Innovatie is belangrijk. Maar voor wie?

Ik volg op Twitter #innovatie en #innovation. Dat levert dagelijks duizenden tweets op over elektrische auto’s, arbeidsbesparende processen in de bouw, verdienmodellen, slimme robots, CO2-neutrale huizen, ‘gadgets’ en sociale media initiatieven. Allemaal even belangrijk? Zeker niet. De komende vijf blogposts zijn een bijdrage aan de discussie over de vraag wie belang heeft bij welk soort innovatie.

De eerste aflevering gaat over technische innovaties. Sociale innovaties komen de volgende keer aan bod. Ik onderscheid drie typen technische innovaties:

In volautomatische magazijnen kunnen enkele personen miljoenen pakjes verwerken
In volautomatische magazijnen kunnen enkele personen miljoenen pakjes verwerken

Type 1′ betreft innovaties die bedoeld zijn om de arbeidsproductiviteit te vergroten. Een voorbeeld is Amazon.com, dat zijn magazijnen volledig automatiseert. Grootwinkelbedrijven volgen deze ontwikkeling met interesse. Administratieve systemen zijn al geautomatiseerd. Zelfscannen aan de kassa rukt op. Dit soort innovaties dient vooral het belang van eigenaars en aandeelhouders van bedrijven. Zeker als er geen vervangend werk is voor de boventallig geraakte medewerkers[1].

Gadget hebben een levensduur van gemiddeld 18 maanden
Gadget hebben een levensduur van gemiddeld 18 maanden

‘Type 2’ zijn innovaties die ons leven makkelijker en soms leuker maken. Goede voorbeelden zijn de iPhone en de iPad. Maar ook digitale camera’s, navigatiesystemen, verdienmodellen en sociale media. Bedrijven zijn zonder uitzondering op zoek naar dit type innovaties. Het biedt soelaas voor prijsconcurrentie, die gepaard gaat met steeds kleinere marges. De prijs van de iPhone kon een veelvoud zijn van die van een gewoon mobieltje omdat Apple wist te voorkomen dat dat klanten er vooral een mobiele telefoon in zagen.

Het is technisch mogelijk vrijwel alle materialen door landbouwgewassen te vervangen
Het is technisch mogelijk vrijwel alle materialen door landbouwgewassen te vervangen

‘Type 3’ betreft duurzame energie, medische technologie, zuiniger auto’s, bio-based economy en cleantech, ontzilten van zeewater, zonne-energie,  ‘diervriendelijke’ veehouderij enzovoort: In essentie de overgang naar een CO2-neutrale economie. Niet alleen toekomstige generaties hebben belang bij deze innovaties. De miljarden op aarde die onvoldoende voeding, onderwijs en zorg krijgen, evenzeer. Toch gaat type 3 innovatie langzaam, ondanks het feit dat de kennis ervoor aanwezig is en het belang ervan groot. Helaas is de macht van de  belanghebbenden beperkt.

Vooraf is niet altijd duidelijk tot welk type een innovatie hoort. Automatisering in de gezondheidszorg – bijvoorbeeld inzetten van robots in de operatiekamer – kan leiden tot betere kwaliteit, maar ook tot banenverlies.

Over de waarde van innovaties kan ook verschillend worden gedacht. Moeten we investeren in medische technologie of liggen elders in de gezondheidszorg hogere prioriteiten? Moeten we kiezen voor elektrische auto’s óf voor het gebruik van waterstof? Waarom is het niet mogelijk te discussiëren over het risico van moderne kernreactoren boven de nadelen van grootschalige productie van windenergie? Wat gebeurt er eigenlijk met de miljarden die we investeren in wetenschappelijk onderzoek?

Een voorstel voor een revolutionaire aanpak van transport in San Francisco behelst grootschalige aanleg van kabelbanen
Een voorstel voor een revolutionaire aanpak van transport in San Francisco behelst grootschalige aanleg van kabelbanen

Er zijn ook innovaties die achterwege blijven. Waarom horen we weinig over kernfusie? Waarom zijn er geen alternatieven voor een betrouwbaar systeem van publiek transport, of is dat de zelfsturende auto? Hoe lang moeten we ons behelpen met een spoorweginfrastructuur uit de 19de eeuw, die hapert als zij het hardste nodig is?

Het profijt van type 1, 2 of 3 innovaties ligt dus anders voor verschillende groepen binnen de samenleving: Eigenaren en aandeelhouders van bedrijven, consumenten, bewoners van  ontwikkelingslanden en onze kinderen. Tussen deze groepen bestaan aanzienlijke verschillen in macht om gewenste innovaties door te zetten. Daarom ben ik niet blij met alles wat er op #innovatie en #innovation voorbij komt. Waarschijnlijk ben ik niet de enige.

[1] Als de ontslagen werknemers geen vervangende banen vinden zijn de baten van de productiviteitsstijging voor het bedrijf en wentelt het de kosten af op de samenleving. De arbeidsproductiviteit van de samenleving neemt dan niet of nauwelijks toe.

Auteur: Herman van den Bosch

Ik ben emeritus hoogleraar aan de Open Universiteit en hou me vooral bezig met de wijze waarop we onze leefomgeving op een humane en natuurinclusieve wijze kunnen inrichten. Mijn blogposts gaan over wisselende aspecten daarvan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: