Vooruit en achteruit innoveren

Dit is de derde aflevering van een reeks posts over maatschappelijke effecten van verschillende typen innovatie. In de vorige afleveringen heb in drie verschillende typen technische en sociale innovatie onderscheiden.

Het woord vooruitgang hoor je niet meer zo vaak. Ik herinner het me vooral uit de mond van de legendarische Philip Bloemendal als hij, eind jaren ’50, verslag deed van het dichten van een dijk of de opening van een nieuwe weg in Polygoonjournaal in de bioscoop.

Ik ga het woord vooruitgang nieuw leven inblazen. Het staat vanaf vandaag voor alle ontwikkelingen die leiden tot beëindiging van het gebruik van fossiele grondstoffen, tot groei van bio-based economie, tot vergroting van veiligheid, welzijn en welbevinden, tot ontplooiing van onze capaciteiten in werk, kunst en cultuur en tot samenleven in goede verstandhouding en vrede.

vooruitgangHet zou mooi zijn als innovatie de motor van de vooruitgang was. Helaas is dat vaak niet het geval. Sommige innovaties zijn eerder een belemmering voor vooruitgang. Vandaar het onderscheid tussen vooruit en achteruit innoveren. Of deftiger gezegd progressieve en regressieve innovatie.

Technische innovaties type 1, zoals vervanging van werk door robots, zijn geen vooruitgang als er voor mensen geen zinvol werk komt of als we het beschikbare werk niet herverdelen. Hetzelfde geldt voor sociale innovatie type 1: Invoering van planning- en control systemen om de productiviteit te verhogen gaat meestal samen met dalende betrokkenheid van de medewerkers. Maar ook innovaties type 2 zijn geen vanzelfsprekende routes naar vooruitgang: Wat de meerwaarde van de iPhone 6 ten opzichte van eerdere edities ook moge zijn, zijn productie verslindt grondstoffen. Door zijn gemiddelde levensduur van 18 maanden levert hij ook een forse bijdrage aan de groei van de afvalberg. Maar ook sociale innovaties type 2 hebben bedenkelijke kanten. Minder gelaagdheid binnen organisaties komt voort uit de wens sneller te kunnen reageren op veranderingen. Maar minder snelheid, verandering en drukte zou een weldaad zijn.

evolutieHet was natuurlijk makkelijker om regressieve innovatie in het geheel geen innovatie te noemen. Dat is lastig omdat het de context is die innovaties progressief of regressief maakt. Neem zelfbedieningswinkels, pinnen of geld uit de muur halen. Deze ontwikkelingen hebben niet geleid tot massale werkloosheid en ze maken ons leven prettiger. Ik reken ze daarom tot de vooruitgang. Automatisering is geen probleem, ook niet als deze tot minder werk leidt. Voorwaarde is wel dat er nieuwe banen komen, het resterende werk rechtvaardig wordt verdeeld en mensen de vrijkomende tijd op een andere zinvolle manier besteden. Maar als automatisering en robotisering leiden tot massale werkloosheid is er sprake van regressieve innovatie oftewel achteruitgang.

Vooruitgang vindt plaats bij een goede wisselwerking tussen technische en sociale innovatie. Welke kant het opgaat? Dat hebben we zelf in de hand. Daarover gaan de volgende blogposts.