Het predikaat Smart City 2.0 daarentegen is van toepassing als technologische hulpmiddelen expliciet zijn ontworpen om problemen zoals vervuiling, gezondheid en verkeer aan te pakken en hun inzet plaats vindt in nauw overleg met de burgers. Een breed gedragen visie op leefbaarheid en duurzaamheid staat voorop.
De interesse van burgers om deel te nemen aan formele besluitvormingscircuits en eindeloze vergaderingen is echter beperkt. Ondertussen is wereldwijd een grootte rech aantal burgers betrokken bij activiteiten zoals collectief tuinieren, koken, het aantrekkelijk maken van straten en zelfs de productie van energie. Deze activiteiten, vaak aangeduid als commoning of place-making, beperken zich niet tot high-tech maar bedienen zich ook van low- of no-tech oplossingen[2]. Idealiter dragen deze activiteiten bij aan bredere doelen zoals sociale integratie, democratie, stichten van bedrijven en het opbouwen van sociaal kapitaal. Hier is het predikaat Smart City 3.0 in orde.
Deze post gaat over Smart Cities 3.0.
Op dit moment kan geen enkele stad zich erop beroepen om een Smart City 2.0 of 3.0 te zijn. Een beperkt aantal steden kan het predikaat Smart City 1.0 claimen. De nieuw gebouwde voorstad van Seoul, Songdo, is waarschijnlijk een van hen[3]. Amsterdam en Rotterdam zijn op weg naar Smart City 2.0. en mogelijk ook naar Smart City 3.0. In beide steden vindt een groot aantal samenwerkingsprojecten van groepen burgers plaats. De Community Lovers Guide geeft daarvan fraai geïllustreerde voorbeelden[4]. Sommige worden in deze post genoemd. Volgens Tessy Britton, een van de auteurs, werken veel van deze projecten echter geïsoleerd, zonder een vorm van ondersteuning en als gevolg daarvan hangt hun continuïteit af enkele enthousiaste ‘trekkers’.
De voordelen van een platform benadering
In theorie is een platform benadering een nuttig instrument om projecten te initiëren, te ondersteunen, aan elkaar te koppelen en extern te representeren. Daarmee wordt de basis gelegd voor een participerende cultuur. In West Norwood (Zuid-Londen) is de haalbaarheid van zo’n aanpak door middel van een ‘fieldlab’-benadering onderzocht.
Het platform – genaamd The Open Works – werd zichtbaar toen het zijn ‘hoofdkwartier’ vestigde in een leegstaande winkel. Burgers werden tijdens informele bijeenkomsten op de hoogte gebracht en elke belanghebbende was welkom voor een kopje thee in het ‘hoofdkwartier’. Binnen een jaar zijn 20 projecten geïnitieerd en bijna 1000 mensen hebben daaraan geregeld deelgenomen. Een zeer leesbaar en goed geïllustreerd rapport beschrijft de resultaten[5].
- Het ‘hoofdkwartier’ van Open Works in West Noorwood[6]
De belangrijkste bevindingen
De onderstaande bevindingen verwijzen naar de resultaten van het proefproject, maar worden ondersteund door de resultaten van andere veldstudies.
1 Versterking van een inclusieve participatieve ecologie is haalbaar
2 Het aantal activiteiten moet een bepaalde drempel overschrijden
Opschaling van het aantal en de verscheidenheid van activiteiten is nodig om te voorkomen dat zij geïsoleerd raken en meer in het algemeen om de ontwikkeling van een participatieve cultuur te stimuleren. De drempel is vrij hoog: 10% van de burgers zal gemiddeld drie keer per week moeten deelnemen aan een project. Bovendien moeten er binnen 15 minuten loopafstand minstens 5 alternatieve projecten zijn te vinden.
3 De wenselijkheid van verschillende typen projecten
4 Projecten vloeien voort uit de behoeften van de burgers
Het starten, inrichten en uitvoeren van projecten gebeurt informeel. Schriftelijke plannen en formele goedkeuring zijn niet nodig en er is enig ‘seed capital’ beschikbaar. Ondersteuning door het platform (‘het hoofdkwartier’) is van kritieke waarde. De deelnemers blijven echter verantwoordelijk voor hun eigen project met inbegrip van het zoeken naar aanvullende financiering.
5 Reanimeren van collectieve dienstverlening ligt binnen handbereik
6 Zorg voor kwetsbare burgers
Participatie van kwetsbare burgers aan gemeenschapsactiviteiten kan voorkomen dat ze aan lager wal raken. Recent onderzoek, samengevat in het bovengenoemde Open Works eindrapport, bevestigt Putnam’s conclusie dat gemeenschapsactiviteiten het maatschappelijk kapitaal van de samenleving vergroten en bijdragen aan de fysieke en mentale gezondheid van de betrokkenen[10].
7 De platformbenadering heeft bewezen waardevol te zijn
De drie deeltijdse medewerkers hielpen bij het ontstaan van projecten, brachten mensen bijeen, organiseerde vergaderingen, verlichttten administratieve lasten, bemiddelde met externe partijen en konden kleine bedragen uitkeren voor projectkosten. De gemeentelijke investering in het platform bedroeg slechts € 10 per inwoner.
Voor een goed verloop van de samenwerking met de burgers is het wenselijk dat het gemeentebestuur projecten die op tal van plaatsen ontstaan mede als uitgangspunt neemt in plaats van deze in de eerste plaats te toetsen aan het bestaande gemeentelijk beleid. Ook hier zijn platforms onontbeerlijke intermediairen.
Hoe verder?
En wat volgt er na Smart City 3.0?
Het ligt voor de hand dat dit Smart City 4.0 is. Het gaat dan niet meer alleen om dat burgers met hun activiteiten de inrichting van de leefomgeving mede vormgeven, maar dat zij daartoe ook gelijke kansen hebben, onder andere dankzij de beschikbaarheid van betaalbare woningen en een samenleving met een meer gelijke inkomesverdeling die het werk rechtvaardige verdeelt. Uit een eerdere post blijkt dat dit nog een hele klus zal zijn[13].
[1] https://issuu.com/architecture00/docs/compendium_for_the_civic_economy_publ
[2] Zie mijn eerdere post: Leidt commoning tot nieuw democratisch elan? http://wp.me/p32hqY-1cf
[3] Zie mijn eerdere post: Smart cities zijn de oplossing, maar voor welk probleem? http://wp.me/p32hqY-1ai
[4] http://www.communityloversguide.org
[5] https://drive.google.com/file/d/0B28SOnHQM5HVV0pyT2p1NGNvQk0/view
[6] https://drive.google.com/file/d/0B28SOnHQM5HVV0pyT2p1NGNvQk0/view
[7] https://issuu.com/communityloversguide/docs/nicenewwest
[8] https://issuu.com/communityloversguide/docs/pendrecht_university
[9] https://issuu.com/communityloversguide/docs/handmade_-_new_-_mens_sheds
[10] Putnam, R. (2001) “Social Capital: Measurement and Consequences”. [online] http://www.oecd.org/innovation/research/1825848.pdf
[11] http://www.wren.uk.com/wren-the-facts/wadebridge-energy-company
[12] http://www.participatorycity.org/history-of-the-project/#intro5
[13] Zie mijn eerdere post: Smart Cities kunnen ook dom zijn: http://wp.me/p32hqY-1cW
Hoi Patricia, misschien vind je de post van Herman wel interessant. Ik moest denken aan wat je vertelde over de jaarlijkse maaltijd met de tuinders van het moestuinencomplex. Kijk maar of je het interessant vindt.
Hoi Herman, vandaag was ik in Eindhoven bij mijn vriendin Patricia. Toen ik jouw post over Smart cities 3.0 had gelezen zag ik een verbinding. Ik vertel het je nog wel.
Liefs Martje😊
Verzonden vanaf Samsung Mobile.