
In het rapport Beleidsdenken over stedelijk groen en gezondheid komt een ambtenaar van het ministerie van VWS aan het woord die stelt: Tien extra bomen per stratenblok zorgen ervoor dat de leeftijd gerelateerde gezondheidsklachten gemiddeld zeven jaar later optreden. Zo is het dus niet. Er zijn voldoende studies die aanwijzingen geven over een relatie tussen stedelijk groen en gezondheid, maar het is nog onduidelijk onder welke omstandigheden dat zo is, voor wie dat het geval is en om wat voor groen het gaat.
In de loop van volgende week introduceer ik het dan te verschijnen nieuwe boek van Thijs Homan en Rob Wetzels ‘Wat nu!?’ In dit boek verklaren de auteurs het uitblijven van brede acceptatie van veranderingen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Vervolgens gaan ze uitgebreid in op de vraag ‘Wat nu?’ De frequentie van mijn posts wordt dan tevens verhoogd van een naar twee per week.
Ik benoem hieronder een aantal van de aan ‘groen’ toegeschreven gezondheidseffecten
1. Verbetering luchtkwaliteit
Fijnstof draagt bij aan een breed scala van aandoeningen. Vooral infecties van de luchtwegen en hart- en vaatziekten, maar ook kanker en mogelijk diabetes. Bomen en planten – coniferen in het bijzonder – kunnen inderdaad fijnstof afvangen. De mate waarin dit gebeurt is echter geringer dan nodig is om wezenlijke invloed te hebben op de gezondheid.
2. Tegengaan hittestress
Hittestress ontstaat als gevolg van hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Verder speelt de windsnelheid en de stralingstemperatuur een rol. Wanneer de kruinen van bomen 20% van het oppervlak van een relatief groot areaal bedekken, vermindert de luchttemperatuur overdag met 0,3oC. Deze relatief geringe daling leidt echter al tot 10% minder sterfgevallen. Vaak wordt 40% kruinoppervlak over een groter oppervlak als ideaal beschouwd.
3. Reduceren mentale stress en verbetering gemoedstoestand
Volgens Arbo Nederland is 21% van het aantal verzuimdagen stress gerelateerd, hetgeen ongeveer €3 miljard schade betekent. Een korte termijn effect van contact met de natuur op stress, concentratievermogen en interne rust is aangetoond. Het is niet duidelijk wanneer dit effect optreedt: Is een aantal uren zitten in de tuin voldoende of moet je dagelijks een flinke wandeling maken en doet het er dan toe waar je wandelt?
4. Bevorderen van sociaal contact
Vooral ouderen zijn vaak sociaal geïsoleerd, wat negatief uitpakt voor hun mentale en fysieke gezondheid. Meer groen nabij de woonomgeving, bijvoorbeeld in de vorm van buurtparkjes, nodigt uit tot sociale contacten. Van belang daarbij zijn de plaatsing van banken, voldoende zicht op de omgeving, de afwezigheid van (verkeers)lawaai en de staat van onderhoud. Het zijn dus niet alleen de bomen en het gras
5. Vermindering van geluidshinder
Vegetatie is enigszins geluiddempend, maar belangrijker is dat bewoners van huizen met een groene omgeving geluid als minder hinderlijk ervaren, ook al omdat de kans dat ze in een minder dicht bevolkte wijk wonen groter is. Verondersteld wordt dat de positieve impact van groen komt door een al besproken mechanisme, namelijk de verbetering van de stressbestendigheid als gevolg van het aanwezige groen.
De positieve impact op de gezondheid in het algemeen is voldoende bewezen, in het bijzonder de invloed op de mentale gezondheid, de vermindering van stress en de beschutting tegen hitte.
Er zijn nog veel openstaande vragen, met name welk type groen voor welke doelgroep de grootste impact heeft. De positieve invloed van bossen is groter dan die van parken, maar dit wordt gecompenseerd door het feit dat mensen doorgaans meer tijd doorbrengen in parken dan in bossen. De uitspraak van de ambtenaar waarmee ik deze paragraaf begon lijkt wat kort door de bocht.
Beviel deze post? In het e-boek Leven mét de natuur tref je veel vergelijkbare informatie over natuurinclusieve oplossingen voor de inrichting van de ruimte. Je kunt het e-boek hier downloaden.