De eis ‘publish or perish’ (publiceren of wegwezen) heeft al veel stof doen opwaaien. Het ligt voor de hand dat wetenschappelijk personeel van universiteiten publiceert. De samenleving heeft er recht op om te weten waartoe de onderzoekseuro’s leiden. Publiceren krijgt echter perverse trekken als voldoen aan de eis tot publiceren ertoe leidt dat medewerkers geen tijd meer hebben om onderzoek te doen. Wat is hier aan de hand? Ik leg eerst uit wat ik bedoel met ‘slim publiceren’ en daarna wat ik versta onder het doen van onderzoek.
Slim publiceren
Elke medewerker met een ‘onderzoekstaak’ moet enkele malen per jaar publiceren in een wetenschappelijke tijdschrift. Er circuleert een groot aantal tips om ‘slim’ te publiceren en zonder al te veel moeite aan deze norm te voldoen. Enkele voorbeelden:
- Begeleid zo veel mogelijk scripties van masterstudenten. Per jaar zijn er altijd wel een of twee die met niet al te veel moeite uitgewerkt kunnen worden tot een tijdschriftartikel.
- Maak scriptiegroepjes waarbij studenten samen datamateriaal verzamelen en ieder afzonderlijk een of meer hypothesen uitwerken. Deze aanpak levert minimaal een dataset op die je kunt bewerken tot een artikel.
- Vraag altijd een collega om je artikel te becommentariëren in ruil voor een mede-auteurschap. Als dit over en weer gebeurt, wordt je output verdubbeld, zonder er veel voor te hoeven doen.
Beperkt je in een artikel tot één probleem en enkele hypothesen. Vaak kun je dan twee verschillende artikelen maken op basis van dezelfde data. Bied deze dan wel aan verschillende tijdschriften aan.
- Zorg ervoor dat je copromotor bent van enkele promovendi. Het is gebruikelijk dat zij op artikelen promoveren en jij mag daar ook je naam bij zetten.
- Neem altijd citaties op uit andere artikelen uit het tijdschrift waar je een publicatie indient. Dat verhoogt de kans op plaatsing.
- Citeer je collega’s en spreek af dat zij dat ook met jou doen. Daarmee verhoog je de impact van je publicatie.
Met ‘slim publiceren’ moet het zeker lukken drie á vier publicaties per jaar te halen. Het brengt uiteraard wel wat werk met zich mee, maar je hoeft zelf de straat niet op om onderzoek te doen. En daar wringt de schoen…
Onderzoek doen
De samenleving stelt jaarlijks universiteiten miljarden ter beschikking om onderzoek te doen. We spreken van onderzoek als wetenschappers gefascineerd raken door een probleem zich daar langdurig diepgaand mee bezig gaan houden. Wat houdt dat in:
- Onderzoek doe je zelden alleen. Succesvol onderzoek is daarom het resultaat van intensieve samenwerking tussen een aantal wetenschappers.
- Samenwerken betekent samen bijhouden en bespreken van de literatuur over het gekozen onderwerp en hierover minstens een keer per maand een grondige discussie hebben.
- Onderzoekers hebben gegevens nodig en ze verzamelen deze gezamenlijk als groep. Dit kunnen kwantitatieve data zijn, maar samen kunnen ook de nodige interviews worden afgenomen. Hierbij kunnen uiteraard ook masterstudenten een rol spelen.
- De bestudeerde theorie en de verzamelde gegevens worden voortdurend besproken teneinde hypothesen te testen of anderzijds tot wetenschappelijk en maatschappelijk relevante inzichten te komen.
- De resultaten van lopende onderzoek worden op congressen gedeeld met collegae die verwant onderzoek doen. Deze uitwisseling kan leiden tot de intentie om samen te werken en tot het aanvragen van externe onderzoeksmiddelen
- Het onderzoeksteam spant zich in om aanvullende middelen te verwerven de aanstelling van aio’s. Het werk dat deze aio verricht staat dus niet geïsoleerd maar is onderdeel van een groter thema.
- Last but not least; het onderzoeksteam publiceert geregeld in uiteenlopende tijdschriften over de (tussentijdse) resultaten.
Publiceren is bedoeld als middel om onderzoeksresultaten te communiceren naar vakgenoten en naar de rest van de samenleving. Dat gaat veel verder dan de vele ‘slimme’ publicaties die jaarlijks worden afgescheiden. Het resultaat is dat tijdschriften vol staan met bloedeloze artikelen, die uiteindelijk niemand meer leest. Het ergste is echter dat deze medewerkers niet meer toekomen aan het doen van ‘echt’ onderzoek en daarom noem ik de publicatiedwang een perverse prikkel.
Hiermee is tevens gezegd dat wetenschappelijk personeel niet verweten kan worden ‘slim’ te publiceren. Het is het management dat afrekent op het aantal publicaties en daarmee bijdraagt aan het beschreven gedrag. De oplossing is eenvoudig; het management moet de eis tot publiceren vervangen door de eis tot deelname aan een onderzoeksproject en medewerkers collectief verantwoordelijk te maken voor de kwaliteit, het resultaat en de reputatie daarvan. Als dat één publicatie in Science per jaar is, zou ik al dik tevreden zijn.
De oplossing die je aandraagt lijkt me een uitstekende 🙂 Ik heb wel de indruk dat jouw oplossing in de bètawetenschappen al onderdeel is van de dagelijkse praktijk.
Dag Ward, dat denk ik ook. Ik ken ook wel voorbeelden uit de sociale wetenschappen. Maar helaas komt de praktijk die ik beschrijf te vaak voor om als ‘incident’ af te doen. Ik wou dat iedereen het boek van Andrew van de Ven las en zich meer verantwoordelijk voelde der het geld dat de samenleving ter beschikbaar stelt om écht wetenschappelijk onderzoek te doen.