen bestuurders, bedrijven, investeerders, werknemers, het maatschappelijk middenveld, burgers, jongeren en gemeenschappen die onevenredig worden getroffen door klimaatverandering en armoede.

Verantwoorde welvaart: duurzaam en voor iedereen

Steden dragen een grote verantwoordelijkheid omdat ze het middelpunt van alle mondiale economische activiteit zijn, banen bieden en het meeste goederen en diensten produceren die nodig zijn voor een fatsoenlijk leven voor hun inwoners. Op hun grondgebied zullen de meeste investeringen plaatsvinden die nodig zijn om verantwoorde welvaart mogelijk te maken.

Als we uitgaan van het donut-principe, moeten economische activiteiten die boven het ecologische plafond uitstijgen en die de sociale ondergrens niet halen opnieuw worden ontworpen.

Herontwerp van economische activiteiten

De onderstaande acties weerspiegelen de eerdergenoemde lijsten met beleidsacties om te voorkomen dat het ecologische plafond wordt overschreden en het sociale minimum niet wordt gehaald. De tijdshorizon is 25 jaar.

Onder het ecologische plafond blijven

  • Reductie tot nul van broeikasgasemissies door gecombineerd gebruik van zon, wind en warmte. Waterstof, zout, batterijen en warmwaterreservoirs worden gebruikt voor opslag.
  • Lokale fabrieken zijn schoon; mogelijke giftige emissies worden opgevangen, opgeslagen of gezuiverd om schone lucht te behouden.
  • Ondersteuning van lokale boeren om hun activiteiten te herstructureren, de bodem te regenereren, de biodiversiteit te vergroten en meer bij te dragen aan de lokale voedselvoorziening. De verkoop van hun producten wordt gestimuleerd door aanzienlijke belastingvoordelen.
  • Vermindering van verkeer – dat is volledig elektrisch – door steden te reconstrueren.
  • Realiseren van volledige circulariteit; de invoer van grondstoffen wordt stopgezet, met de (tijdelijke) uitzondering van onmisbare componenten van batterijen.
  • De uitstoot van stikstof blijft beperkt totdat een acceptabel niveau van emissies in de lucht en in het grondwater is bereikt.
  • Bouw van reservoirs voor drinkwater en water voor agrarische toepassingen om waterwinning en watertoevoer in evenwicht te houden.

De sociale ondergrens halen

  • Goede balans tussen beloning en persoonlijke voldoening van werk
  • Radicale vermindering van de inkomensongelijkheid.
  • Verplicht algemeen-vormend en beroepsonderwijs van 2 – 18 jaar in combinatie met stages bij bedrijven en instellingen.
  • B-gecertificeerde ondernemingen krijgen een belastingvoordeel Het betreft bedrijven voor wie maatschappelijke belangen zoals de kwaliteit van het voedsel – leidend zijn.
  • Lokale overheid, bedrijven en instellingen werken samen om alle volwassenen boeiende en uitdagende banen te bieden met salarissen die een fatsoenlijk en onafhankelijk leven mogelijk maken.
  • Alle salarissen worden onderhandeld door ondernemingsraden of in collectieve arbeidsovereenkomsten. Verschillen in salarisniveaus zijn gemotiveerd; genderspecifieke verschillen zijn verboden.
  • Prijzen van (geïmporteerde) producten die de gezondheid of het milieu (of beide) schaden volgens algemeen aanvaarde criteria, worden geoormerkt en aanzienlijk belast.
  • Gevangenisstraf is gericht op terugkeer in de samenleving. De duur van de gevangenisstraf hangt echter af van de tijd die nodig is om het risico op recidive te elimineren en burgers geen angst voor de misdaad behoeven te hebben.
  • De kosten voor een ziektekostenverzekering zijn afhankelijk van iemands levensstijl.
  • Burgers kunnen hoofdelijk stemmen in zaken die verband houden met hun directe leefomgeving.
  • Fatsoenlijke en betaalbare huisvesting in een aantrekkelijke, schone en veilige leefomgeving.
  • Mogelijkheden voor burgers om zelf actief betrokken te zijn bij de inrichting van de leefomgeving en sociale activiteiten in de buurt.

Een nieuwe mondiaal georiënteerde mindset

Bij verantwoorde welvaart hoor ook een nieuwe mindset, inclusief een nieuwe betekenis van het begrip welvaart zelf. Het achterwege blijven van broeikastgas-emissies vereist niet alleen overstappen op duurzame energie, maar ook een ander consumptiepatroon: Vlees wordt een delicatesse, dienovereenkomstig te consumeren. Een circulaire economie vereist tevens andere producten: Degelijk en duurder, zuinig en slijtvast, modulair geassembleerd met het oog op reparaties en een minder mode-afhankelijk ontwerp. Lonen onder modaal zullen aanzienlijk stijgen, lonen boven modaal zullen dalen, met name de hoogste 10%.

Als we rekening houden met de wereld als geheel, zijn de beleidsimplicaties veel dramatischer. Een aanzienlijk deel van de wereldbevolking leeft nog steeds ver beneden de sociale ondergrens. Vooral het arme deel van de bevolking groeit snel en concentreert zich in steden die worden gekenmerkt door zware vervuiling, files, vuile industrieën, slechte huisvesting, sanitaire voorzieningen en watervoorziening en toenemende onveiligheid en ongelijkheid.

In deze landen zijn groei van het BNP, van de productie van goederen en diensten, en ook van de binnenlandse markt nog gedurende ten minste één decennium noodzakelijk. Dit in combinatie met beleid om bevolkingsgroei te beperken, hernieuwbare hulpbronnen in te zetten ende infrastructuur te verbeteren. Daarbij gaat het in de eerste plaats om openbaar vervoer, watervoorziening, huisvesting en sanitaire voorzieningen. In ontwikkelende landen is de invoering van het donut-principe op korte termijn vrijwel onmogelijk.

Waar (stedelijke) overheden in ontwikkelde landen zich onmiddellijk kunnen richten op een overgang van traditionele groei naar duurzame welvaart, moet zij in ontwikkelingslanden een decennium van ‘traditionele’ economische groei en een overgang naar duurzame welvaart tegelijkertijd beheren.

Hoe word je een donutstad?

Hieronder schets ik een paar ideeën om een ​​donutstad te worden.


Amsterdam en de donuteconomie

De stad Amsterdam werkt samen met Kate Raworth om een ​​donutmodel voor de stad te ontwikkelen. Bovendien is ze recentelijk benoemd tot hoogleraar aan de Hogeschool van Amsterdam[17]. Het model werd gebruikt als een krachtig hulpmiddel voor een ​​strategie voor circulair Amsterdam te creëren.

Een participerend traject bracht meer dan 50 ambtenaren van de verschillende afdelingen in de stad en de regio samen met meer dan 100 belanghebbenden uit de sectoren bouw, levensmiddelen en consumptiegoederen.

In vier workshops vergeleken de deelnemers de gangbare doelen van de stad met het Donut-model en ze benoemden uitgangspunten voor een circulaire economie. Dit resulteerde in een set van zeventien bouwstenen – bekijk hier – uitgewerkt in het rapport Building blocks for the new strategy Amsterdam circular 2020-2025. Directions for a thriving city within the planetary boundaries[19]


Dit voorbeeld is de slechts een eerste stap. Het bepalen van de kritische waarden voor de sociale ondergrens en het ecologische plafond is een essentiële volgende stap. Het meten van werkelijke waarden en het inventariseren van middelen om de kloof tussen werkelijke en beoogde waarden te overbruggen is de laatste.

De macht van het stadsbestuur is beperkt en daarom moet de route naar een donut-model worden uitgezet door alle betrokken belanghebbenden samen: Burgers, bedrijven, instellingen en overheden.

Opstellen van een charter, dat de belangrijkste principes en de daaropvolgende acties benoemd, kan de eerste stap daartoe zijn[20].

De gangbare prikkels binnen het bedrijfsleven – maximalisatie van winst en van aandeelhouderswaarde en streven naar continue groei – zijn niet verenigbaar met het donut-principe. De overheid moet bedrijven daarom aanmoedigen om hun relatie met de samenleving te heroverwegen. Een groeiende groep ‘sociale ondernemingen’ heeft deze stap al gezet en stelt maatschappelijke doelen centraal en beschouwt financiële doelen als instrumenten om de continuïteit te waarborgen[21].


We Mean Business

We Mean Business is een wereldwijde coalitie van invloedrijke bedrijven die zich sterk maken tegen klimaatverandering. 87 grote bedrijven – met een gezamenlijke waarde van meer dan US $ 2300 miljard en een jaarlijkse emissies gelijk van 73 kolencentrales – zijn van plan hun activiteiten af ​​te stemmen op wat wetenschappers zeggen dat nodig is om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen[22]. Van de 87 bedrijven zijn de volgende al op weg om de 1,5°C doelstelling broeikasgasemissies te realiseren: AstraZeneca, BT, Burberry Limited, Deutsche Telekom AG, Dexus, Elopak, Hewlett Packard Enterprise, Intuit, Levi Strauss & Co., SAP, Schneider Electric, Signify, Sodexo, the Co-operative Group en Unilever en recentelijk ook Koninklijke DSM.


De impact van de overgang naar verantwoorde welvaart wordt geïllustreerd in een reeks artikelen in Fast Company Compass[23]. De agrarische sector, maar ook een industrietak als kleding en mode, bijvoorbeeld, moeten aanzienlijk veranderen om in lijn te komen met het donut-principe. Wat de laatste betreft, de lage prijzen voor kleding houden verband met lage lonen en gevaarlijke en vuile werkomstandigheden elders in de wereld en het verven van katoen een grote belasting van het milieu is. De film The True Cost, beschikbaar op Netflix, laat dit op indringende wijze zien. De officiële trailer kan hier worden bekeken:

Een nieuw rapport Managing the Impacts of Climate Change 2019, gepubliceerd door Zurich Insurance Group, concludeert dat het bedrijfsleven als geheel te weinig ambitie heeft op het gebied van klimaatverandering[24].

Hoe dan ook, stadsbestuur en NGO’s moeten blijven samenwerken en voortdurend coalities van burgers, kleine en grotere bedrijven, boeren, scholen en andere instellingen smeden om hun activiteiten te concentreren tussen de onder- en bovengrens van de donut.


Ecovillages

Deelnemers aan een ecovillage-ontwerpcursus in de Democratische Republiek Congo – Foto: Global Ecovillage Network

Het Global Ecovillage Network wil naar een wereld waarin burgers een centrale rol spelen op weg naar reductie van de uitstoot van broeikasgassen[25].

Het doel van Senegal is om 14.000 ecovillages te creëren die bewust zijn ontworpen door middel van lokale, participatieve processen om hun economische, sociale en culturele identiteit te versterken. Ze moeten een model worden voor regeringen die een effectieve aanpak voorstaan op het gebied van klimaatverandering, leegloop van het platteland en ontbossing[26]. Ecovillages zijn gebaseerd op vijf principes van duurzaamheid, die het donut-principe weerspiegelen. Bekijk deze hier.


Verantwoorde welvaart en de humane stad

Een van de lessen van dit essay is dat een humane stad worden niet afhankelijk is van de waarde (rood licht – groen licht) van allerlei afzonderlijke indicatoren, maar het resultaat is van hun samenhang.

Dit essay ging daarom dieper in op de interactie tussen kenmerken van het ecosysteem en van de samenleving, zoals de beschikbaarheid van voedsel, drinkwater, huisvesting en materieel welzijn. 

Het donut-principe benadrukt dat realiseren van verantwoorde welvaart een zekere keuzevrijheid kent, maar ook dat deze wordt beperkt door de aanwezigheid van een sociale ondergrens en een ecologische bovengrens. Dit houdt in dat de (neven) effecten van de productie en consumptie van goederen en diensten tussen deze lijnen moeten blijven. In de meeste delen van de wereld worden een van deze lijnen of beiden overschreden. 

Een ander inzicht uit dit essay is dat het werken tussen de lijnen contextueel is. Tijdelijke overschrijding van het ecologische plafond als gevolg van economische groei lijkt in ontwikkelingslanden onvermijdelijk om ernstige sociale tekortkomingen weg te nemen. 

Hieronder vat ik samen hoe het principe van een verantwoord-welvarende stad (kortweg de donutstad genoemd) bijdraagt aan de ontwikkeling van een humane stad.

De bijdrage van het streven naar verantwoorde welvaart aan de ontwikkeling van humane steden

1. Een humane stad komt voort uit een balans tussen duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en leefbaarheid. Deze uitgangspunten zijn veelzijdig en onderdelen ervan ​​staan met elkaar op gespannen voet. Daarom moeten de onder- en bovengrenzen worden vastgesteld waarbinnen er ruimte is voor keuzen. 

2. Verantwoorde welvaart in zijn meest gesimplificeerde vorm omvat het delen van een overeengekomen waarde voor ‘goede dingen’ (inkomen, zorg, onderwijs, etc.) door een waarde voor ‘slechte dingen’ (inkomensongelijkheid, onveiligheid, vervuiling, uitsterven van soorten, opwarming van de aarde enz.).

3. Volledige toepassing van het donut-principe vereist de vaststelling van een ecologische boven- en een sociale ondergrens op mondiaal, nationaal en regionaal niveau. Het (tijdelijk) accepteren van verschillen tussen deze limieten op nationaal en regionale niveau is nodig om beleidsmatig onderscheid te maken tussen ontwikkelingslanden, opkomende en ontwikkelde landen.

4. Het is een wijdverbreide misvatting om economische groei te zien als het doel van economisch handelen. In plaats daarvan is het doel van economisch handelen om naties, regio’s van steden op een verantwoorde manier te laten floreren.

5. Naarmate geld meer wordt beschouwd als een waarde op zich, verdringt het de intrinsieke waarde van werk. Een arbeidsloos inkomen is daarom een ​​slecht idee en moet worden vervangen door het creëren van voldoende mogelijkheden voor zinvol en goed-betaald werk voor iedereen.

6. De definitie van normen met betrekking tot het ecologische plafond (‘duurzaamheid’) is in de eerste plaats gebaseerd op lopend wetenschappelijk onderzoek. De definitie van minimumnormen met betrekking tot sociale rechtvaardigheid en de leefbaarheid zijn daarentegen wetenschappelijk onderbouwde menselijke keuzen.


[1] https://www-cdn.oxfam.org/s3fs-public/file_attachments/mb-extreme-carbon-inequality-021215-en.pdf

[2] https://medium.com/age-of-awareness/can-we-achieve-sustainability-while-ignoring-equality-4503b3954156

[3]  https://www.jfklibrary.org/learn/about-jfk/the-kennedy-family/robert-f-kennedy/robert-f-kennedy-speeches/remarks-at-the-university-of-kansas-march-18-1968

[4] https://www.fastcompany.com/2680059/if-you-count-happiness-costa-rica-is-the-richest-country-on-earth

[5] https://www.newshub.co.nz/home/election/2017/10/homelessness-proves-capitalism-is-a-blatant-failure-jacinda-ardern.htm

[6] https://www.citylab.com/equity/2019/04/economic-inequality-geographic-divide-map-census-income-data/586222/

[7] https://medium.com/@aimunm83/want-to-solve-climate-change-solve-the-economy-ce516e31d361

[8] https://medium.com/the-sensible-soapbox/british-columbias-carbon-tax-is-working-3ea81114be5a

[9] https://www.un.org/sustainabledevelopment/

[10] https://www.sdgnederland.nl/wp-content/uploads/2019/05/20190515-Monitor-Brede-Welvaart-en-SDGs-2019-2.pdf

[11] https://oxfamblogs.org/fp2p/will-these-sustainable-development-goals-get-us-into-the-doughnut-aka-a-safe-and-just-space-for-humanity-guest-post-from-kate-raworth/

[12] https://medium.com/@UNDP/five-plans-for-carbon-neutrality-f61391ce2228

[13] https://www.bloomberg.com/news/articles/2019-06-20/new-york-approves-green-new-deal-as-washington-turns-blind-eye

[14] https://climatecommunication.yale.edu/publications/the-green-new-deal-has-strong-bipartisan-support/

[15] http://smartcityhub.com/governance-economy/climate-neutral-cities/

[16] https://www.c40.org/other/the-global-green-new-deal

[17] https://www.hva.nl/content/nieuws/nieuwsberichten/2019/08/hva-benoemt-kate-raworth-tot-professor-of-practice.html

[18] https://www.dropbox.com/s/0tata5qve6d38c6/Zeventien%20bouwstenen.docx?dl=0

[19] https://www.circle-economy.com/wp-content/uploads/2019/06/Building-blocks-Amsterdam-Circular-2019.pdf

[20] https://www2.deloitte.com/global/en/pages/about-deloitte/articles/millennialsurvey.html

[21] https://onezero.medium.com/its-time-for-tech-companies-to-adopt-a-do-no-harm-approach-ebd6206cb47d

[22] https://www.wemeanbusinesscoalition.org/press-release/87-major-companies-lead-the-way-towards-a-1-5c-future-at-un-climate-action-summit/

[23] https://www.fastcompany.com/90366994/why-every-industry-in-the-u-s-needs-its-own-green-new-deal?utm_campaign=Compass&utm_medium=email&utm_source=Revue%20newsletter

[24] https://biggerpicture.ft.com/global-risks/article/human-side-climate-change-risk/?utm_source=dianomi&utm_medium=paid

[25] https://ecovillage.org

[26] https://ecovillage.org/sites/default/files/files/6_gen_future_strategy.pdf

[27] https://www.dropbox.com/s/t9py1mdr90fgdeh/Ecovillages.docx?dl=0

[28] https://wordpress.com/view/hmjvandenbosch.com

De goed-bestuurde stad

In deze post worden de mogelijkheden onderzocht die steden hebben om burgers intensiever bij het bestuur te betrekken.

Allegorie op goed bestuur – toeschrijving José Luiz Bernardes Ribeiro CC BY-SA 4.0

In 1339 voltooide Ambrogio Lorenzetti zijn beroemde reeks van zes schilderijen in het stadhuis van de Italiaanse stad Siena, getiteld “De allegorie van goed en slecht bestuur”, dat de kenmerken en de gevolgen van goed en slecht bestuur weergeeft. Het bovenstaande fragment verwijst naar de kenmerken van goed bestuur, die in essentie neerkomen op vooropstellen van de belangen van burgers, afstand doen van eigenbelang en integer zijn.

In haar boek Democrat deficit. Critical burgers revisited (2011) beschrijft politicoloog Pippa Norris de kloof tussen tevredenheid over democratische praktijken enerzijds en democratische idealen anderzijds. Deze idealen zijn geworteld in de oorspronkelijke betekenis van democratie; vertegenwoordigen van de wil van het volk. Deze komt overeen met de wens van veel burgers om meer invloed te hebben op beleidskwesties buiten de gekozen volksvertegenwoordigers om. Het concept democratie wordt tegenwoordig vaak beperkt tot politieke instituties zoals verkiezingen, politieke partijen, professionele politici en – soms gênante – debatten in de gemeenteraad of het parlement.

In de jaren negentig begonnen politieke wetenschappers het concept governance te gebruiken, waarbij ze verwijzen naar het hebben van een langetermijnvisie, handelen in het belang van stakeholders, betrokkenheid van belanghebbenden en onbaatzuchtigheid.

In dit essay zal ik bespreken hoe een coherente langetermijnvisie op de ontwikkeling van de stad kan worden toegesneden op de behoeften en wensen van de burgers, zoals deze zich manifesteren binnen en buiten de geïnstitutionaliseerde kanalen van de representatieve democratie. “Goed bestuur” omvat ook transparantie van de besluitvorming zelf, een goede werking van de democratische instituties en niet in de laatste plaats de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers. Ook daarover gaat dit essay.


De goed-bestuurde stad is de zesde van een reeks essays over hoe steden humaner kunnen worden. Dat betekent het vinden van een balans tussen duurzaamheid, rechtvaardigheid en leefbaarheid. Dit vereist het maken van keuzen. Zodra deze zijn gemaakt, is het gebruik van slimme technologieën vanzelfsprekend. De essays die al zijn gepubliceerd zijn:

  1. Steden in de toekomst: Vanzelfsprekend smart. Humaan als keuze
  2. De gezonde stad
  3. De veerkrachtige stad
  4. De klimaat-neutrale stad
  5. De veilige stad

In eerste instantie zal ik onderzoeken hoe het bovengenoemde “democratische tekort” kan worden aangepakt. In het tweede deel bespreek ik “smart” hulpmiddelen die de afgelopen jaren beschikbaar zijn gekomen om de betrokkenheid van burgers bij het stadsbestuur en de dienstverlening te verbeteren. In het derde deel zal ik dieper ingaan op de aanpak in Spanje en Estland, landen die in dit opzicht vooroplopen.

Visie op de stad en betrokkenheid van burgers

Visie verwijst naar het hebben van een duidelijk beeld van de beoogde ontwikkeling van de stad, de onderliggende waarden, de te bereiken doelen, de uitdagingen die moeten worden overwonnen in geval van tegenstrijdige belangen en waarden – bijvoorbeeld tussen welvaart en duurzaamheid – en concrete daden. Het is onmogelijk om een ​​visie te ontwikkelen zonder burgerbetrokkenheid die verder gaat dan de werking van formele democratische instituties. Deze schieten te kort, omdat ze uitgaan van de idee dat kiezers een politieke partij machtigen om in hun naam te opereren en daarmee afzien van verdere  betrokkenheid bij politieke besluitvorming.

De meeste stadsvisiedocumenten komen zelden voort uit een dialoog met een aanzienlijk aantal burgers

Opgemerkt kan worden dat er aanvullende vormen van deelname aan het politieke proces zijn, zoals inspraak. Het aantal personen dat daarvan gebruik maakt is achter beperkt omdat vaak de luidste stemmen het best gehoord worden. In plaats van een constructief overleg, zijn inspraakbijeenkomsten vaak een uitlaatklep voor de kwaadheid van de burger[1]. Governance zou echter moeten voorkomen dat burgers boos worden.

Het concept van governance daagt bestuurders uit om een ​​permanente dialoog met burgers tot stand te brengen en te bewijzen dat hun belangen bij hen in goede handen zijn en tegelijkertijd de rechten van de formele democratische instituties in ere te houden. Geen makkelijke opgave.

Hoe een open verbinding met de burgers uitziet, staat al lang ter discussie en deze discussie heeft verschillende potentieel bruikbare ideeën opgeleverd[2]. Deze ideeën concentreren zich rond drie principes – directe democratie, decentralisatie en autonomie – die kort zullen worden besproken.

Directe democratie

Directe democratie dateert uit de oude Griekse beschaving, althans voor mannen, en wordt nog steeds in praktijk gebracht in Zwitserse gemeenten en in referenda. Vanuit het perspectief van governance schieten deze oplossingen echter tekort omdat ze weinig mogelijkheden tot discussie tussen alle betrokkenen bieden. Bovendien kunnen mensen zich overweldigd voelen door het aantal en de verscheidenheid aan problemen die om hun aandacht vragen. Om deze reden probeerden verschillende schrijvers de transparantie van indirecte democratie te verbeteren door een meer directe verbinding tussen kiezers en vertegenwoordigers tot stand te brengen.

Burgers assemblee – Foto: Adrian Sulc CC BY-SA 3.0

Het districtssysteem kan een optie zijn, maar ook daar valt niet om politieke partijen heen te komen. In zijn boek Tegen verkiezingen (2013) stelt de Vlaamse politicoloog David van Reybrouck voor vertegenwoordigers aan te stellen op basis van gewogen loting, zoals jury’s in Angelsaksische rechtbanken. Zijn ideeën zijn overgenomen in sommige gemeenten in België en Nederland middels de instelling van burgerfora. In 2019 heeft de Duitstalige gemeenschap in België een permanente raad van burgers geïnstalleerd door middel van loting die het parlement adviseert – maar niet vervangt.

Zogenaamde liquid democracy is een andere optie[3]. Hier kunnen burgers, net als directe democratie, over alle onderwerpen stemmen. Ze kunnen ze hun stem echter ook overdragen aan iemand anders, die volgens hen meer betrokken is. Op zijn of haar beurt kan deze persoon de ontvangen mandaten eveneens overdragen. Met veilige IT is dit eenvoudig te organiseren. De onderstaande korte video legt uit hoe ‘vloeibare democratie’ werkt.

Elders stelde ik een andere oplossing voor[4].

Betrokkenheid zal gedijen als burgers een programma kunnen kiezen, in plaats van een politieke partij.

In dit scenario kan elke groep of persoon een programma voorstellen, gegeven een bepaald aantal sympathisanten. Tijdens de eerste stemronde zal een aanzienlijk aantal programma’s beschikbaar zijn en geen enkel programma zal de meerderheid bereiken. In een tweede of zelfs derde ronde kunnen de initiatiefnemers van oorspronkelijke programma’s samenwerken en programma’s voorstellen die mogelijk wel een meerderheid krijgen. Ook in dit geval is een betrouwbare ICT-infrastructuur noodzakelijk.

Een laatste oplossing is deliberative polling: Een representatieve steekproef van burgers neemt deel aan reeks bijeenkomsten waarin achtereenvolgens aan de orde komen het genereren van meningen, beraadslagingen in kleine groepen, zoeken naar alle informatie, innemen van standpunten en uiteindelijk formuleren van gewenste acties[5]. De voorstellen worden voorgelegd aan de gemeenteraad die deze voorstellen in de regel zal accepteren.

Decentralisatie

Het subsidiariteitsbeginsel wordt algemeen aanvaard, maar verdient veel vaker te worden toegepast. Dit principe houdt in dat sociale en politieke kwesties op het meest directe (of lokale) niveau worden aangepakt. Dit voorkomt dat burgers worden betrokken bij het nemen van beslissingen die geen invloed op hen hebben. Bewoners van een grote verkeersader zullen het lawaai, de vervuiling en de gevaren van het verkeer intensiever ervaren dan bewoners van een rustige zijstraat. Het is oneerlijk om vertegenwoordigers van beide straten op dezelfde manier te bevragen over de wenselijkheid van eenrichtingsverkeer, het verbreden van trottoirs of het planten van bomen.

De oplossing is om de besluitvorming te decentraliseren.

Decentralisatie betekent niet dat alle beslissingen van een centraal bestuursorgaan worden overgedragen aan vele kleinere. Integendeel, veel stedelijke problemen moeten op grootstedelijk niveau worden gedefinieerd en opgelost. Door lokale kwesties aan buurtraden te delegeren, kan het centrale bestuursorgaan zich meer op deze kwesties concentreren.

Lokaal zelfbestuur in India

Autonomie

Het bestuur moet zich realiseren dat een stad een gecompliceerd geheel is van onafhankelijke burgers, organisaties, bedrijven, verenigingen en informele groepen. Het zijn hun acties en interacties die verantwoordelijk zijn voor de dynamiek van de stad, haar welvaart en soms ook haar problemen. Gedurende de laatste decennia hebben besturen op alle niveaus ertoe geneigd hun invloed te vergroten, deels door een toenemend aantal regels. Het lijkt erop zij de ambitie hebben om de stad als een bedrijf te zien en controle te hebben over de meeste, zo niet alle, processen. Veel bedrijven hebben daarentegen ontdekt dat ze beter gedijen als werknemers zelf meer beslissingen kunnen nemen. Steden moeten daarom afstand nemen van praktijken die aan het einde van de 20e eeuw werden geïntroduceerd onder de vlag van New Public Management. In plaats daarvan doen ze er goed aan meer autonomie te creëren voor burgers en andere stakeholders.

Het uitgangspunt moet zijn dat burgers vaak goede dingen te doen, in plaats van dat de gemeente voorschrijft wat goede dingen zijn.

Slimme technologieën ter ondersteuning van goed bestuur

Elders heb ik benadrukt dat het omarmen van een langetermijnvisie belangrijker is voor elke stad die “smart” wil worden dan zich in de eerste plaats te concentreren op technologie[6]. Waar een stadsbestuur enkele decennia geleden niet alles onder controle kon hebben omdat er simpelweg geen middelen voor waren, kan technologie tegenwoordig het verschil maken. Sommige burgemeesters hopen dat slimme stadstechnologie hen meer mogelijkheden tot controle en invloed zal geven en daarmee eindelijk de beloften van New Public Management zal waarmaken.

Goed gekozen technologieën het ook mogelijk om de stem van burgers beter te horen en, als gevolg daarvan, het bestuur te versterken.

Deze weg moeten we op als we steden humaner willen maken. Hieronder zal ik het tweede alternatief verder verkennen.

Er zijn recent digitale toepassingen beschikbaar die “goed bestuur” ondersteunen. Ze worden hieronder besproken, aangevuld met voorbeelden, onder andere geselecteerd uit de Smart City Solution Database, een uitgebreide verzameling smart city-applicaties, tools en beleid[7].

In de daaropvolgende paragraaf zal ik me concentreren op twee landen, Spanje en Estland, ​​die vooroplopen bij de ontwikkeling van een ‘digitale overheid’, rekening houdend met de behoeften van burgers en hun betrokkenheid bij stedelijke aangelegenheden.


Foresight Lublin 2050

Foresight ondersteunt discussie tussen bestuurders, volksvertegenwoordigers, wetenschappers en burgers. De methode beoogt een visie op middellange of lange termijn te ontwikkelen en prioriteiten te kiezen op basis van beschikbare informatie[8].

In Lublin (Polen) namen 1500 mensen deel aan 60 workshops en bespraken daar een breed scala aan onderwerpen, wat resulteerde in een visiedocument[9]. Gezien de oriëntatie op de toekomst waren vooral jongeren en vertegenwoordigers van veel sociale groepen betrokken.


Besluitvorming

Digitale hulpmiddelen kunnen de betrokkenheid van het publiek vergroten. Om dit te doen, moet er een gedachtenwisseling (‘deliberatie’) kunnen plaatsvinden: Burgers moeten in staat worden gesteld om op elkaars meningen te reageren en er moet relevante informatie zijn.


EngageCitizens – Citizenry Social Network

EngageCitizens draagt ​​bij aan de ontwikkeling van een virtueel ecosysteem voor burgers om ideeën bij te dragen en deel te nemen aan hun uitwerking. Burgers kunnen ook praktische problemen melden, deelnemen aan discussiegroepen en antwoorden op vragen vinden[10]. Het platform werd geïntroduceerd in Braga (Portugal) en later uitgerold in 30 andere steden binnen en buiten dit land[11].


Enquêtes leveren nuttige informatie op, maar betrokkenheid van burgers gaat veel verder. Een eenvoudigste manier om burgers te organiseren is een “forum”, zoals indertijd de G1000 in België. Er is meestal een website voor nieuws en achtergrondinformatie en die mogelijkheden biedt voor deelname aan discussiegroepen. Trouwens, leden van een discussiegroep kunnen ook fysiek samenkomen om hun online contact te verdiepen. Elke stad kan zo’n forum installeren, maar gezien de complexiteit en het grote aantal onderwerpen verdient het de voorkeur om forums op thema’s te richten. Het beste is als forums toewerken naar een climax, bijvoorbeeld besluitvorming over het desbetreffende thema. De representativiteit wordt versterkt met gewogen loting bij hun samenstelling.


Insights Management Tool voor burgerparticipatie

insights Management Tool[12] is een digitaal platform voor steden maar ook voor bedrijven en instellingen. Het ondersteunt online- en offlinekanalen waarmee iedereen kan worden benaderd. Burgers kunnen reageren op specifieke vragen die op het platform worden gesteld. Hun antwoorden worden samengevat in ‘insights’ via crowd-analyse. Deze inzichten vormen een basis voor besluitvorming. Burgers worden gedurende het hele proces op de hoogte gehouden.

De tool is al met succes geïmplementeerd in meer dan 600 projecten over de hele wereld en meer dan 600.000 mensen namen deel. 82% van de beslissingen werd beïnvloed onder invloed van Insights[13]. Bekijk hier een voorbeeld van burgerparticipatie bij de ontwikkeling van dienstregelingen voor het openbaar vervoer[14].


Er zijn veel digitale tools beschikbaar om forums te ondersteunen. Sommige bevatten een hele reeks media; andere bieden handige hulpmiddelen, zoals het gebruik van kaarten als basis voor discussie.

Het niveau waarop deze tools kunnen worden toegepast, kan variëren van het grootstedelijk gebied als geheel tot een buurt. Hoe meer mensen betrokken zijn bij de besluitvorming over (de toekomst) van hun eigen leefomgeving, hoe beter.


Acive Citizens

De ambitie van de lokale autoriteiten van Moskou is om alle 12 miljoen inwoners te betrekken bij het bestuur. Met het Active Citizen-platform[15] kunnen bewoners deelnemen aan online referenda over kwesties in verband met stadsontwikkeling. Het platform is beschikbaar via webinterface en mobiele app. De belangrijkste factor voor het succes van het platform is het feit dat het stadsbestuur alle voorstellen uitvoert, waarmee een meerderheid van de burgers instemt.

Blockchain heeft het digitale stemproces in Moskou veranderd. Deelnemers kunnen stemmingen rechtstreeks volgen en de authenticiteit van de resultaten verifiëren. Elke stem wordt vermeld in een grootboek (‘ledger’) met alle uitgebrachte stemmen. Er kunnen ongeveer 1000 stemmen per minuut worden uitbrengen.

De meeste stemmingen zijn gericht op specifieke groepen. Bijvoorbeeld plaatselijke groepen die geïnteresseerd zijn in specifieke kwesties, zoals de aanleg en het onderhoud van parken, sportterreinen en speeltuinen in hun buurten, of de planning van nieuwe routes en de keuze van nieuwe treinstellen voor het openbaar vervoer.

Tot nu toe hebben 2,3 miljoen burgers deelgenomen aan 4.111 stemmingen[16].


Budgettering

Participatieve budgettering is een speciale groep digitale applicaties op het gebied van besluitvorming. Een groeiende groep gemeenten stelt burgers in staat om een ​​deel van het budget te verdelen, door prioriteit toe te kennen binnen een aantal geselecteerde projecten of door te stemmen over de hoeveelheid geld die beschikbaar is voor bepaalde projecten. Ook hier is aandacht vereist voor de representativiteit van de deelnemers, om de mobilisatie van aanhangers van een specifiek project te voorkomen. Ook moeten deelnemers worden geïnformeerd over eventuele gevolgen van budgetverschuivingen voor bepaalde sectoren.


Civic Budgetting (Lublin)

In eerste instantie voerde de stad Lublin (Polen) een experiment uit met deelname van burgers aan de vaststelling van de begroting in het district Rura. Hierbij werd veel waarde gehecht aan deelname aan fysieke bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de gemeente. Hierin werden de afzonderlijke projecten toegelicht. In Lublin zijn in vier achtereenvolgende jaren  638 kleine projecten en 246 grote projecten aan burgers voorgelegd. Uiteindelijk is er door de burgers voor een bedrag van ongeveer € 12,5 miljoen toegewezen[17].


Participatieve budgettering wordt het meest toegepast om projecten op buurtniveau te prioriteren. In dit geval kunnen projecten ook afkomstig zijn van (groepen) burgers. Ook hier is de beschikbaarheid van informatie over de achtergronden van de verschillende projecten cruciaal. Deze informatie hoeft niet uitsluitend digitaal te worden verstrekt. Integendeel, een kleine tentoonstelling in het buurthuis kan burgers mobiliseren om deel te nemen en is een extra plek voor informele discussies. Scholen kunnen speciale stemmingen organiseren voor hun leerlingen.

Gemeentelijke diensten

Steden bieden een breed scala aan diensten, variërend van de levering van identiteitspapieren, aangiften van geboorten, tot aanbieden van openbaar vervoer, energie en huisvesting. Bovendien zijn ze verantwoordelijk voor de naleving en uitvoering van veel wetten, variërend van parkeerboetes tot bouwvergunningen. Hoe ze dit doen, kan een bron van frustratie maar ook van tevredenheid zijn voor de burgers.


CitizenApp

Het CityzenApp SaaS-platform[18] is een nieuwe opzet van de wijze waarop een gemeente haar dienstverlening levert aan haar burgers organiseert. Het doel is dat burgers diensten online regelen en hun mening geven over de kwaliteit daarvan zodat de gemeente de dienstverlening kan verbeteren. Burgers kunnen gebruik maken van hun mobiele telefoon maar ook van andere kanalen (web, e-mail, sms) [19]. De app is voor het eerst toegepast in Griekenland.


De meeste burgers waarderen dat ze op digitale wijze diensten kunnen regelen en – in geval van vragen – direct antwoord krijgen. Bij gecompliceerde digitale aanvragen, bijvoorbeeld een bouwvergunning zijn veel bijlagen vereist. Het is daarom prettig als er digitale hulpmiddelen voor handen zijn om bijlagen als tekeningen en berekeningen in te dienen.


Trimble Feedback

Trimble Feedback[20] is een webapplicatie met een geïntegreerde kaartfunctionaliteit, die het mogelijk maakt dat een gemeente, haar burgers en belangengroepen efficiënt communiceren. Alle berichten worden vastgelegd en gesorteerd, ongeacht of deze binnenkomen via de telefoon, e-mail of formulieren. Burgers kunnen meldingen maken van bijvoorbeeld kapotte straatlantaarns of gaten in het wegdek.

Eenmaal verzonden, worden meldingen doorgestuurd naar de persoon die het probleem zal aanpakken[21]. Tot nu toe wordt het systeem gebruikt in een aantal gemeenten in Finland, Duitsland en België.


De kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening hangt mede af van informatie vanuit de bewoners. Deze varieert van vrij eenvoudige onderwerpen als graffiti op plaatsen waar dat niet de bedoeling is, stoepen die moeten worden gerepareerd tot klachten over verbindingen in het openbaar vervoer. Via een speciale website kunnen burgers een melding maken en foto’s of andere bijlagen uploaden.

Een snelle reactie respons vanuit de gemeente is belangrijk, bijvoorbeeld een indicatie van de tijd die nodig is om de gemelde schade te herstellen of een vragenlijst die medeburgers naar hun mening vraagt, bijvoorbeeld over een nieuwe route van een buslijn.

Conflictoplossing

Conflicten ondermijnen de sociale cohesie en een rechtszaak kan één partij tevreden stellen, maar leidt meestal niet tot verbeterde relaties. Om deze reden stellen rechtbanken mediatie voor als alternatief, wat kan leiden tot aanvaardbare oplossingen voor beide partijen. Ook op dit gebied zijn digitale hulpmiddelen beschikbaar die de drempel verlagen om een ​​derde uit te nodigen om een ​​conflict te helpen oplossen. Tot nu toe is e-justitie beperkt tot relatief kleine gevallen, maar de resultaten zijn veelbelovend. Het is nuttig omdat het een nieuwe aanpak biedt, die leidt tot acceptabele uitkomsten voor beide partijen.


Matterhorn Online geschillenbeslechting

Om naar de rechter te stappen om bijvoorbeeld een bekeuring aan te vechten, vereist dat de betrokkenen vrij nemen om naar het gerechtsgebouw te gaan. Matterhorn online geschillenbeslechting[22] stelt burgers, wetshandhavingsinstanties en de rechtbank in staat om overal en met elk apparaat te communiceren om kleine overtredingen op te lossen. Het systeem wordt gebruikt door meer dan 70 rechtbanken in 10 Amerikaanse staten. Matterhorn maakt het mogelijk om een ​​breed scala van zaken aan te pakken, waaronder conflicten tussen buren, verkeersboetes, en onenigheid over betalingen.

In de onderstaande video wordt uitgelegd hoe het systeem werkt[23].


Open data

Governance is nauw verbonden met transparantie. Dit geldt voor politici zelf, maar ook voor de beschikbaarheid van alle relevante gegevens. Deze kunnen variëren van notulen van vergaderingen, onderzoeksrapporten tot statistieken. 


Geospock’s ruimtelijke big data-platform

Geospock’s Spatial Big Data Platform is software, geoptimaliseerd voor cloudarchitectuur, die zorgt voor de snelle registratie, indexering en analyse van grote geografische en historische datasets, met aanvullende analyse- en visualisatietools. Hiermee kunnen gegevens in een kaart worden beheerd, gevisualiseerd en onderzocht[24].


Onderzoek

Gemeentebesturen hebben lang niet op alle vragen een antwoord en in dit geval is onderzoek passend. Vaak kunnen burgers bij dit onderzoek worden betrokken, bijvoorbeeld door een ​​stuurgroep in te stellen die de vragen en de interpretatie van de antwoorden bespreekt.


Citybeats

Citybeats[25] helpt gemeenten en andere organisaties om meningen en stemmingen binnen het publiek te begrijpen en eventueel daarop te reageren.

Het is een AI-analyseplatform, met als doel het identificeren van trends. Het ontdekt, categoriseert en synthetiseert daartoe grote hoeveelheden gegevens en biedt kwalitatieve informatie die deze gegevens duidt[26].

Hier kun je de mobiliteitscase van Barcelona downloaden[27], waarin de belangrijkste problemen van deze stad op het gebied van mobiliteit naar voren komen, alsmede hoe gevoelig deze liggen bij de bevolking,  zoals verhoging van de treinprijzen en debat over toelaten van Uber.

Twee voorlopers: Spanje en Estland

Spanje

Barcelona is een van de oudste voorbeelden van een stad die technologie gebruikt als onderdeel van haar bestuur. Sensornetwerken produceren een aanhoudende stroom gegevens over verkeer, energieverbruik, geluidsniveaus, irrigatie en vele andere onderwerpen zonder dat deze veel impact hebben gehad op het leven van burgers of de onderliggende problemen hebben opgelost.

Francesca Bria, chief technology officer van Barcelona, ​​heeft samen met de voormalige burgemeester Ada Colau vanaf 2015 het smart city-paradigma omgekeerd: In plaats van technologie ongericht te gebruiken en alle mogelijke gegevens te verzamelen, zijn we begonnen met de technische agenda af te stemmen op de agenda van de stad, zei ze[28] .

Een van de eerste uitdagingen was het gebruik van technologie om de impact van de gewone burger op het beleid te vergroten. Een groep geëngageerde codeerders en cryptografen creëerde een gloednieuw participatief platform, Decidim (wat betekent ‘We beslissen’ in het Catalaans) [29].

Onderstaande video geeft wat aanvullende informatie over Decidem

De stad Madrid heeft ook een participatief stadsnetwerk gecreëerd, niet toevallig genaamd Decide Madrid (‘Madrid beslist’) [30] dat in veel opzichten vergelijkbaar is met Decidem.

Beide platforms hebben vergelijkbare faciliteiten:

Actieve deelname aan beleidsvorming

Decidem stelt het publiek in staat deel te nemen aan beleidsvorming door ideeën voor te stellen, hierover te debatteren en uiteindelijk deel te nemen aan de stemming. Tot dusverre hebben 40.000 burgers van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De meest voorkomende zorgen van burgers zijn betaalbare woningen, schone energie, luchtkwaliteit en de openbare ruimte.

Het gemeentelijk actieplan omvat bijna 7.000 voorstellen van burgers. Decidem stelt burgers in staat de voortgang van alle plannen te volgen om zo de betrokkenheid van de burger te vergroten.

Decide Madrid heeft vrijwel dezelfde opties. Hieronder is een korte video over Decide Madrid.

Debatteren

Decide Madrid en Decidem benadrukken de waarde van beschikken over informatie als het startpunt voor overleg. Burgers kunnen zelf discussies starten en deelnemen aan discussies die door anderen zijn gestart.

Zowel Decide Madrid als Decidem hebben een ruimte waar burgers voorstellen kunnen doen en daarvoor steun zoeken. Over voorstellen die voldoende draagvlak hebben, kan worden gestemd. De mening van de burgers geldt in het algemeen als een belangrijk advies aan de gemeenteraad.

Beleidsvoorbereiding

Decide Madrid stelt burgers in staat wetteksten te wijzigen. Het publiek mag aanbevelingen doen en alternatieven voorstellen. Dit kan ook leiden tot discussies en de suggesties worden gebruikt om de formuleringen te verbeteren.

Gegevensbeheer

Decidem en Decide Madrid zijn ook dataportals die gegevens tonen die in de stad zijn verzameld, deels over burgers zelf. Decidem heeft de intentie om, als gevolg van haar deelname aan het Europese project Decode, elke burgers te laten beslissen over het gebruik van zijn of haar gegevens voor specifieke doeleinden[31].

Hybride oplossingen

Omdat niet elke burger een computer heeft of de bovengenoemde platforms kan gebruiken, combineren beide steden virtuele discussies en discussies in een fysieke ruimte.


Consul

Madrid heeft haar participatieve elektronische omgving ontwikkeld samen met CONSUL, een in Madrid gevestigd bedrijf[32]. CONSUL stelt steden in staat om snel en veilig burgerparticipatie op internet te ontwikkelen. Het pakket is zeer uitgebreid. De software en het gebruik ervan is gratis. CONSUL kan door elke organisatie worden aangepast om aan de eigen behoeften te voldoen. Als gevolg hiervan is Consul in gebruik in 130 steden en organisaties in 33 landen en bereikt wereldwijd zo’n 90 miljoen burgers.

Het is niet alleen de traditionele rivaliteit tussen Barcelona en Madrid die onafhankelijk van elkaar tot de ontwikkeling van twee vergelijkbare systemen heeft geleid. Het is ook het feit dat het Spaanse volk tot voor kort moest vechten voor democratie, gezien het lange voortbestaan ​​van een dictatoriaal regime in dit land.

Democratische instellingen die in veel andere landen al lang bestonden moesten opnieuw worden uitgevonden maar dan met 20e-eeuwse kenmerken.

Estland

e-Estland is op dit moment het meest ambitieuze project op het gebied van digitale overheid ter wereld. Iedereen die betrokken is bij de overheid heeft ermee te maken en het project heeft het dagelijkse leven van de burgers veranderd. Een levendige beschrijving van de impact van het project is hier te lezen[33]. Bijna alle openbare diensten zijn erbij betrokken: Wetgeving, verkiezingen, onderwijs, justitie, gezondheidszorg, bankieren, belastingen en politie. De diensten zijn digitaal aan elkaar gekoppeld via één platform. Alleen nog voor huwelijken, echtscheidingen en onroerendgoedtransacties is een bezoek aan het gemeentehuis verplicht.

De ICT-infrastructuur van het land is ontwikkeld door de overheid, samen met een paar Estse bedrijven. Tot nu toe is de staat de drijvende kracht achter dit project en deze heeft de beste specialisten van het land aangetrokken. Hieronder beschrijf ik een aantal functionaliteiten van het systeem, en waar mogelijk verwijs ik naar stedelijke toepassingen.

Infrastructuur

Estland heeft een ICT-infrastructuur ontwikkeld – de Government Cloud – waarvan alle overheidsinstanties en de meeste bedrijven gebruik maken. Hierdoor is bijna perfecte interoperabiliteit mogelijk, in overeenstemming met het hoogste niveau van de IT Security Standards (ISKE).

Om te worden beschermd tegen externe cyberaanvallen, zoals in 2007, is er een volledige back-up. Dit bevindt zich in een datacenter in Luxemburg, dat de status heeft van ambassade. Het staat onder Estlands staatsbestuur en kan de meest kritieke diensten naadloos overnemen.

Gegevensbescherming

Gegevens worden niet centraal bewaard. In plaats daarvan verbindt het gegevensplatform van de overheid, X-Road, afzonderlijke servers via end-to-end gecodeerde paden. In het Estse systeem bezit elke persoon alle informatie die over hem of haar is vastgelegd en wordt elk gebruik dat daarvan wordt gemaakt vastgelegd. Onrechtmatig gebruik is verboden[34].

In de onderstaande video worden de principes achter X-road kort uitgelegd

De ruggengraat van de digitale beveiliging van Estland is een blockchain-technologie genaamd KSI, ontworpen in Estland en nu al wereldwijd gebruikt. Deze garandeert volledige privacy en sluit uit dat iemand de gegevens kan manipuleren. KSI blockchain-technologie documenteert alle acties in het systeem en beschermt informatie zonder toegang tot de informatie zelf.

De technologie is ontwikkeld samen met Guardtime, een bedrijf dat in 2007 in Estland opgericht is en het Estse systeem wereldwijd exporteert en daarvoor kantoren heeft over de hele wereld. Het hoofdkantoor is onlangs van Tallinn naar Lausanne verhuisd.


De Nederlandse overheid gebruikt de KSI Blockchain van Guardtime voor integriteitsborging

De Nederlandse justitiële informatiedienst heeft Guardtime’s KSI Blockchain-technologie gekozen voor integriteitsborging van nieuwe e-services. De blockchain-integratie zorgt voor transparantie, controleerbaarheid en beveiliging van de informatie die wordt verwerkt in overheidssystemen.


Verkiezingen

Waar in de meeste technologisch geavanceerde landen mensen nog met pen en papier stemmen of primitieve stemmachines gebruiken, past Estland vanaf 2007 e-voting toe voor parlementsverkiezingen en verkiezingen op gemeentelijk niveau.

Met e-voting kunnen kiezers hun stem uitbrengen vanaf elke computer met internetverbinding overal ter wereld: In een daarvoor aangewezen periode logt de kiezer in op het systeem met een ID-kaart of mobiele ID en brengt een stem uit. Om anonimiteit te waarborgen wordt de identiteit van de kiezer van het stembiljet verwijderd voordatdit de Nationale Kiescommissie die de stemmen telt, bereikt. Elk systeem van stemmen op afstand, inclusief traditionele poststemmingen, riskeert het kopen of afdwingen van iemands stem.

De oplossing van Estland is de mogelijkheid om zijn of haar stem later te wijzigen waarbij alleen de laatste stem telt.

Stroomlijnen van besluitvorming

Overheidsinstanties op alle niveaus gebruiken een papierloos informatiesysteem – e-cabinet – dat de besluitvorming heeft gestroomlijnd en de tijd besteed aan vergaderingen met 80% heeft verminderd. Ruim voor het begin van een vergadering bekijken de deelnemers de agendapunten en bepalen ze hun mening. Als ze bezwaren hebben of over het onderwerp willen spreken, klikken ze op een vakje. De meningen van alle deelnemers zijn dus vooraf bekend.

Als er geen bezwaren zijn, worden beslissingen genomen zonder debat.

De onderstaande video illustreert hoe e-cabinet werkt:

Digitaal residentieprogramma

Zoals vele andere Europese staten krimpt de bevolking van Estland. Het vergroten van het aantal baby’s is ingewikkeld, daarom werd in 2014 een digitaal residentieprogramma gelanceerd, in stijl met het Estse digitale overheid-project.

Elke buitenlander kan inwoners van Estland worden zonder ooit het land te bezoeken en kan dan gebruik maken van Estlandse diensten, zoals banken.

Estland heeft liberale voorschriften voor technologisch onderzoek en de laagste belastingtarieven voor bedrijven in de Europese Unie.

Ongeveer 28.000 mensen hebben e-burgerschap aangevraagd, waaronder ondernemers uit het Verenigd Koninkrijk die in de E.U. gevestigd willen blijven.

De voorbeelden uit Spanje en uit Estland zijn heel verschillend maar vullen elkaar goed aan. De digitale systemen in Barcelona en Madrid zijn geworteld in de wens om de werking van de democratie te verbeteren door burgers in staat te stellen hun stem te laten horen. Het voornaamste motief achter e-Estland is – volgens de regering – het leven van burgers te vergemakkelijken en om de overheid efficiënter te laten werken. Dit laatste doel is zeker bereikt. Het totale bedrag aan besparingen komt overeen met 2% van het BNP. Estland heeft samengewerkt met veel IT-bedrijven, waaronder enkele grote internationale bedrijven, maar vooral met lokale bedrijven.

In tegenstelling tot veel andere landen heeft de regering de controle behouden en was ze niet gedwongen de controle terug te vorderen, zoals gebeurd is in Barcelona.

Goed bestuur en de humane stad

Terug naar Ambrogio Lorenzetti’s allegorie van goed en slecht bestuur in het stadhuis van Siena. Goed bestuur verwijst naar twee onderliggende en overlappende concepten:

  • De formele organisatie van besluitvorming en de dienstverlening aan het publiek
  • De afstemming van beleid op wat er leeft aan wensen en behoeften bij burgers en andere belanghebbenden. Voor dit laatste wordt vaak de term governance gebruikt.

Technologie kan in beide gevallen een rol spelen. Hierbij worden vaak begrippen gehanteerd als e-government (digitale overheid) en e-governance[35]. Beide dragen bij aan de ontwikkeling van een humane stad als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Ik ga daarop kort in.

e-Government

Voor veel burgers is “de gemeente” de plaats waar veel besluiten worden genomen die burgers rechtstreeks raken en een bron van onmisbare diensten zoals het verkrijgen van een nieuwe identiteitskaart of een bouwvergunning. Jarenlang hebben burgers geklaagd over de ‘bureaucratie’ waarmee zowel besluitvorming als dienstverlening gepaard ging. Het laatste decennium is veel gedaan om de transparantie van de besluitvorming en de ‘publieksvriendelijkheid’ van de dienstverlening te verbeteren. Een gang naar het stadhuis en een gesprek met een ambtenaar zijn vaak nog steeds onmisbaar. Sommige burgers waarderen overigens de mogelijkheid van persoonlijk contact. Steeds meer bewoners geven toch de voorkeur aan een digitaal proces, ervan uitgaande dat het efficiënt, gemakkelijk en veilig is.

De ontwikkeling van e-government wordt beperkt door veiligheidsrisico’s. Estland is in dit opzicht een gidsland, onder andere door blockchain-technologie in een vroeg stadium te implementeren en door wetten aan te nemen met betrekking tot gegevensbezit en interoperabiliteit. Ook andere landen, zoals Rusland, zijn onlangs begonnen met de introductie van digitaal stemmen op basis van blockchain-technologie.

Digitaal stemmen voor de Doema van Moskou – foto Alexandr Kuznetsov via Amsterdam Smart City

e-Governance

De diensten van steden gaan verder dan het beschikbaar stellen van een identiteitskaart en een bouwvergunning. Het stedelijk bestuur heeft een grote invloed op het verkeer, betaalbare woningen, bescherming van de veiligheid en bescherming van de kwaliteit van leven. Daarom willen veel burgers hun stem laten horen en de besluitvorming niet uitsluitend overlaten aan vertegenwoordigende organen.  

Burgers willen dat burgemeester, wethouders en ambtenaren aanspreekbaar, communicatief en invoelend zijn en erop kunnen vertrouwen dat hun belangen bij hen in goede handen zijn.

e-Governance weerspiegelt de wederzijdse communicatie tussen gemeentelijke autoriteiten en burgers door het gebruik van digitale hulpmiddelen.

Tot slot vat ik samen hoe ‘goed bestuur’ bijdraagt aan het streven naar een humane stad.


Acties om principes van goed bestuur en het streven naar een humane stad op elkaar af te stemmen

  1. De stad heeft een breed gedeelde visie op haar ontwikkeling, gebaseerd op principes als een fatsoenlijk inkomen, betaalbare woningen, een plezierige en gezonde leefomgeving voor al haar burgers, gelijke behandeling, respectvolle en democratische relaties en een duurzame relatie met de natuur.
  2. Burgers kunnen rechtstreeks bijdragen aan de vertaling van de visie op de stad in beleidsmaatregelen, zonder de intermediaire rol van politieke partijen. Om dit doel te bereiken, worden digitale middelen ingezet om het aantal betrokken burgers te vergroten.
  3. Voor alle burgers is er een luisterend oor naar hun zorgen, klachten en voorstellen en ze kunnen erop vertrouwen dat deze serieus worden genomen.
  4. Deelname van burgers aan stedelijk beleid biedt de mogelijkheid om over beleidsvoorstellen te discussiëren, wijzigingen voor te stellen, zorgvuldig afgestemd op de bevoegdheden van de gekozen medezeggenschapsorganen.
  5. Of het stadsbestuur een verzoek of een voorstel aanvaardt of afwijst, burgers hebben het recht om tijdig, oprecht en volledig te worden geïnformeerd.
  6. De grootstedelijke overheid richt zich op belangrijke beleidsaangelegenheden met betrekking tot de stad als geheel en op de lange termijn. Bij alle andere onderwerpen is de besluitvorming gedecentraliseerd tot het niveau waarop burgers rechtstreeks betrokken zijn.
  7. Het stadsbestuur schept de kaders voor burgers, bedrijven, instellingen en andere belanghebbenden om in vrijheid te handelen, gegeven de gangbare wetgeving. Bewuste acties van belanghebbenden om actief mee te werken aan de realisering van de visie  op de stad wordt gestimuleerd en beloond.
  8. Het stadsbestuur ondersteunt en beschermt de diversiteit van burgers en instellingen op voorwaarde dat deze geen bedreiging vormt voor de gelijkwaardige omgang ​van alle betrokkenen.
  9. Het stadsbestuur schept ruime mogelijkheden voor burgers en andere belanghebbenden om hun stem te laten horen. Eerstelijnswerkers kunnen een verbindende rol spelen en ook het gebruik van kunstmatige intelligentie om de inhoud van sociale media te analyseren kan nuttige informatie opleveren.
  10. Participatieve budgettering, met name op buurtniveau, zal bijdragen tot de betrokkenheid van de burger en ook de hechting van de burger aan zijn leefomgeving versterken.
  11. De overheid zal een samenhangend geheel van digitale overheidsdiensten ontwikkelen om de dienstverlening aan haar burgers en de efficiëntie ervan te verbeteren.
  12. Burgers die een beroep doen op bepaalde diensten of rechten, worden op een onpartijdige en empathische manier ondersteund, ongeacht of persoonlijke of digitale kanalen worden ingezet.
  13. Wat de lokale overheid ook ontwikkelt met betrekking tot e-government en e-governance, zij ziet toe op de realisering van de geformuleerde visie op de ontwikkeling van de stad. 


[1] https://www.minnpost.com/politics-policy/2017/06/town-hall-meetings-mostly-draw-angry-people-should-members-congress-hold-the/

[2] Vertrouwen in burgers. Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid (2012).

[3] http://www.enliveningedge.org/tools-practices/liquid-democracy-true-democracy-21st-century/

[4] https://wp.me/p32hqY-Yw

[5] https://cdd.stanford.edu/what-is-deliberative-polling/

[6] http://smartcityhub.com/governance-economy/smart-city-smart-mayor/

[7] https://www.beesmart.city

[8] https://www.beesmart.city/solutions/foresight-lublin-2050

[9] https://indd.adobe.com/view/6df5a05b-807c-43af-9763-1ff0c71708a1

[10] http://engagecitizen.com

[11] https://www.beesmart.city/solutions/engagecitizen-citizenry-social-network

[12] https://www.insights.us/de

[13] https://www.beesmart.city/solutions/insights-management-tool-for-citizen-participation-burgerbeteiligung

[14] https://www.insights.us/blog-de/fahrplan-regionalentwicklung-werra-meissner-kreis

[15] https://www.insights.us/blog-de/fahrplan-regionalentwicklung-werra-meissner-kreis

[16] https://www.beesmart.city/solutions/active-citizen

[17] https://www.beesmart.city/solutions/active-citizen

[18] http://www.cityzenapp.gr/en

[19] https://www.beesmart.city/solutions/cityzenapp

[20] https://localgov.trimble.com/trimble-feedback.html

[21] https://www.beesmart.city/solutions/trimble-feedback

[22] https://getmatterhorn.com/

[23] https://www.beesmart.city/solutions/matterhorn-odr

[24] https://www.beesmart.city/solutions/geospock-spatial-big-data-platform

[25] https://citibeats.net/

[26] https://www.beesmart.city/solutions/citibeats

[27] https://citibeats.net/landing-mobility-barcelona-case-study-en/

[28] http://www.wired.co.uk/article/barcelona-decidim-ada-colau-francesca-bria-decode

[29] https://decidim.org

[30] https://decide.madrid.es

[31] http://www.wired.co.uk/article/barcelona-decidim-ada-colau-francesca-bria-decode

[32] http://www.consulproject.org/en/

[33] https://www.newyorker.com/magazine/2017/12/18/estonia-the-digital-republic

[34] https://e-estonia.com/solutions/interoperability-services/x-road/

[35] https://en.wikipedia.org/wiki/E-governance