Nieuwe reeks: 25 bouwstenen voor leefomgevingskwaliteit     

Opvattingen over de kwaliteit van de leefomgeving veranderen. In deze nieuwe reeks komen 25 bouwstenen aan de orde om hieraan inhoud te geven.

                  

Voor je ligt de inleiding tot een reeks van 25 posts over evenzoveel facetten van leefomgevingskwaliteit. Deze kun je tweemaal per week lezen.

Opvallend is hoe eensgezind mensen zijn als het om de kwaliteit van hun leefomgeving gaat. Hoe vaak hoor je niet Ik zou het liefste willen wonen in een jaren ’30 huis. Helaas onbetaalbaar (zucht). Bijna altijd scoren oudere wijken hoger dan moderne, waar het volgens bewoners en bezoekers ontbreekt aan sfeer, gezelligheid en intimiteit. Stedenbouwkundigen, architecten en politici zouden dit graag willen veranderen en dat gebeurt ook. Langzaam.

In de stedenbouwkunde waait een nieuwe wind

Hoe steden in Europa tegenwoordig uitzien, gaat voor een groot deel terug op de denkbeelden van Le Corbusier door zijn rol in het toonaangevende Congrès Internationaux d’Architecture Moderne (CIAM). Ook de Nederlandse architect en stedenbouwkundige  Cornelis van Eesteren was een prominent vertegenwoordiger van deze beweging. Dat blijkt uit de ruim opgezette naoorlogse woonwijken met hun rechthoekige verkaveling vol eengezinshuizen en middelhoogbouw. Het achterliggende idee is vormgeven van de functionele stad waarin wonen, werken, winkelen en recreëren elk hun eigen plaats hebben.

Langzaam maar zeker werd de stem van een nieuwe generatie stedenbouwkundigen luider. Hierin spelen Jane Jacobs en Jan Gehl een prominente rol. Zij verafschuwen de naoorlogse stedelijke expansie en pleiten voor menging van stedelijke functies. Zij vonden gehoor bij een groeiende groep stedenbouwkundigen, die het overigens lang niet in alles met elkaar eens zijn. Het tijdschrift Planetizen heeft dit jaar stadsactiviste Jane Jacobs, 70 jaar na het verschijnen van haar boek The Death and Life of Great American Cities, uitgeroepen tot meest invloedrijke stedenbouwkundige ooit, al heeft ze nooit een studie op dit gebied gevolgd. Jan Gehl, wel stedenbouwkundige van huis uit, staat op de tweede plaats. Trouwens, Anne Hidalgo, de burgemeester van Parijs staat op plaats zeven. Niet om wat ze heeft gestudeerd, maar om wat ze in praktijk heeft gebracht.

Bij de uitwerking van de ideeën van Jacobs en Gehl spelen vertegenwoordigers van New Urbanism een belangrijke rol. Zij hebben onder andere de basis gelegd voor de terugkeer naar de 15-minutenstad.  Een aantal van hen staat eveneens hoog op de lijst: Andres Duany, auteur van Suburban Nation (4) en Jeff Speck, auteur van Walkable City (10).

Leefomgevingskwaliteit centraal

Veel hedendaagse denkbeelden over stedelijke ontwikkeling in de geest van Jacobs en Gehl komen samen in het begrip leefomgevingskwaliteit. Een compacte definitie van dit begrip is bouwen aan menselijk welbevinden in een zich verdichtende stad

Diverse publicaties gaan in op de vraag waar leefomgevingskwaliteit vanaf hangt. Ik noem er vier. Wie nader wil kennismaken met de principes van New Urbanism en tal van uitwerkingen in de praktijk, kan hier gratis het fraai gedocumenteerd boek: 25 Great Ideas of New Urbanism (2018) downloaden. Toegespitst op de Nederlandse situatie zijn de catalogus van 36 doelstellingen voor leefomgevingskwaliteit, bijeengebracht door de vereniging Deltametropool, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2022) en de  56 principes voor een ‘metro mix’, opgesteld door het College van rijksadviseurs (2019). Tenslotte vermeld ik het boek Building and Dwelling: Ethics for the City (2019) van Richard Sennett die de naoorlogse ontwikkeling van steden in een urbaan-sociologisch perspectief plaatst.

Ik heb alle verwijzingen naar facetten van leefomgevingskwaliteit die ik deze en in andere recente publicaties ben tegengekomen verzameld en geclusterd in 25 bouwstenen voor leefomgevingskwaliteit. Aan elk van deze bouwstenen en hun implicaties is de komende weken een post gewijd. 

HIER tref je verwijzingen aan naar de 25 bouwstenen voor leefomgevingskwaliteit die achtereenvolgens aan de orde komen. De al geposte bouwstenen kun je vanuit deze pagina benaderen.

Nieuwe denkbeelden over de kwaliteit van de stedelijke omgeving

De laatste decennia zijn de opvattingen over stedenbouw aan het veranderen. Deze en een reeks volgende posts gaan in op de veranderende theorie en wat daarvan in de praktijk te merken valt.

Op alles wat er vanaf het midden van de 20ste eeuw in Europese steden is gebouwd heeft een beperkt aantal stedenbouwkundigen een stempel gedrukt. Le Corbusier was het meest uitgesproken. Volgens hem was een ideale stad een complex van enorme gebouwen, tot 60 verdiepingen hoog, in een rechthoekig patroon, verbonden door wegen en groene ruimtes. 

Zo extreem ging het er in de praktijk niet aan toe. Maar de idee van een radicale scheiding van functies (wonen, werken, winkelen, recreatie) werd overal toegepast. Ook door Van Ekeren, de man die aan de wieg stond van de naoorlogse stadsuitbreiding in Nederland. Dit is overduidelijk terug te zien in alle woonwijken die in die periode in Nederland werden gebouwd. In andere Europese steden was het niet veel anders.

Naarmate er meer rechtlijnige en eentonige nieuwbouwwijken volgens dit patroon werd opgeleverd, klonk ook de stem van een nieuwe generatie stedenbouwkundigen luider door.

In de bovenstaande illustratie komen twee prominente tegenstanders van het ‘modernisme’ aan het woord. Jane Jacobs en Jan Gehl verafschuwden de grootschalige rechthoekige stedelijke vormen en bepleitten een mix van stedelijke functies. Eigenlijk een herstel van het stratenpatroon uit de eerste helft van de eeuw en eerder. Zij vonden weerklank bij een groeiende groep stedenbouwkundigen, die het overigens lang niet in alles met elkaar eens waren.

Toch delen zij een aantal gemeenschappelijke uitgangspunten. Die heb ik hieronder kort samengevat. 

Huisvesting

• Een gevarieerd aanbod aan woonhuizen van goede kwaliteit voor alle inkomensgroepen.

• Mix van hoge en lage gebouwen, met gemakkelijke toegang tot groene gebieden en speelfaciliteiten, vooral voor gezinnen met kinderen.

Dichtheid

• Verhoging van de gemiddelde dichtheid, maar ook een mix van gebieden met hogere en lagere dichtheid.

• Compacte straten met een diversiteit aan gebouwen, die toch een eenheid zijn

Openbare ruimte

• Beperkt verkeer, beloopbare afstanden en een rustige sfeer

• Voldoende en gediversifieerde openbare ruimtes met betrekking tot de aangeboden voorzieningen voor gezelligheid, spel en recreatie.

• Voldoende terrassen, cafés en restaurants en uitnodigende winkels

Vormkenmerken

• Pleinen waarvan het oppervlak beperkt is en perfect in balans is met de hoogte van de omliggende gebouwen.

• Minstens één van de pleinen moet groot genoeg zijn om incidenteel te dienen als podium voor concerten en evenementen zoals de bekende Palio in Siena.

• Monumenten, zoals kerken, stadhuizen en dergelijke met onderscheidende kwaliteiten.

Verkeer

• Voldoende ruimte voor voetgangers en tweewielers.

• Gebruikmaken van criteria zoals comfort, veiligheid en efficiëntie bij het kanaliseren van verkeers- en transportstromen.

Menging van functies

 • Mixen van stedelijke functies (wonen, werken en winkelen), waardoor de behoefte aan (verre) dagelijkse verplaatsingen afneemt.

• Vervaging van de scheiding tussen stad, natuur en landbouwgebieden.

Milieu

• Gezonde lucht, veel en gevarieerd groen en water.

Veiligheid

• Op elk mogelijk gebied de veiligheid verhogen, vooral voor kinderen en het aantal doden en gewonden in gebouwen, openbare ruimtes, verkeer en vervoer naar nul terugbrengen.

Innovatie

• Gebruik van nieuwe technieken, zoals bouwen met hout en het gebruik van geprefabriceerde elementen, wat leidt tot lagere bouwkosten en gezondere gebouwen.

Participatie

• Betrokkenheid van bewoners bij het ontwerp van de leefomgeving en deelname aan de uitvoering van wijkgerichte openbare voorzieningen.

Veel van het bovenstaande begint langzaam maar zeker zichtbaar te worden.

Beviel deze post? In het e-boek Dossier Leefbaar wonen tref je veel vergelijkbare informatie aan op het gebied van wonen en de woonomgeving. Je kunt het e-boek hier downloaden.