Tien jaar smart city-technologie marketing

De derde aflevering van de reeks ‘Bouwen aan duurzame steden. De bijdrage van digitale technologie’ gaat over de opkomst van de smart city-beweging, de verschillende vormen die deze heeft aangenomen en wat de toekomst ervan kan zijn.

De term smart city duikt op in het laatste decennium van de 20e eeuw[1]. De meeste definities verwijzen naar het gebruik van (digitale) technologie als een manier om het burgers makkelijker te maken, om economische groei te stimuleren en om investeringen aan te trekken. Sommigen voegen hier nog aan toe als een middel om Big Tech te verrijken.

Barcelona, ​​Ottawa, Brisbane, Amsterdam, Kyoto en Bangalore behoren tot de voorlopers van steden die zichzelf ‘smart’ noemden. In 2013 waren er wereldwijd ongeveer 143 zelfbenoemde ‘slimme steden’. Tot op heden is dit aantal geëxplodeerd naar meer dan 1000.

Vijf ‘smart city’ verhalen

In hun artikel Smart cities as company story telling documenteren Ola Söderström et al. hoe technologiebedrijven de smart city hebben gemodelleerd als een fictief verhaal dat de problemen van grote steden zodanig weergeeft dat zij deze kunnen oplossen[2]. Sindsdien doen er verschillende versies van dit verhaal de ronde, wat heeft geresulteerd in wat ik de smart city tales heb genoemd[3]. Ik ga hieronder in op vijf dominante voorbeelden: de verbonden stad, de stad voor ondernemers, de datagedreven stad, de digitale dienstenstad en de stad van de consument.

De verbonden stad

Op 4 november 2011 is het handelsmerk smarter cities officieel geregistreerd als eigendom van IBM. Deze daad markeerde een periode waarin het bedrijf de leider werd van de smart city-technologiemarkt. Andere technologiebedrijven, zoals Cisco en Siemens volgden snel, aangetrokken door een verwachte groei van deze markt met 20% per jaar van meer dan $ 300 miljard in 2015 tot meer dan $ 750 miljard nu[4]. In de IBM-visie zijn steden systemen van systemen: plannings- en beheerdiensten, infrastructurele diensten en sociaaleconomische diensten, die elk uit verschillende onderdelen bestaan. In een smart city worden deze diensten in het oog gehouden en bestuurd vanuit één centraal punt. Zie het iconische controlecentrum dat IBM voor Rio de Janeiro bouwde (titelfoto). Alle systemen zijn idealiter gekenmerkt door drie begrippen, die de harde kern van een smart city vormen: geïnstrumenteerd, onderling verbonden en intelligent[5].

De stad voor ondernemers

Op veel plaatsen in de wereld, voornamelijk in opkomende en ontwikkelingslanden, dromen bestuurders van het bouwen van smart cities uit het niets. Zij zien het predicaat smart als een belangrijk marketinginstrument voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven.

Gale, een internationaal vastgoed bedrijf en Cisco werden de ontwikkelaars van New Songdo in Zuid-Korea. New Songdo was in eerste instantie bedoeld als bedrijvenpark met daarbij een stedelijke omgeving om zakenmensen uit het buitenland een luxe levensstijl te bieden. Vandaar met huizen vol technische gadgets, aantrekkelijke parken, volledig ingerichte kantoorruimten en uitstekende verbindingen met het buitenland.

Veel andere landen namen soortgelijke initiatieven om buitenlands kapitaal en experts aan te trekken en om de economische groei te stimuleren. India bijvoorbeeld, dat bezig is met de bouw van mogelijk 100 smart cities.

De datagedreven stad

In het derde verhaal staat centraal het verzamelen en analyseren van gegevens door technologiebedrijven die zij ‘aftappen’ uit de onderlinge communicatie van burgers via internet en mobiele telefoons. Google was bij de eerste bedrijven die de onbegrensde mogelijkheden zag om zijn enorme kennis van consumentengedrag te integreren met informatie uit een stedelijke ontwikkeling.

Sidewalk Labs – opererend onder de paraplu van Alphabet – won een prijsvraag om voorstellen in te dienen voor de herontwikkeling van Quayside, een verlaten deel van de oude haven van Toronto[6]. De plannen waren in lijn met het hedendaagse stedenbouwkundige denken. Dat was echter niet het eerste motief van Sidewalk Labs. In plaats daarvan ging het er vooral om veel mogelijk data te verzamelen van bewoners en bezoekers aan het gebied om de toch al enorme verzameling gepersonaliseerde profielen van Google uit te breiden met kennis van waar mensen zijn, wat ze willen of doen om hen daarmee te voorzien van op de plaats toegesneden commerciële informatie[7].

Het is niet verwonderlijk dat privacy kwesties de discussie over de verdiensten van het stedelijke plan domineerden[8]. De meeste waarnemers geloven daarom dat dit de reden is waarom Sidewalk Labs de stekker in mei 2020 uit het project trok. De officiële reden was de terughoudendheid van investeerders vanwege Covid-19.

De smart city van de consument

Het vierde verhaal draait om de groei van technologie vooral gericht op consumenten. Amazon, Uber en Airbnb lopen daarbij voorop en zij hebben de detailhandel, het traditionele taxibedrijf en het hotelwezen danig ontwricht. Ze introduceerden een platformbenadering die uiteindelijk de middenklasse in de VS decimeerde. Anderen sectoren volgden, bedrijven die deelfietsen en deelscooters beschikbaar stellen. Maar ook maaltijdbezorgdiensten zoals Delivero.

City tech belichaamt de invloed van ondernemerschap ondersteund door durfkapitalisten en tegelijkertijd de noodzaak voor stadsbesturen om kader te creëren om deze initiatieven te beheren.

De slimme diensten-stad 

Dankzij tal van ‘apps’ begonnen stadsbesturen en andere organisaties een schat aan informatie en diensten aan te bieden op het gebied van werkgelegenheid, huisvesting, administratie, mobiliteit, gezondheid, veiligheid en nutsvoorzieningen. Met deze apps kunnen stadsbestuurders, vervoersautoriteiten, nutsbedrijven en vele anderen burgers beter dan voorheen informeren. Burgers kunnen er ook vragen mee stellen of een verzoek indienen om kapot straatmeubilair te repareren.

Sommige steden, zoals Barcelona en Madrid, gebruiken digitale technologie om de betrokkenheid van het publiek te vergroten, of om mensen een stem te geven bij besluitvorming of budgettering.

Alle bovenstaande verhalen suggereren een nauw verband tussen technologie en het welzijn van burgers en symboliseren daarmee een nieuwe vorm van door technologie mogelijk gemaakte stedelijke utopie. Elk verhaal beginnen met een verheerlijking van beschikbare technologie en komt vervolgens een winstgevende toepassing daarvan. 

De nabije toekomst: Groeiende weerstand of een tweede golf van smart cities

Het is onmiskenbaar dat leiders van bedrijven, met het oog op een miljardenmarkt voor smart city-technologie, de baten voor de betrokken steden overdrijven. Vuilniscontainers met ingebouwde sensoren en adaptieve straatverlichting zijn toch ook weer niet zo geweldig en de overal verschijnende sensoren roepen veel vragen op.

Volgens The Economist is het niet verwonderlijk dat er sprake is van een groeiende weerstand.

In mijn vorige post schreef ik dat politici kritischer zijn gaan staan tegenover kolossen als Google, Amazon en Facebook, vanwege hun behandeling van gevoelige gegevens, hun gebrek aan transparantie van op algoritmen gebaseerde besluitvorming, hun winsten en belastingontduiking en de gig economie in het algemeen. Bij het grote publiek veranderde onverschilligheid in groeiende scepsis. 

Toch komt er een tweede golf van smart cities aan. In de eerste golf ontbraken openheid, ethische reflectie en respect voor privacy. In de tweede golf neemt het streven naar het gebruik van ethische overwegingen en de intentie om de privacy te beschermen een belangrijke plaats in.

Bij voornemens mag het niet blijven, de politiek zal ook monopolies van Big Tech moeten bestrijden.

Om het vertrouwen van het grote publiek te winnen, moet de politiek bovendien de problemen waarvoor steden staan bespreken met bewoners, (kennis)instellingen en andere belanghebbenden voordat uiteenlopende technische middelen worden ingezet. Governance gaat vooraf aan technologie. Zoals Francesca Bria, voormalig Chief Technology Officer van Barcelona zei: We draaien het smart city-paradigma om. In plaats van uit te gaan van technologie en alle beschikbare gegevens te verzamelen voordat we nadenken over hoe deze te gebruiken, zijn we begonnen met het afstemmen van de technologie agenda op de agenda van de stad[9].

Dit gebeurt behalve in Barcelona ook in steden als In steden als Amsterdam, Boston, Portland en de Poolse stad Lublin. De vraag is niet langer welke problemen de technologie gaat oplossen, maar wat deze problemen precies zijn, wie ze mag definiëren, wat de oorzaken zijn, wiens belangen er mee gemoeid zijn, wie het meest getroffen wordt en welke het meest dringend moeten worden opgelost. Pas na beantwoording van deze vragen kan de discussie worden uitgebreid naar de bijdrage van (digitale) technologie.

In de volgende post verken ik digitale sociale innovatie, als bijdrage aan een nieuw smart city-concept.

Deze post is deels korte samenvatting van mijn artikel Humane by choice. Smart by default: 39 building blocks for cities in the future, gepubliceerd in het Journal of the American Institution of Engineers and Technology, in juni 2020. Wie dat wil, kan het artikel via de onderstaande link downloaden.

https://www.dropbox.com/s/3rmrwnzdoph114w/SMC-2020-0030-FINAL.pdf?dl=1


[1] Robert Hollands: ‘Will the Real Smart City Please Stand Up?: Intelligent, Progressive, or Entrepreneurial?,” City: Analysis of Urban Trends, Culture, Theory, Policy, Action 12: 3 (2008) 303–320.

[2] Söderström, O., Paasche, T., Klauser, F.: ‘Smart cities as corporate storytelling’, City: Anal. Urban Trends, Culture, Theory, Policy, Action, 2014, 18, (3), pp. 307–320

[3] Herman van den Bosch: De Smart City Idee. Op zoek naar de inclusieve stad: 24 korte essays. Dit e-boek kan hier worden gedownload: https://www.dropbox.com/s/vdu800akjkgxby0/2018%2008%2025%20De%20smart%20city%20idee%201.2.pdf?dl=0

[4] http://futurecities.catapult.org.uk/wp-content/uploads/2017/11/GRSCS-Final-Report.pdf

[5] C. Harrison, B. Eckman, R. Hamilton, P. Hartswick, J. Kalagnanam, J. Paraszczak, and P. Williams, “Foundations for Smarter Cities,” IBM Journal of Research and Development 54: 4 (2010) 1–16. doi: 10.1147/JRD.2010.2048257

[6] https://goo.gl/6Qwbqe

[7] https://bloximages.newyork1.vip.townnews.com/wsmv.com/content/tncms/assets/v3/editorial/f/1b/f1bc6c94-a539-11e8-905a-136f4f930796/5b7bff66f1d7a.pdf.pdf

[8] https://medium.com/@atheist_cvnt/googles-smart-city-of-surveillance-faces-privacy-rights-resistance-in-toronto-eab2686447b6

[9] http://www.wired.co.uk/article/barcelona-decidim-ada-colau-francesca-bria-decode

Verjaag het monster achter het gordijn: Het monopoly van Big Tech

Deze post gaat de almacht van Big Tech. Groeiend verzet hiertegen heeft vooral geleid tot wetgeving om de gevolgen daarvan te verzachten. Deze raakt de kern van het probleem, de monopolypositie van de technologiereuzen maar ten dele. Wat daarom nodig is, is een streng antitrustbeleid en ook dat overheden opnieuw een leidende rol gaan spelen bij de vaststelling van de technologieagenda.

Stand digitale technologie ‘zorgelijk’

Het Rathenau instituut noemt in een recente rapport de stand van de digitale technologie zorgelijk[1]. Het instituut pleit voor een eerlijke data-economie en een robuust, veilig en voor iedereen beschikbaar Internet. Daarvan is thans geen sprake. Sterker nog, we raken hiervan steeds verder verwijderd. De risico’s dringen zich dagelijks op: Ondoorgrondelijke algoritmen, deepfakes en politieke micro-targetting, kaalslag in binnensteden door online shopping, diefstal van bedrijfsgeheimen, ongebreidelde gegevensverzameling door Google, Amazon en Facebook, slecht betaalde taxichauffeurs van Uber en de andere dienstverleners van de gig-economie, het effect van Airbnb op de hotelbranche en het hoge energiegebruik van bitcoin en blockchain.

Wetgeving

Tal van publicaties roepen de overheid op het groeiende misbruik van digitale technologie een halt toe te roepen. In zijn must read ‘the New Digital Deal’ stelt Bas Boorsma: In order to deploy digitalization and to manage platforms for the greater good of the individual and society as a whole, new regulatory approaches will be required… (p. 46). Dat is ook de mening van het Rathenau Instituut dat drie speerpunten voor een digitaliseringsstrategie noemt: Krachtige wetgevingskaders en toezicht, op waarden gebaseerde digitale innovatie gebaseerd op een kritisch parlementair debat en zeggenschap voor burgers en professionals daarover. 

‘Groeiend ongemak’

De Europese Commissie heeft de afgelopen jaren een breed pakket aan wetten gelanceerd, zoals het Digital Services Act-pakket, de Digital Market Act en de General Data Protection Regulation (GDPR). Toch raken deze de kern van de zaak niet. De bijna-monololy positie van Big Tech-bedrijven is het spreekwoordelijke monster dat zich heeft verstopt achter het gordijn. Het Rathenau instituut erkent dit wel, maar spreekt in besmuikte termen over ‘het groeiende ongemak’ van de afhankelijkheid van Amerikaanse en Chinese technologiereuzen. Zelf het Internationaal Monetair Fonds is duidelijker door te stellen dat de macht van Big Tech innovatie en investeringen remt en de inkomensongelijkheid vergroot. Door toedoen van de macht van de grote technologiebedrijven is de samenleving bezig de greep op technologie te verliezen.

Het probleem benoemd

Om de bovengenoemde risico’s te beteugelen, moet het probleem eerst klip en klaar worden benoemd en maatregelen moeten daarop vervolgens worden afgestemd. Dat gebeurt in twee recente boeken, te weten  Shoshana Zuboff’s  ‘The Age of Surveillance Capitalism: The Fight for a Human Future at the New Frontier of Power’ (2019) en Cory Doctorow’s  ‘How to destroy surveillance capitalism’ (2021). Zuboff beschrijft in detail hoe Google, Amazon en Facebook data verzamelen met slechts één doel, burgers te verleiden tot de aankoop van goederen en diensten: Big Tech’s product is persuasion. The services — social media, search engines, maps, messaging, and more — are delivery systems for persuasion.

De ongekende macht van Big Tech is het gevolg van het feit dat deze bedrijven bijna klassieke monopolies konden worden. Tot de jaren ’80 kende de VS een strenge antitrust wetgeving: De voor het grootkapitaal beruchte Sherman’s act. Ronald Reagan heeft deze in zijn jaren als president in korte tijd om zeep geholpen en hetzelfde gebeurde door toedoen van Margareth Thatcher in het UK, van Brian Mulroney in Canada en van Helmut Kohl in Duitsland. Waar Sherman monopolies zag als een bedreiging voor de vrije markt, vond Reagan c.s. dat overheidsbemoeienis de vrije markt bedreigt.  Facebook sluit hierbij aan als het zichzelf ziet als een ‘natural monopoly’: Je wil op een netwerk zitten waar ook je vrienden zitten.  Maar je zou ook je vrienden kunnen bereiken als er meer netwerken waren, die interoperabel zijn.  Facebook heeft alle economische, technische en juridische middelen uit de kast gehaald om dat laatste tegen te gaan waaronder ook overname van potentiële concurrenten: Messenger, Instagram en WhatsApp.

Kans gemist

In het begin van de 21ste eeuw was er nog een breed geloof dat de zich ontluikende digitale technologie tot een betere en genetwerkte samenleving kon leiden. Bas Boorsma: The development of platforms empowered start-ups, small companies and professionals. Many network utopians believed the era of ‘creative commons’ had arrived and with it, a non-centralized and highly digital form of ‘free market egalitarianism’ (New Digital Deal, p.52). Daarvan is niets terecht gekomen: Digitalization-powered capitalism now possesses a speed, agility and rawness that is unprecedented (New Digital Deal, p.54). De startup community is één groot R&D lab aan het worden voor Big Tech. Veel startups hopen door een van de technologiereuzen te worden overgenomen en vervolgens miljoenen te verzilveren. Big Tech is hierdoor zonder veel moeite in staat om naast de vervoerssector, ook een dominante positie te verwerven in de stedelijke ontwikkeling, de gezondheidssector en het onderwijs.

Dankzij hun monopolypositie kan Big Tech ongelimiteerd gegevens verzamelen, ook als de Europese Wetgeving beperkingen en incidenteel hoge boetes oplegt. Gegevens wordt immers ook verzameld zonder dat burgers daar bezwaar tegen maken. Dit had Mumford in 1967 al doorzien: Veel consumenten zien deze bedrijven niet alleen als absolutely irresistible, maar ook ultimately beneficial. Deze twee voorwaarden vormen de kiem van wat hij de megatechnics bribe noemde[2].

Antitrust wetgeving

De enige wetgeving die de macht van Big Tech kan breken en die we dus van overheden mogen verwachten is een krachtig antitrust beleid, ontvlechting hun onderdelen, een absoluut verbod op overnames en een rigoureuze belastingheffing.

Technologie ontwikkelt zich niet op autonome wijze. Op dit moment bepaalt Big Tech onomstotelijk de technologieagenda op het westelijk halfrond. China is een ander verhaal. Met Mariana Mazzocato[3] ben ik van mening dat overheden de leiding over de technologische ontwikkeling weer naar zich toe moeten trekken, zoals dat tot het einde van de vorige eeuw het geval was. Denk aan de rol die van instellingen als DARPA in de VS, het Fraunhofer Instituut in Duitsland en TNO in Nederland. Democratische controle is daarbij een absolute voorwaarde! Alleen dan krijgt technologie die nodig is voor de realisering van maatschappelijke doelen volop de kans zich te ontplooien.

In het hoofdstuk ‘Digitally just cities’ van het e-boek ‘Steden van de toekomst: Humaan als keuze, smart waar dat helpt’, laat ik onder meer zien hoe Facebook, Amazon en Google er na een mogelijke ontvlechting uit kunnen zien. 

Deze post is nummer 2 in de reeks Bouwen aan duurzame steden. De rol van digitale technologie


[1] https://is.gd/6FwqiO

[2] https://www.boundary2.org/2018/07/loeb/

[3] https://www.hmjvandenbosch.com/2014/10/23/geen-kleinere-maar-een-sterkere-overheid/