
De kap van oerbossen gaat gewoon door
In zijn magistrale boek Homo sapiens beschrijft Yuval Noah Harari hoe overal op aarde waar mensen verschenen een regionale uitsterfgolf van dierlijk leven heeft plaatsgevonden. Meestal was overmatige jacht daar de oorzaak van. Het zoeken naar nieuwe jachtgebieden is dan ook een van de redenen dat de homo sapiens zich snel over de aarde verspreidde.
Vanaf de industriële revolutie nam de impact van mensen op ecosystemen niet alleen exponentieel toe, maar de aard ervan kreeg een wereldwijd karakter. Hierdoor werd het voortbestaan van de mensheid zelf op het spel gezet: Als de opwarming van de aarde ertoe leidt dat de bodems in de permafrostgebieden ontdooien, komt er zoveel CO2 vrij dat menselijk leven in grote delen van de aarde onmogelijk zal zijn door overstroming en temperatuurstijging.
Lange tijd gingen mensen ervan uit dat ze de natuur met technische middelen naar hun hand konden zetten om al doende de schijnbaar onuitputtelijke natuurlijke bronnen te exploiteren. Veel van deze technische middelen blijken na verloop van tijd veronachtzaamde effecten te hebben. Stuwdammen houden bijvoorbeeld niet alleen het water tegen, maar ook het kostbate slib dat stroomafwaarts voor de bodemvruchtbaarheid zorgde.
Milieuwetenschappers zien ecosystemen als natuurlijk kapitaal; ‘leveranciers’ van ‘diensten’. Deze maken menselijk bestaan mogelijk. De enige voorwaarde is dat de onderliggende ecosystemen intact worden gelaten. Deze bepalen ‘de grenzen van de groei’. De uitstoot van CO2 had beperkt moeten blijven tot wat bodems, bossen en zeeën kunnen opslaan en het gebruik van fossiele brandstoffen had daarop afgestemd moeten zijn. Dat weten we, ook de bazen van Big Oil, allang. Vooral om redenen van winstbejag zijn de grenzen van de groei genegeerd. Dat eist nu zijn tol. Het repareren en herstel ervan wereldwijd gaat duizenden miljarden kosten. Dit is overigens minder de aardoliemaatschappijen al die jaren hebben verdiend met aanhoudend misbruik van ecosystemen. Helaas worden zij nauwelijks aangesproken om de rekening te betalen.
De blogposts die hier de komende maanden te lezen zijn gaan over wat het betekent om bij de inrichting van stedelijk en landelijk gebied beter aan te sluiten bij de werking van ecosystemen.
Daarvoor moeten ze eerst hersteld worden: Niet alleen de uitstoot van CO2 moet verminderen, CO2 moet ook uit de lucht worden gehaald. Dit vraagt grote inspanningen, inclusief veranderingen in de verdeling van de materiële welvaart.
Deze visie komt overeen met de beginselen van de donuteconomie. Kate Raworth stelt dat de mensheid de aarde naar eigen inzicht kan inrichten zolang rekening wordt gehouden met de sociale ondergrens en de ecologische bovengrens. Daartussenin ligt de humane ruimte. Eerdere publicaties van mijn hand waren pogingen om de grenzen van de humane ruimte in het vizier te krijgen. Dat geldt ook voor de posts die je de komende maanden hopelijk met interesse zult lezen.
Beviel deze post? In het e-boek Leven mét de natuur tref je veel vergelijkbare informatie over natuurinclusieve oplossingen voor de inrichting van de ruimte. Je kunt het e-boek hier downloaden.