‘Zelfrijdende’ auto’s: een droom- versus een nachtmerriescenario (⅛)

Zullen ‘zelfrijzende auto’s’ de kwaliteit van de leefomgeving verbeteren? Het zijn vooral ‘wishful thinking’ projecties die het antwoord van de vraag bepalen. Twee uiteenlopende visie zijn het ‘droom-‘en het ‘nachtmerriesecnario’

Hoe ver zijn we nog verwijderd van grootschalig gebruik van ‘zelfrijdende’ auto’s. Daarover gaan deze en volgende zeven posts.  Ik zal daarbij ingaan op de vraag of zelfrijdende auto’s een welkome bijdrage zijn aan de kwaliteit van de leefomgeving. Het zal menigeen zijn opgevallen dat de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s in de media wat op de achtergrond is geraakt. Dat heeft zo zijn reden en ik kom er later op terug.

Toen er voor het eerst sprake was van ‘zelfrijdende’ voertuigen, geloofden velen dat een nieuwe stedelijke utopie binnen handbereik lag. Deze zou miljoenen levens redden en bijdragen aan een meer leefbare omgeving. Wie weet? Het is echter maar een van de scenario’s. Dan Sperling schrijft: Het droomscenario kan enorme publieke en private voordelen opleveren, waaronder meer keuzevrijheid, een grotere betaalbaarheid en toegankelijkheid, en gezondere, beter leefbare steden, samen met een verminderde uitstoot van broeikasgassen. Het nachtmerriescenario kan leiden tot nog verdere uitbreiding van het stedelijk gebied, energieverbruik, broeikasgasemissies en ongezonde steden en mensen

Het droomscenario

Moet je ergens heen? Een autonome auto stopt op verzoek binnen enkele minuten voor je deur om de gewenste reis te maken. Na je veilig te hebben afgezet, rijdt de auto naar de volgende bestemming. Tot voor enkele jaren geleden keken bedrijven als Uber en Lync uit naar de dag dat ze alle chauffeurs konden ontslaan en dat ze hun diensten zouden gaan aanbieden met ‘zelfrijdende’ auto’s. Uiteraard tegen lagere prijzen, waardoor hun klantenbestand zich zou verveelvoudigen. In dit scenario wil toch niemand nog een eigen auto hebben? Ook het aantal verkeersslachtoffers vermindert in dit scenario drastisch. Autonome auto’s drinken niet, rijden niet te hard, worden nooit moe en anticiperen veel sneller dan menselijke chauffeurs op onverwachte handelingen van andere weggebruikers. Althans dat was de gedachte. 

Snelle berekeningen van de voorstanders van dit scenario laten zien dat het aantal benodigde auto’s voor personenvervoer met een factor 20 (!) zou kunnen dalen.

Het nachtmerriescenario

Deze berekening is misschien iets te snel gegaan: De geldigheid ervan hangt af van een perfecte spreiding van alle trips over dag en nacht en over de stedelijke ruimte en ook of er ook nog andere weggebruikers zijn. Waar je niet aan wilt denken, is dat buiten de spits het grootste deel van de vloot van ‘zelfrijdende’ auto’s ergens stil staat of doelloos rondjes rijdt. Bovendien gaat het droomscenario ervan uit dat niemand overstapt van het openbaar vervoer of van de fiets. In plaats van dat ze de steden verbeteren, hebben dit soort auto’s volgens Robin Chase, medeoprichter van Zipcar de potentie om deze nog verder te ruïneren. Taxi’s, vooral die van Uber en Lyft dragen ​​nu al bij aan de files in grote Amerikaanse steden en aan het verder afbrokkelen van het openbaar vervoer.

Beide visies zijn gebaseerd op vermoedens, verwachtingen en extrapolaties en ook een dosis ‘whishful thinking’. In de volgende posts sta ik stil bij resultaten van wetenschappelijk onderzoek die ons in staat stellen een beter gefundeerde mening te vormen over beide scenario’s.