The day Corporate Social Responsibility died

Samenleving - C$RVorige week heb ik Corporate Social Responsibility (CRS) begraven. Dat Volkswagen – nota bene net uitgeroepen tot meest duurzame autofabrikant[1] en elfde op de Global CRS Reputation Ranking[2] – ons allemaal zou belazeren, had ik niet voor mogelijk gehouden. Naïef, dat zeker, want dagelijks zijn er nieuwe voorbeelden van greenwashing. Ook heb ik twee jaar geleden met instemming het nieuwe boek van Wayne Visser besproken, waarin hij afrekent met CSR[3].

Ik heb desondanks vertrouwen gehouden in CSR omdat er talrijke voorbeelden zijn van bedrijven die investeren in duurzame energie en vermindering van hun CO2-uitstoot en die menswaardige werkomstandigheden nastreven in hun hele supply-chain.

Ik realiseer me nu dat er sprake is van een misverstand. Ik beschouwde de activiteiten van deze bedrijven op het gebied van duurzaamheid en sociale innovatie als een doel; voor de bedrijven zelf waren het middelen – om winst en reputatie te vergroten.

De ‘naked truth’ van de kapitalistische productiewijze is dat het management van bedrijven drie doelen nastreeft, waarvan de prioriteit kan wisselen:

  • Zo hoog mogelijke winst op korte en op langere termijn.
  • Zo hoog mogelijke waarde voor de aandeelhouders.
  • Zo hoog mogelijk inkomen voor zichzelf.

Om deze doelen te bereiken staan er vier soorten middelen ter beschikking:

  • Maken van kwalitatief goede producten en diensten en succesvol vermarkten daarvan (doing things good).
  • Innovatie van het productportfolio en het productieproces om de marges en het marktaandeel te vergroten.
  • Verminderen van de kosten door de productiviteit te vergroten en het productieproces te verduurzamen.
  • Zoeken van de mazen in de wet (bijvoorbeeld ontwijken van belastingen) en zo nodig overtreden daarvan.

In wezen zijn alle bestuurders van grote bedrijven onverkort adepten van de econoom Milton Friedman die op 13 september 1970 in de New York Times schreef : The sole purpose of the firm is to make money for its shareholders. Friedman voegde daaraan overigens toe: while conforming to the basic rules of the society, both those embodied in law and those embodied in ethical custom. Dit laatste wordt geregeld vergeten.

Recht doen aan de ‘naked truth’ van de kapitalistische productiewijze heeft twee consequenties:

  • Duurzaamheid - Greenwashing2Bedrijven moeten zich toeleggen op de realisering van hun doelen en dat op de bedrijfseconomisch beste manier doen. Dat zal hen vaak doen besluiten om uit duurzame oplossingen te kiezen. Ze moeten ophouden met het gebruik van CSR als rookgordijn.
  • Overheden zorgen voor stringente wetgeving (inclusief doelmatige handhaving) met gespecifieerde eisen op het gebied van arbeidsomstandigheden in de hele keten, energieconsumptie, CO2-uitstoot, belastingafdracht, inkomen van het management et cetera.

Gelukkig zijn er ook bedrijven die afstand nemen van de kapitalistische productiewijze. Het gaat deze bedrijven niet alleen om doing things good maar ook om doing good things. Ik vertrouw er nog steeds op dat bedrijven als Patagonia, Grameen Bank en Interface sociaal verantwoord en duurzaam opereren. De essentie is dat zij hiervoor kiezen ook als dat geen geld opbrengt maar geld kost. Het is geen middel maar een doel.

Hier ligt de waterscheiding tussen ondernemingen met een kapitalistische productiewijze en de groeiende groep van maatschappelijke ondernemingen[4].

De nieuwe groep van maatschappelijke ondernemingen is de aangewezen groep om inhoud te geven aan wat Wayne Visser CSR 2.0. noemt. Het gaat daarbij om de kenmerken en activiteiten, die wat mij betreft ook wettelijk verankerd moeten worden:

  • Duurzaamheid - Age of responsibility Wayne VisserInzetten van innovatief vermogen om bij te dragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen en aan de verbetering van het welzijn van mensheid, bijvoorbeeld door garanderen van guild-free shopping.
  • Duurzaamheid is opgeschaald naar alle aspecten bedrijfsvoering in plaats van zich tot kleine onderdelen te beperken. CSR is geen aparte afdeling.
  • Geen standaarden (ISO 140001) maar absolute doelen (carbon neutral) en volledige transparantie bij de verantwoording daarvan. Bijvoorbeeld deelname aan Global Reporting Initiative en Carbon Disclosure Project).
  • Incalculeren van de lokale en globale effecten van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door full-cost accounting.
  • Maximale bijdrage aan circulaire productie, onder andere door life-cycle impact assessment, service lease en take-back.
  • Geen charitatieve acties, maar faire beloning op alle niveaus en volledige belastingafdracht.
  • Geen aandelen maar leningen via crowdsourcing.

Ik kijk ernaar uit dat ondernemingen als Unilever, Philips en DSM openlijk verklaren maatschappelijke onderneming te willen zijn met alle rechten en plichten van dien. Ik vrees dat moment nog ver verwijderd is.

[1] Volkswagen is als eerste geplaatst op de Dow Jones Sustainability Index, sector automotive

[2] Zie mijn blogpost van 23 september jl. “Vertrouwen in Volkswagen: Total loss’: http://wp.me/p32hqY-eU

[3] The Age of Responsibility: CSR 2.0 and the New DNA of Business. Zie voor een beknopte Engelstalige samenvatting: http://mvonederland.nl/sites/default/files/2013/engelse_samenvatting_boek_wayne_visser.pdf

[4] Mintzberg zet verschillende vormen van maatschappelijke ondernemingen op een rij. Erg nuttig mintzberg.org/blog/ownership… Hij laat zien dat er weliswaar een vloeiende overgang is tussen bedrijven met een kapitalistische productiewijze en ‘community enterprises’ maar dat het fundamentele verschil erin zit dat de eerste een (collectieve) eigenaar hebben met een economisch doel en dat de tweede van iemand (of van iedereen) zijn. Niettemin is het definiëren van een aantal varianten van belang.

Wat mag een CEO verdienen?

Mijn vorige post ging over de negatieve invloed op werknemers van exorbitant hoge beloningen voor hun bazen. Maar wanneer is een beloning ‘exorbitant hoog’? Een echte party-killer, deze vraag. Vaak wordt de Balkenende-norm gehanteerd. Overigens vind ik dat de minister-president best wel wat meer mag verdienen dan nu. Maar zelfs als we de minister-president vier ton gunnen, dan verdient de CEO van Unilever nog meer dan tien maal zo veel. Is diens baan zo veel vervelender of moeilijker, werk hij zo veel harder of heeft hij zo veel meer verantwoordelijkheid? Ik dacht van niet.

Verdiensten CEO's van Nederlandse bedrijven in 2012
Verdiensten CEO’s van Nederlandse bedrijven in 2012

Salarissen voor het topmanagement moeten een onderdeel zijn van het hele salarisbeleid van een organisatie. Bij de bepaling van de hoogte van salarissen gelden twee criteria: de complexiteit van het werk en de zelfstandigheid bij het nemen van beslissingen. Als je de hele salarispiramide bekijkt, dan kom je uit op drie tot vijf ton voor het topmanagement. Nu komt het geregeld voor dat een divisiemanager een paar ton verdient en diens directe baas tien maal zo veel.

Hoe komt dat? De Raden van Commissarissen stellen de salarissen van de CEO’s vast en ze wijzen daarbij steevast naar marktwaarde. Hun denkfout is evident, terwijl ze toch alles van markten afweten. Er is geen markt, alleen een ‘old boys network’. Ze vissen in een vijver van hoogbetaalde personen die ze kennen en ze sluiten anderen uit. Laat ze de functie-eisen formuleren en een goede headhunter op onderzoek sturen. Ik weet zeker dat er veel talent komt bovendrijven en dan doet het marktmechanisme de rest.

Raden van Commissarissen hebben een steuntje in de rug nodig om deze kant op te gaan. Hoe helpen we hen daarbij?

Punt een

Een ‘fair’ salaris is wat mij betreft een onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), iets waar CEO’s tegenwoordig zo goed over kunnen praten. Ik stel voor dat we in Nederland komen tot een MVO-statuut waarin onder andere is opgenomen dat topmanagers maximaal 5 ton verdienen.

Punt twee

Politici, vakbeweging en andere organisaties zorgen er dan voor dat het MVO-statuut iets wordt waar ondernemingen niet omheen kunnen, tenminste als ze kun klanten willen houden of opdrachten van de overheid willen krijgen.

Punt drie

In de wet wordt opgenomen dat een bedrijf voor alle hogere functies moet adverteren. Open aanbesteding is inmiddels ingeburgerd. Op deze manier ontstaat een markt voor managementtalent.

Punt vier

Potentiële managers worden uitgenodigd het MVO-statuut te tekenen. Daarmee beloven ze zich in te zetten voor de winstgevendheid van het bedrijf, de werkomstandigheden en de ecologische ‘footprint’ van het bedrijf. Ze verbinden zich daarmee tevens aan het maximumsalaris.

Punt vijf

Managementopleidingen worden eveneens aangemoedigd om het MVO-statuut te tekenen en ernaar te handelen. Deze opleidingen bieden speciale programma’s aan voor aankomende (sub)topmanagers.

Als geld de drijfveer wordt....
Als geld de drijfveer wordt….

Het gaat uiteraard om meer dan het inkomen van de baas. Inzet is de toekomstige positionering van Nederland in de wereld. We kunnen geen welvarend land meer zijn ten koste van andere landen en van de natuur. Dit vereist dat we creatief en ondernemend zijn, hard werken en vooral onderling samenwerken. Zelfs dan moeten het in de toekomst met iets minder inkomen doen. Hiervoor komt geen draagvlak als de top zich blijft verrijken.