
Bomen in de stad staan er zelden zo florissant bij als deze.
Bomen mogen in geen enkele buurt ontbreken en daarom zijn er op veel plaatsen plannen om hun aantal fors uit te breiden. Daarbij wordt lang niet altijd aandacht geschonken aan wat gezonde levensomstandigheden zijn voor bomen.
Dat bomen voor steden belangrijk zijn, is al eeuwen bekend. Eerst, vooral uit overwegingen van sier en status, later steeds meer vanuit het besef dat ze bijdragen aan het welzijn van mensen en het herstel van een gezond leefmilieu. Een volwassen grote boom absorbeert door opslag en productie van zuurstof, 5,4 ton CO2 en 20 kg fijnstof per jaar.
Milaan, Barcelona en London willen de komende decennia honderdduizenden nieuwe bomen plaatsen. Zowel met het doel CO2 te absorberen, maar ook om het ontstaan van hitte-eilanden tegen te gaan.
Maar bomen hebben het zwaar. Stadsbomen worden zelden ouder dan 100 jaar en leiden aan uiteenlopende ziekten. Veel recent aangeplante bomen sterven binnen enkele jaren. De belangrijkste oorzaken zijn droogte, de stenige omgeving en de harde ondergrond. Bij de aanleg van straten wordt de grond met trilplaten verhard en het verkeer doet daar nog een schepje bovenop. De bomen hebben daardoor te weinig mogelijkheden om te wortelen waardoor ze te weinig water krijgen én makkelijk omwaaien. De 2,5 miljoen Nederlandse honden doen bovendien een voortdurende aanslag op de kwaliteit van de boomschors.
Een Nederlands bedrijf levert TreeTanks. Dit zijn ondergrondse kunststoffen kratten ter grootte van een parkeerplek waarin bomen ruim kunnen wortelen. Via slangen kan de lucht- en watertoevoer worden geregeld. Deze kratten kunnen ook voor ondergrondse waterberging zorgen. Toch roept deze oplossing vragen op.
In zijn boek The hidden life of trees (2016) schrijft Peter Wohlleben dat bomen onderling communiceren via mycelium (schimmeldraden).
Hij baseerde zich op het werk van de Amerikaanse biologe Suzanne Simard, die sprak van een wood wide web. De ecotoop waarin bomen staan zou bepalend zijn voor hun weerstandsvermogen. Daarom rijzen er ook twijfels aan de duurzaamheid van de zogenaamde verticale bossen, die in geen enkel opzicht een bos mogen heten.
Bomen zijn bovendien geen wondermiddelen; ze leiden onder het kwaad dat ze moeten bestrijden.
Er zijn inmiddels verschillende studies die aantonen dat de opname van CO2 minder wordt naarmate het klimaat warmer is (en wordt). Ze slagen er dan minder in de bladeren koel te houden en dat remt het proces van fotosynthese.
Tenslotte, de keuze van de boomsoort luistert steeds nauwer. De idee wordt verlaten dat vooral inheemse soorten geplant moeten worden zoals als de iep. In plaats daarvan gedijen bomen uit warmere en drogere streken in Nederland steeds beter, zoals de Japanse els en de Kaukasische beuk.

Beviel deze post? In het e-boek Leven mét de natuur tref je veel vergelijkbare informatie over natuurinclusieve oplossingen voor de inrichting van de ruimte. Je kunt het e-boek hier downloaden