
De visuele kwaliteit, vormgeving en aankleding van de plint, de ‘begane grond’ van een pand, levert een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van het straatbeeld en ook het (commerciële) succes van de activiteiten die zich achter de voorgevel afspelen. Dit geldt bijvoorbeeld ook als door de ramen de activiteiten van een daar gevestigde werkplaats te zien zijn. Blinde muren doen bezoekers hun pas versnellen, tenzij deze muur van aantrekkelijke kunst is voorzien. Leegstand is eveneens funest.
Plinten brengen de aard van activiteiten binnenshuis tot uitdrukking
Een plint laat zien wat er in een pand of gebouw te doen of te koop is en heeft daarmee een belangrijke uitstalfunctie (foto links onder). Zowel modezaken als leveranciers van lekkernijen kunnen hierover meepraten. Er is niets op tegen om de plint op straat enigszins te laten uitdijen – denk aan de prachtige uitstallingen van verse groenten – zo lang er daarnaast een voldoende brede barrièrevrije looproute blijft.
Van groot belang is dat de totale lengte van straten die drukte moeten genereren en verwerken niet te groot is. Zo blijft leegstand beperkt. Dat kan betekenen dat goed lopende winkels in straten waar de loop uit is zo snel mogelijk moeten verhuizen. De achtergelaten ruimte moet dan ook snel van karakter veranderen, bijvoorbeeld door een woon-, kantoor of werkplaatsfunctie te krijgen. Een verloederde straat is lastig opnieuw aantrekkelijk te maken.
Plinten van niet-commerciële ruimten
De noodzaak van een aantrekkelijke plint geldt ook in het geval van niet-commerciële ruimten. Juist dan moet de plint helpen de laagdrempeligheid te verhogen. Het kan daarbij gaan om (wijk)informatiecentra, bibliotheken, ruimten waar muziekgroepjes repeteren en publiek welkom is. Ook co-housing en co-working centra kunnen een aantal activiteiten in de semipublieke print concentreren. Als een pand een aantal appartement herbergt, zou je door het glas een aantrekkelijk portaal moeten zien, met trap en lift en een zitje.
Woonplinten
Ook woonhuizen in de meer centrale delen van de stad kunnen een aantrekkelijke plint hebben. Dat gebeurt in de praktijk door het plaatsen van planten en het maken van een zitje op de stoep. De zogenaamde Delftse plinten voorzien hierin. Dit zijn smalle extra, soms nog wat verhoogde stoepen waar behalve planten ook een bankje kan staan of desnoods fietsen geparkeerd kunnen worden (afbeelding middenonder). Het ergste is als de plint van een woonhuis vooral de garagepoort is. In de woonomgeving zijn veel meer oplossingen mogelijk, daarover later.
De esthetiek van de plint
In veel vooroorlogse winkelstraten is de plint ontworpen als een integraal onderdeel van het pand. In de jaren ’60 en ’70 hebben veel winkeliers hun zaken gemoderniseerd en hele pui gesloopt. De muren van de bovenverdieping, soms van enkele panden tegelijk, kwamen te rusten op een zware stalen balk en de plint werd overwegend van glas (afbeelding links boven). Vaak ontbreekt zelf een deur naar de bovenverdiepingen, waardoor de woonfunctie daarvan onmogelijk werd gemaakt. In eerste instantie hebben deze modernistische puien de ‘uitstal’functie van de benedenverdieping vergroot. Het effect voor het straatbeeld is echter negatief gebleken. In Heerlen is kunstenaar en ‘would be’ stedenbouwkundige Michel Huisman (de men achter het Maankwartier) druk doende om samen met vrijwilligers en met steun van de gemeente oude puien te herstellen (beide afbeeldingen rechtsboven). Ook in Amsterdam vinden zulke hersteloperaties plaats (foto rechtsonder)
De mogelijkheden zijn eindeloos, zoals blijkt uit het boek Street-Level Architecture, The Past, Present and Future of Interactive Frontages van Conrad Kicker en Hans Karssenberg en het Handboek Superplinten, in opdracht van de gemeente Amsterdam.
Plintbeleid
In 2020 is er in de wijk Strijp-S in Eindhoven een plintbeleid geïntroduceerd vanuit een economisch-maatschappelijke achtergrond. Voor 80% geldt dat eigenaren zich aan een aantal uitgangspunten conformeren. Voor de overige 20% geldt dat er ruimte wordt gemaakt voor starters, pioniers en ‘placemakers’. Dit lijkt op Culturehouse in Boston, waar een groep actief is om (leegstaande) plinten al dan niet tijdelijk in te richten voor sociale activiteiten. Hierbij is een voortdurende afstemming met de doelgroep van belang. In Den Haag zijn inmiddels in 100 voormalige binnenstadwinkels getransformeerd tot werkplekken voor jonge en creatieve bedrijven. Differentiëren van huurprijzen is ook een onderdeel van plintbeleid.
HIER tref je verwijzingen aan naar de 25 bouwstenen voor leefomgevingskwaliteit die achtereenvolgens aan de orde komen. De al geposte bouwstenen kun je vanuit deze pagina benaderen.