Digitale hulpmiddelen op weg naar een circulaire samenleving. Amsterdam als voorbeeld

In de 19de aflevering van de reeks Bouwen aan duurzame steden – de bijdrage van digitale technologie ga ik in op de vraag hoe digitale technologie kan helpen bij de lange weg naar een circulaire samenleving.

De bijdrage van digitale technologie wordt het meest zichtbaar als deze in samenhang met het hele beleid en daaruit voortvloeiende acties wordt gezien. Daarom staat in deze aflevering Amsterdam in de schijnwerpers; deze stad voert vanaf 2015 een consistent circulair beleid.

Waarom is een circulaire economie noodzakelijk?

Europese landen samen hebben gemiddeld 2,9 exemplaren van de planeet aarde nodig om te voldoen aan de behoeften aan grondstoffen. Maar ook één aarde heeft eindige hulpbronnen en het ligt daarom voor de hand dat steeds meer landen ernaar streven om in 2050 circulair te zijn. De circulaire verwerkingsladder bevat een reeks opties met op de laagste trede winnen van energie uit voor hergebruik ongeschikte materialen en voorts recycling, herbestemming, herfabricage, renovatie, repareren, hergebruiken, verminderen, heroverwegen tot afwijzen[1]

Een circulaire economie is een economisch en industrieel systeem dat afval elimineert en de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het herstellend vermogen van natuurlijke hulpbronnen als uitgangspunt neemt, waardenvernietiging in het totale systeem minimaliseert en waardencreatie in iedere schakel van het systeem nastreeft[2]. In dit verband wordt ook vaak gesproken van cradle-to-cradle design. Hierin wordt gedacht in termen van materiaalstromen en het behoud van waarden, waardoor op lange termijn geen instroom van ongebruikte materialen meer hoeft plaatst te vinden[3]. Containerbedrijf Maersk heeft een cradle-to-cradle paspoort ontwikkeld, een primeur voor de scheepvaartindustrie, bestaande uit een database van alle scheepscomponenten, inclusief het aanwezige staal, met het oog op recycling, hergebruik en herfabricage van nieuwe schepen of onderdelen[4]. Van villa Welpeloo in Enschede (titelfoto) is 90% van de constructie en de gevel gemaakt van gebruikte onderdelen.

De nota Digitaal duurzaam[5] ziet digitalisering als een faciliterende voorwaarde (’enabler’) op weg naar een circulaire economie. Daarbij worden onderscheiden: de afstemming van vraag en aanbod van materialen, het vergemakkelijken van onderhoud en reparatie, de verbetering van het productieproces en de ondersteuning van de partners bij ketensamenwerking. In het navolgende komen van al deze opties voorbeelden aan de orde.

Amsterdam en de realisering van circulaire principes

De ambitie van Amsterdam is om in 2030 al 50% minder ‘nieuwe’ grondstoffen te gebruiken ten opzichte van de huidige situatie. Dit doel is ook voor het behalen van de klimaatdoelstellingen van groot belang: 63% van de CO2-uitstoot waarvoor de stad verantwoordelijk is, is afkomstig van producten en materialen die in het buitenland worden geproduceerd. De gemeentelijke overheid kan deze stoom ook maar deels beïnvloeden. Vandaar dat het beleid zich toespitst op drie terreinen waar de stad de meeste invloed heeft, namelijk voeding en organische reststromen, consumptie en de gebouwde omgeving.

Amsterdam publiceerde haar eerste beleidsplan Amsterdam Circulair: Visie en routekaart voor stad en regio in 2015[6].  Hierin lag de nadruk op organisch afval en de bebouwde omgeving. Het bevatte 75 actiepunten en de aanpak daarvan werd in 2018 positief geëvalueerd en dit legde de basis voor een nieuw rapport en een volgende fase[7]. Besloten werd om door te gaan met dezelfde accenten met toevoeging van voeding en consumptie. De toevoeging van consumptie lag voor de hand, omdat Amsterdam zich al enige tijd sterk maakte op het gebied van de deeleconomie[8].

Kort na de publicatie van dit nieuwe rapport verscheen Kate Raworth op het toneel. Opmerkelijk is dat in geen van de eerdere rapporten een referentie voorkomt naar haar werk op het gebied van de donut-economie. In mei 2019 verscheen de eerste vrucht van de samenwerking met Kate Raworth, dat voortbouwde uit het rapport van een jaar daarvoor. De samenwerking resulteerde in een nieuw rapport Bouwstenen voor de nieuwe strategie Amsterdam Circulair 2020-2025[9] waarbij een groot aantal betrokkenen uit de sectoren, voeding en organische reststromen, consumptie en bouw was betrokken. Het resulteerde in 17 bouwstenen, genaamd ‘ontwikkelingsrichtingen’.

Bij dit rapport was de originele publicatie over de donuteconomie uit 2012 als uitgangspunt genomen. Er bleek echter één valkuil te zijn. Het originele donutmodel is ontworpen voor toepassingen op mondiaal niveau, die volgens Kate Raworth niet rechtstreeks kunnen worden herleid naar het stedelijk niveau. De sociale implicaties van het gedrag in één stad hebben niet alleen invloed op deze stad zelf, maar ook op de rest van de wereld. Hetzelfde geldt voor de ecologische aspecten.

Daarom nodigde Kate Raworth vertegenwoordigers van Amsterdam, Philadelphia en Portland uit om zich bij een taskforce aan te sluiten en te ontdekken hoe een donutmodel op stadsniveau eruitziet. In elk van deze steden namen tientallen ambtenaren en burgers deel aan een interactief proces. Het resultaat was een nieuw model dat uitgaat van vier lenzen om stedelijke activiteiten te bekijken: De eerste en de tweede leken op de originele lenzen, maar dan toegepast op stadsniveau, bijvoorbeeld de impact van lokale industrie op de lokale natuur. De derde is hoe activiteiten in een bepaalde stad een negatieve sociale impact hadden op de rest van de wereld; denk aan kleding, geproduceerd onder slechte omstandigheden. De vierde is de impact van lokale acties op de natuur wereldwijd. 

Deze activiteiten resulteerden in een nieuwe publicatie, De stadsdonut voor Amsterdam[10]. Het is een instrument voor verandering, dat veel toepasbaar is dan op het circulaire beleid. In deze publicatie wordt het nieuwe donut-model vooral gebruikt als conceptueel model. In plaats van exacte berekeningen worden snapshots verzameld als illustraties.

Terwijl vertegenwoordigers van de stad druk bezig waren aan de ontwikkeling van het model voor een stadsdonut gingen de werkzaamheden richting circulaire stad onverdroten verder, en deze resulteerden vrijwel gelijktijdig in de publicatie van de definitieve circulaire strategie voor de periode 2020 – 2025[11] en het actieplan voor de periode 2020 – 2021[12]. Inhoudelijk sluiten deze plannen aan bij de publicatie van de bouwstenen uit 2019, inclusief de toepassing van het ‘oude’ donutmodel uit 2012.  

In het navolgende hanteer ik zowel het strategieplan als het actieplan om de rol van digitale instrumenten te laten zien.  Aan het einde kom ik terug op rol die de stadsdonut in de toekomst zal gaan spelen.

Digitale technieken in de circulaire strategie van Amsterdan 2020 – 2025

Ik sluit aan bij de drie waardenketens: voedsel en organische reststromen, consumptie en bebouwde omgeving die centraal staan in de strategie. Voor elk van deze drie worden drie ambities geformuleerd, verder gedetailleerd in een aantal actierichtingen. Per actierichting wordt een groot aantal projecten beschreven, vaak voorzien van meetbare resultaten in 2021. Daarnaast worden waardeketen overstijgende projecten omschreven, gerelateerd aan typen bedrijven en instellingen en de haven. Tenslotte zijn er overkoepelende projecten, waarbij ik opnieuw aandacht zal besteden aan digitalisering, ook omdat hier de rol van de stadsdonut zichtbaar zal worden.

Ik beschrijf hierna kort de drie waardenketens, benoem van elk de drie ambities en geeft vervolgens een aantal verwijzingen naar digitale hulpmiddelen die binnen elke van de waardeketen een rol zullen spelen.

Waardeketen voedsel en organische reststromen

De gemeente wil voedselverspilling bestrijden en organische reststromen maximaal hergebruiken. De rol van regionaal geproduceerd (plantaardig) voedsel zal worden versterkt in lijn met de Amsterdamse voedselstrategie. Bij de realisering van zijn doelstellingen participeert de gemeente in een omvangrijk Europees project, Rumore[13].

De drie ambities zijn: (V1) Korte voedselketens zorgen voor een robuust, duurzaam voelselsysteem, (V2) Gezond en duurzaam voedsel voor Amsterdammers en (V3) Voedsel en organische reststromen.

Voorbeelden van digitale gereedschappen

  • GROWx vertical farm is een boerenbedrijf dat onder meer door toepassing van kunstmatige intelligentie bij de indoor teelt van voedingsgewassen tot een maximaal rendement wil komen
  • Restore is een meetsysteem en simulatiemodel ten behoeve van Amsterdam en omliggende gemeenten en bedrijven inzicht geeft in financiële, ecologische en sociale effecten van diverse composteervormen en biovergisting, ook met het ook op het gebruik van biomassa.
  • Het platform InstockMarket zal (surplus) voedselstromen in kaart brengen en zo mogelijk voorspellen zodat de horeca daarop bij de inkoop kan anticiperen. De data vanuit dit project worden gekoppeld aan het dataplatform circulaire economie 
  • Het Platform www.vanamsterdamsebodem.nl maakt alle lokale voedselinitiatieven (inclusief voedselevenementen) zichtbaar en Amsterdammer kunnen nieuws delen over voedsel en stadslandbouw.
Waardeketen consumptiegoederen

De nadruk ligt op consumptiegoederen omdat deze sterk bijdragen aan de uitputting van zeldzame grondstoffen, de productie ervan vervuilend is deze vaak plaatsvindt onder slechte arbeidsomstandigheden. Daarnaast is de impact op de klimaatverandering groot. Het accent ligt op elektronica, textiel en meubels omdat in elk van deze gevallen ook reparatie goed mogelijk is.

Verder kan veel winst worden behaald door goede inzameling en hergebruik door middel van delen en ruilen.

Ook hier is een meerjarig onderzoeksproject gefinancierd door de Europese Commissie van belang. Het project Reflow[14] brengt gegevens over stromen van materialen in kaart en ontwikkelt processen en technologie om de implementatie daarvan te ondersteunen.

De ambities zijn (C1) De gemeente geeft het goede voorbeeld en gaat minder consumeren; (C2) Samen zuiniger omgaan met wat we hebben en (C3) Amsterdam maakt het meeste van af- gedankte producten.

Voorbeelden van digitale gereedschappen

  • De gemeente zal binnen de (inkoop)systemen digitale tools ontwikkelen die ambtenaren ondersteunen om circulair in te kopen.
  • Stadsdeel West ondersteunt www.warewesten.nl. Op deze website zijn de duurzame modeadressen van Amsterdam-West bij elkaar gebracht.
  • Door toepassing van onder andere kunstmatige intelligentie wordt onderzocht hoe de levensduur van uiteenlopende goederen kan worden verlengd zodat deze niet bij het grof afval belanden. Met behulp hiervan kan bijvoorbeeld op de gemeentelijke website de mogelijkheid worden geboden via bestaande onlineplatformen goederen eerst te koop/te geef aan te bieden voordat ze worden aangemeld als grofvuil.
  • Indirect is vermeldenswaard dat de gemeente het gebruik van ICT duurzamer wil maken door minder apparatuur aan te schaffen (bijvoorbeeld door ‘hardware as a service’), de levensduur van apparatuur te verlengen en het energieverbruik te ervan verlagen.
Waardeketen gebouwde omgeving

Ook voor deze waardeketen is gekozen omdat de gemeente een belangrijke stem heeft bij wat en waar wordt gebouwd en bij invulling van de openbare ruimte en. De gemeente is zelf ook een grote gebruiker van gebouwen. 

Wat de gebouwde omgeving betreft, kan er circulair worden gebouwd door grootschalig hergebruik van bouwafval. Door erop toe te zien dat gebouwen voor meer doelen kunnen worden gebruikt kan hun sloop ver worden vertraagd. Ook bij de inrichting van de openbare ruimte – van wegen en bruggen tot speeltuinen – kunnen duurzame materialen worden aangewend. Daarnaast kan worden gedacht aan het verder klimaat-adaptief inrichten, van de stad, met het oog op schonere lucht en het omgaan met toenemende hitte en regenval.

De ambities zijn: (G1): Circulair ontwikkelen doen we samen; (G2) De gemeente geeft het goede voorbeeld en gebruikt circulaire criteria; (G3) We gaan circulair om met de bestaande stad.

Voorbeelden van digitale gereedschappen

  • Invoering grootschalige toepassing van materiaalpaspoorten om zo volledig mogelijke informatie te hebben van materiaalgebruik in alle fasen van de levenscyclus van gebouwen. Hierbij wordt aangesloten op landelijke plannen, onder andere door alle materialen van een OR-code te voorzien.
  • Onderzoek naar mogelijkheden van een (nationale) online materialenmarktplaats.  Zo’n marktplaats zal effect hebben op (lokale) materialenhubs, zoals bouwhub Amstel III en het maken van circulaire businesscases. 
  • Inzichtelijk maken van aanbod (sloop, renovatie) en vraag (nieuwbouw, renovatie) van circulaire bouwmaterialen en daarmee van circulaire materiaalstromen.
  • Maken van een digital twin van de openbare ruimte en de ondergrond om deze functioneel en circulair in te kunnen inrichten en onderhouden. 
  • Onderzoek digitaal produceren vanwege de snelle ontwikkeling van digitale productietechnieken en hun toepassingen, zoals robots en 3D-printing.
  • Onderzoek naar de verduurzaming van de bouw, de apparatuur en het water- en energiegebruik van datacenters.
  • Onderzoek naar welke data over bewoners en over gebruikers van gebouwen publiek gemaakt kunnen worden en welke privé moeten blijven.

De gemeente zou het proces van vergunningsaanvragen verder kunnen versoepelen door dit geheel te digitaliseren, aanvragers in staat te stellen benodigde gemeentelijke gegevens en bouwtekeningen te uploaden en de BREAAM-score te berekenen. Dit geldt zowel voor nieuwe als te renoveren gebouwen.

Overkoepelend thema: Dataplatform en monitor circulaire economie

Op de weg naar een circulaire economie komen veel data beschikbaar en evenzoveel data zijn nodig om burgers, bedrijven en instellingen te helpen bij het maken van duurzame keuzen en om vast te stellen of het doel, 100% circulair in 2050, binnen bereik komt. Daarom wordt een dataplatform en monitor ontwikkeld[15]. Deze brengt getalsmatig alle materiaal-, recycle-, rest- en afvalstromen stromen die de stad in-, uit- en rondgaan in kaart. Hiermee kan ook worden berekend wat de impact is op de CO2-uitstoot. Ook de gegevens van de materiaalpaspoorten en de materialenmarktplaats worden – indien mogelijk – hierin geïntegreerd. De monitor omvat ook sociale aspecten als gezondheid, scholing en gelijkheid. Relevante data zullen open en toegankelijk zijn, zodat deze gebruikt kunnen worden voor de ontwikkeling van nieuwe innovaties en toepassingen door de gemeente en derden, ook om verbinding te maken met andere stedelijke transities.

De monitor sluit aan op de vier lenzen van de stadsdonut van Amsterdam en zal de gegevens verzamelen die nu nog ontbreken om hierin volledig kwantitatief inzicht te geven. Dit betreft ook de milieu impact van alle materialen die Amsterdam importeert ten behoeve van de eigen consumptie. Waar de stadsdonut nu nog een slechts deels gekwantificeerde momentopname is, zal de monitor continu inzicht geven of de gemeente binnen de ecologische randvoorwaarden blijft of waar zij tekortschiet ten aanzien van de sociale minimumeisen.

De circulaire strategie en de daaruit voortvloeiende actieagenda van Amsterdam is ambitieus en zal veel andere steden inspireren. Ook omdat veel projecten klein- of middelschalig zijn, is het nu nog niet te beoordelen in welke mate strategie en actieagenda helpen de gestelde doelen (50% circulair in 2030 en 100% in 2050) te behalen. De inzet op de ontwikkeling van de monitor is daarom cruciaal en ook zal de gemeente een open oog moeten houden op de parallelle acties die burgers, bedrijfsleven, haven en overige instellingen moeten leveren om hun aandeel te verwezenlijken.  Circulair worden omvat immers veel meer dan voeding en organische afvalstoffen, consumptie en bouw.

Om het proces van de invoering van circulair beleid door de gemeente Amsterdam en de bijdrage van Kate Raworth vast te leggen, heb ik een beknopt dossier samengesteld (Engelstalig). Dit omvat verwijzingen naar (kopieën van) alle relevante rapporten en een aanduiding van de inhoud ervan. U kunt dit dossier hier downloaden 


[1] https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/circulaire-economie/r-ladder?_ga=2.198921895.926785303.1644220874-1392152637.1639154630

[2] https://www.dropbox.com/s/jygun4bjp1a6u6w/advies_digitaal_duurzaam_def.pdf?dl=0

[3] https://stadszaken.nl/artikel/3624/op-naar-circulaire-de-bestaande-bouw-in-9-stappen?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=22-07-2021_+Volkshuisvestingsfonds

[4] https://www.archdaily.com/959059/no-more-waste-10-ways-to-incorporate-the-circular-economy-into-an-architectural-project?utm_medium=email&utm_source=ArchDaily%20List&kth=

[5] https://www.dropbox.com/s/jygun4bjp1a6u6w/advies_digitaal_duurzaam_def.pdf?dl=0

[6] Https://www.dropbox.com/s/u34sno3v9ulvabf/amsterdam_circulair_een_visie_en_routekaart_voor_de_stad_en_regio1.pdf?dl=0

[7] https://www.dropbox.com/s/dortx3gcj828dnv/Amsterdam-circulair%20Evaluatie%20en%20handelingsperspectief.pdf?dl=0

[8] https://www.dropbox.com/s/1w10dgaer8kofj2/Amsterdam-Actionplan-Sharing-Economy.pdf?dl=0

[9] https://www.dropbox.com/s/0jzng16d9aw7ei5/amsterdam%20circulair-%20bouwstenen%20voor%20de%20nieuwe%20strategie.pdf?dl=0

[10] https://www.dropbox.com/s/t5tqb3v9frbq6go/Donut%20amsterdam-portrait%20NL.pdf?dl=0

[11] https://www.dropbox.com/s/4tw3yhcxfv1rikt/Amsterdam%20circulair%202020-2025_strategie_wcag.pdf?dl=0

[12] https://www.dropbox.com/s/jj2kqsid1yst7nj/Amsterdam-circulair-2020-2021%20uitvoeringsprogramma.pdf?dl=0

[13] https://www.interregeurope.eu/rumore/

[14] https://reflowproject.eu

[15] https://www.dropbox.com/s/p0alri9qor7kz1y/amsterdam_circular_monitor.pdf?dl=0