Wie vertrouwt het topmanagement van bedrijven nog?

Deze eerste post van een reeks over corporate governance beschrijft het Purpose of the Corporation Project, dat een nieuwe benchmark voorstelt voor het management van bedrijven

In de laatste decennia van de 20ste eeuw is management als professie in een zware depressie geraakt. In de daaraan voorafgaande decennia was er juist sprake geweest van een veelbelovende ontwikkeling: Professionele managers  werden aangetrokken om namens de eigenaren het bedrijf te runnen en deden dat later ook voor zelfstandige bedrijven. Hun professie gebood hen  de belangen van alle stakeholders op de lange termijn in acht te nemen. Zij kregen hiervoor net als alle andere werknemers salaris.

MiltonFriedman3
Milton Friedman

Het neoliberalisme – in politiek en wetenschap – heeft bijgedragen aan een devaluatie van de professionele manager. De gedachte was dat het de markt is, die bepaalt hoe goed het met een bedrijf gaat en niet het management. Als voornaamste opgave voor het management gold vergroten van de aandeelhouderswaarde. Deze zienswijze is onverbrekelijk verbonden met Milton Friedman: “The sole purpose of the firm is to make money for its shareholders.” Hij en vele anderen zagen de aandeelhouders als de economische eigenaren van beursgenoteerde ondernemingen. Een zienswijze die overigens ingaat tegen de wetgeving in de meeste landen. Hele generaties studenten bedrijfskunde zijn met deze zienswijze opgegroeid.

Het is lofwaardig dat een prominente business school tegen deze zienswijze ten strijde trekt. Het betreft Cass Business School, onderdeel van de City University of London. Zij heeft het Purpose of the Corporation Project geïnitieerd, dat tijdens een manifestatie in Brussel op 28 september jl. is afgerond[1]. 250 wetenschappers, politici en topmanagers[2] uit Europa en de VS hebben zich achter het eindrapport gesteld dat aandeelhouderswaarde als hoogste doel van het management afwijst[3].screenshot

Inherent aan vergroting van de aandeelhouderswaarde is een korte termijnperspectief dat ernstige gevolgen heeft:

  • Afnemende investeringen in onderzoek en ontwikkeling
  • Nemen van onverantwoorde risico’s door het topmanagement
  • Gelijkschakeling van belangen van topmanagers met die van aandeelhouders door bonussen in de vorm van aandelen(opties)
  • Negatieve externe effecten, zoals steeds schevere inkomensgroei[4], afkalvend vertrouwen vanuit de samenleving, ondermijning van de monetaire stabiliteit (financiële crisis) en roofbouw op de omgeving
  • Eenzijdige nadruk op versterking van de positie op de financiële markten met als gevolg herstructurering en bijbehorende sluiting van bedrijfsvestigingen (fusies, acquisities, buyouts)
  • Belastingontwijking, met als gevolg vermindering van de bijdrage van bedrijven aan de instandhouding van een gezonde infrastructuur
  • Ondermijnen van het vertrouwen in aandelenbezit als rendabel beleggingsinstrument op de lange termijn

images-8In plaats van streven naar de hoogst mogelijke waarde voor de aandeelhouders zou het doel (‘the purpose’) van ondernemingen moeten zijn: Creëren van bestendige waarde voor alle stakeholders en bijdragen aan maatschappelijk welzijn en omgevingskwaliteit.

De basis van het eindrapport van het Purpose of the Corporation Project, waarover in een volgende post meer, zijn vijf Modern Governance Statements op het gebied van resp. bedrijfsrecht, management, verslaglegging, economie en overheidsbeleid. Deze statements zijn gebaseerd op omvangrijke literatuurstudie en ondertekend door een aanzienlijk aantal wetenschappers.

Hieronder een selectie van bewerkte quotes uit de vijf statements:

  • Vrijwel overal ter wereld kunnen bedrijven met de wettelijke status van rechtspersoon (bijvoorbeeld BV’s of NV’s) eigen activa (assets) bezitten en verplichtingen aangaan.
  • Bedrijven kunnen kapitaal verwerven, onder andere door uitgifte van aandelen. Sommige aandelen geven recht op dividend en om mee te praten over een beperkt aantal nauwkeurig omschreven onderwerpen.
  • In geen enkele wetgeving hebben aandeelhouders eigendomsrechten. Het enig correcte antwoord op de vraag van wie is een bedrijf met een status van rechtspersoon is, is ‘van zichzelf’.
  • In vrijwel alle wetgevingen ter wereld hebben de fiduciaire verplichtingen van het management uitsluitend betrekking op het bestaan en voortbestaan van het bedrijf[5].
  • Geen enkele wet verplicht het management om naar maximale winst voor de aandeelhouders te streven. Als deze dat toch doen, komt dat doordat ze bezwijken voor druk van activistische aandeelhouders of vanwege eigen profijt.
  • In de jaren ’90 is het toezicht op de verslaggeving van bedrijven overgegaan van nationale overheden/parlementen naar de International Accounting Standards Board. Hierdoor is de focus van de verslaglegging versmald naar het verschaffen van informatie aan investeerders en naar de berekening van de activa op basis van marktwaarde.
  • De idee van een sociale partnerschap tussen maatschappelijke instituties – waaronder ondernemingen – is teloor gegaan.

Het Purpose of the Corporation Project biedt een nieuwe benchmark voor corporate governance, voor professioneel management en voor managementopleidingen. Deze laatste hebben jarenlang hun verantwoordelijkheid naar de samenleving verzaakt door zetbazen (‘agents’) van de aandeelhouders op te leiden. Maar het is ook een nieuwe benchmark voor wat de samenleving van het topmanagement mag verwachten én een signaal naar aandeelhouders die met kortetermijndenken hun eigen positie ondergraven.

[1] Voor een kort overzicht van de achtergronden van het project: https://goo.gl/vNJQjr

[2] Hiertoe behoren onder andere Tim Cook van Apple en Paul Polman van Unilever.

[3] Het lezenswaardige eindrapport “Corporate Governance for a changing world: Final Report of a Global Roundtable Series” is hier te downloaden: https://goo.gl/bdEaQp

[4] CEO’s van de top 500 bedrijven in de VS verdienden in 2012 354 maal salaris van gemiddelde werknemer. Het gemiddelde inkomen van de 500 hoogst betaalde topmanagers in dat jaar was $30,3 miljoen, waarvan 82% uit aandelen kwam.

[5] Dit betekent dat alle stakeholders ervan kunnen uitgaan dat het management de belangen van de onderneming als geheel behartigt.

Nieuwe wijn in oude zakken. De PvdA over welvaart, duurzaamheid en gelijkheid

screenshot7Onlangs heeft een commissie van prominente PvdA-leden, onder leiding van Ad Melkert, een plan gepubliceerd om uit de crisis te komen[1]. Dit plan “De bakens verzetten” streeft onder andere naar beheersing van de schuldenlast (3%, of lager) én begrenzen van de werkloosheid (5% of lager). Economische groei zal mede zijn gebaseerd op duurzame productie, meer inkomensgelijkheid en sociale vernieuwing. Welvaart wordt gedreven door ondernemerschap en daarom wordt de belasting op arbeid verminderd, onderzoek en onderwijs gestimuleerd en toegang tot investeringskapitaal verruimd, zeker voor groene investeringen. Om enkele punten te noemen.

Wie ook het onlangs verschenen rapport van de WRR “Naar een lerende economie” kent, ziet verrassend veel overeenkomsten tussen beide publicaties[2]. Precies om deze reden voel ik  onbehagen bij het PvdA-rapport.

De wereld van vandaag is het onmiskenbare resultaat van ruim een eeuw strijd tussen kapitalisme en socialisme. Beide bewegingen hebben mooie leerstellingen geponeerd: Vrije markt en liberalisme tegenover staat en gelijkheid. Maar zodra een van beide stromingen het voor het zeggen kreeg, betekende dit uitbuiting en onderdrukking voor de massa en zelfverrijking en corruptie door de elite.

capitalism-socialismKapitalisme en socialisme hebben beide de natuur aan de rand van de afgrond gebracht, schrijnende maatschappelijke tegenstellingen en oorlogen veroorzaakt en uiteindelijk hun bevolking aan zich verbonden met materiële welvaart.

Tegenwoordig keren velen zich af van de oude politieke denkbeelden en de daaraan verbonden politieke partijen: De VVD, die moeilijk afstand deed van haar imago als de partij van de rijken en de PvdA, die wordt gezien als de aanstichtster van doorgeschoten nivellering en mislukte integratie.

De werkelijkheid is inmiddels dat binnen de VVD krachtige voorstanders zijn van beheerste inkomenspolitiek en duurzaamheid en dat binnen de PvdA solide monetair beleid, ondernemerschap en gecontroleerde immigratie hoog op de agenda staan. Maar binnen beide partijen denkt tegelijkertijd menigeen met weemoed terug aan de identiteit die ze aan ‘links’ of ‘rechts’ ontleenden.

De problemen die Nederland en vele andere landen teisteren, kunnen niet met het oude denken opgelost worden. Veel ingrediënten van het nieuwe denken, zoals beperking schuldenlast, sociale cohesie, versterken ondernemerschap, inzetten op onderzoek en ontwikkeling, innovatie, gecontroleerde immigratie  en ‘corporate governance’ zijn niet ‘links’ en ook niet ‘rechts’. Zij konden ontstaan omdat een groeiende groep die zich niet (meer) met het oude politieke denken kon identificeren, bruggen ging slaan. Het voornoemde WRR-rapport is hiervan een voorbeeld en kreeg dan ook veel waardering. De commissie Melkert lijft een deel van dit gedachtengoed in onder het motto  “Linksom uit de crisis” en dat is misplaatst. Het gevolg kan zijn dat anderen zich van dit gedachtengoed distantiëren en dat het draagvlak voor een nieuwe politiek verdampt.

Ik hoop dat diegenen die vorm willen geven aan een visie die welvaart, welzijn en duurzaamheid verenigt, dat blijven doen buiten de oude politieke scheidslijnen om. Maar eerlijk is eerlijk, “De Bakens verzetten” is een inspirerende tekst.