
Waar ik woon is één buurtvereniging. Een monopolie dus. Maar het is een goede zaak want alleen zo leren de bewoners elkaar kennen. In wezen geldt dat ook voor Facebook, maar dit bedrijf staat in het middelpunt van kritiek. Ik kom hier aanstonds op terug.
Eerst een ander voorbeeld. In een snelgroeiend aantal steden kun je via een app een elektrische step huren. Via een kaartje zie je waar de dichtstbijzijnde step te vinden is. Alleen, er zijn wel zes concurrerende verhuurbedrijven die elk een eigen app hebben. Wat je dus zou willen is dat er één app was, waarop je alle steps aantreft die binnen een afstand van zeg 100 meter vrij zijn en dat je daarvan een kiest.
Zo’n algemene app noemen we een platform en dit soort platforms worden steeds belangrijker. Neem het platform waarop je alle beschikbare steps aantreft. Het maken en onderhouden ervan kost geld. Om aan dit geld te komen zijn verschillende verdienmodellen mogelijk.
- De verhuurbedrijven zijn samen de eigenaar zijn van de app en ze overleggen over het gebruik ervan. De kosten worden via opcenten verhaald op de gebruikers.
- Het grootste verhuurbedrijf stelt zijn app open voor andere bedrijven.
- Een bedrijf ontwikkelt de app en de verhuurbedrijven mogen deze gratis gebruiken. De maker verzamelt alle gegevens van de gebruikers en verkoopt die aan bedrijven die de gebruikers van de app vervolgens bestoken met gepersonaliseerde advertenties:
Dag Peter, ik hoop dat de rit voorspoedig ging. Je staat nu voor Starbucks en daar wacht een heerlijke kop koffie op je met 25% korting.
Verreweg de beste optie is dat de verhuurbedrijven samen de app (laten) maken zonder dat deze zelf een commerciële functie heeft. Je zou er dan op moeten kunnen vertrouwen dat deze app je niet bespioneert. Dit benadert het principe van de netneutraliteit het meest. Niemand zal het betreuren dat zo’n app een monopolie heeft. Dan nog kan elke stepverhuurder de gegevens van de eigen klanten doorverkopen.
Terug naar facebook
Oorspronkelijk was Facebook een gezellige babbelbox en omdat het handig is dat iedereen in dezelfde babbelbox zit, ontstond er op organische wijze een monopolie. Daar had niemand moeite mee. Geleidelijk is er een verdienmodel ontstaan dat erop gebaseerd is zo veel mogelijk data van je te verzamelen. Op basis van die data krijgen adverteerders de mogelijkheid om gepersonaliseerd te adverteren. Jou gelegenheid geven om te babbelen met je ‘vrienden’ is langzaam maar zeker dekmantel geworden voor puur commerciële activiteiten en het verdienen van een hele hoop geld.

Het hoeft niet te verbazen dat op dit moment Facebook wereldwijd wordt beschuldigd van schending van zowel de antitrust- als de privacywetgeving. Uniek is de recente uitspraak van de Duitse Bundeskartellamt dat Facebook verbiedt persoonlijke gegevens van dochterondernemingen als WhatsApp en Instagram te gebruiken zonder daarvoor nadrukkelijk toestemming te hebben gevraagd.
Dat het monopolie van Facebook onder vuur ligt, komt door het de verstrengeling van de platformfunctie en de lucratieve commerciële strategie. Net als bij de stepverhuurders het geval was, ligt de oplossing in het ontvlechten van beide. Facebook als platform biedt dan gelegenheid tot babbelen en de deelnemers dragen in een ideale wereld dan samen de kosten ervan. Zij zouden individueel moeten kunnen beslissen over het gebruik van hun gegevens voor advertentiedoeleinden en hier kan dan een vergoeding tegenover staan, bijvoorbeeld gratis gebruik van de babbelbox.
Het beginsel van ontkoppeling van platform en daarop uitgeoefende commerciële activiteiten kan leiden tot meer transparantie, bewaking van de privacy en voorkomen van vorming van monopolies
Amazon
Elk platform is handiger naarmate de aangeboden keus groter is. Als Amazon een platform op de markt zet waarop een groot aantal – ook onderling concurrerende – bedrijven hun producten verkopen dan is iedereen daar blij mee. Echter Amazon biedt op het platform tevens zijn eigen producten aan. Op dit moment is er veel ophef over het feit dat Amazon concurrerende producten op oneerlijke wijze ‘wegdrukt’.

Uber
Menigeen zou blij zijn met één platform voor alle taxidiensten. Uber zou kunnen kiezen voor de rol van ‘exploitant’ van het platform of die van aanbieder van vervoersdiensten. De indruk ontstaat dat het bedrijf aan het verschuiven is naar de eerste optie. In dat geval ontvangt het bedrijf commissie over alle ritten die via zijn platform tot stand komen. Overigens zou het mijn voorkeur hebben als alle taxibedrijven samen zo’n platform (lieten) ontwikkelen in plaats van dat Uber dit doet, maar daar gaat het nu niet om.

Als er een bedrijf is waar platform en verdienmodel door elkaar lopen dan is het wel Google. Mede hierdoor groeit het wantrouwen tegen de kwaliteit van zijn zoekmachine. Het bedrijf beschikt over een onwaarschijnlijke hoeveelheid gegevens van meer dan twee miljard mensen. Deze gegevens zijn verzameld zonder dat de betrokkenen zich daarvan bewust zijn, mede dankzij het gebruik van de Androïd telefoon en de Chrome webbrowser. Apple heeft tot nu toe de gegevens van iPhone gebruikers en van Safari deels weten af te schermen.

Google kan met deze gegevens het resultaat van elke zoekopdracht manipuleren om het koopgedrag te beïnvloeden ten gunste van zijn klanten[1]. Het bovenaan plaatsen van betaalde zoekresultaten, voor elke individuele gebruiker op maat gemaakt, is daar een voorbeeld van. Daarnaast beschikt het bedrijf over kennis van honderden miljoenen personen, die bij alle grote bedrijven een onmisbaar onderdeel voor marketing en verkoop is. Ook Google moet, afgezien van betaling van miljardenboetes aan onder andere de EU, grote stappen terugzetten.
Hoe zit het eigenlijk met de antitrust wetgeving?
In de eerste helft van de 20steeeuw kenden de VS een streng antitrust beleid. 1936 noemde president Rooseveld de industriële dictatuur nog als een van de grootste bedreigingen van de democratie. Harry Truman herhaalde deze woorden in het begin van de jaren ’50 en kondigde een verdubbeling van de strijd tegen monopolyvorming aan[2].
In de jaren ’70 voltrok zich een omwenteling. Het neoliberalisme van Reagan en Thatcher maakte dat de inhoud van het begrip marktwerking verschoof van de bescherming van de vrije markt naar de afschaffing van wetten die markten reguleren.
Antitrustweten werden versoepeld met als gevolg een enorme concentratie van bedrijven. In de VS heeft de laatste 20 jaar voor een totale waarde van $ 1.140 miljard aan overnames plaatsgevonden[3]. Op dit moment produceren twee bedrijven 67% van het bier, vijf banken beheren bijna de helft van alle geld, Wal-Mart lever meer dan de helft van alle levensmiddelen, Amazon heeft het grootste deel van de internetverkopen in handen en vier luchtvaartmaatschappijen verzorgen vrijwel alle luchtvaartverkeer.

Daarnaast zijn er uiteraard de grote technologiebedrijven: Microsoft, Apple, Facebook en Google, die op hun gebied quasi-monopolisten zijn. In zijn book The Curse of Bigness; Antitrust in the New Gilded Age beschrijft Tim WU de opkomst en het verval van de Amerikaanse antitrustwetten en bij laat zien dat elk van de genoemde bedrijven (en nog een aantal anderen) zonder meer in aanmerking komen voor een strafrechtelijk onderzoek[4].

Inmiddels gaat de pendule weer de andere kant op. De stagnerende lonen, groeiende ongelijkheid in inkomens in de VS roepen verzet op, dat vooral het laatste jaar wordt gevoed door de vermoede onwettelijke praktijken van bedrijven en het ‘ontwijken’ van belastingen. Boeken als The age of surveillance capitalism van Soshana Zuboff (Harvard) worden gretig gelezen en voeden ook in politieke kringen het verzet tegen de groeiende almacht van techbedrijven, Google voorop.
De Europese Commissie heeft zich een stuk waakzamer getoond dan de autoriteiten in de VS, en heeft Google inmiddels een boete van € 2,4 miljard opgelegd. Bewezen werd geacht dat het bedrijf zijn monopolie op de markt van generiek zoeken heeft misbruikt om zich een monopolie te verwerven op de markt van prijsvergelijkend winkelen[5].
No more Googles

Voor bedrijven die beloven af te zien van het verzamelen van persoonsgebonden data, zoals de nieuwe zoekmachine DuckDuckGo[6]zijn er ineens nieuwe kansen. Er is inmiddels al een website met een overzicht van sites die bruikbare informatie helpen verzamelen voor bedrijven en individuele personen, gebaseerd op data die niet door ‘tracking’ van persoonlijke gegevens zijn verkregen[7].
In een volgende blogpost ga ik op de verhullende betekenis van het begrip marktwerking in.
[1]Douglas C. Schmidt: Google Data Collection. Vanderbilt University August 15, 2018: https://bloximages.newyork1.vip.townnews.com/wsmv.com/content/tncms/assets/v3/editorial/f/1b/f1bc6c94-a539-11e8-905a-136f4f930796/5b7bff66f1d7a.pdf.pdf
[2]https://www.theatlantic.com/business/archive/2017/06/word-monopoly-antitrust/530169/
[3]https://www.thenation.com/article/by-the-numbers-the-rise-of-monopolies/
[4]https://medium.com/s/story/antitrusts-most-wanted-6c05388bdfb7
[5]https://www.emerce.nl/nieuws/beslistnl-google-shopping-weg-verdubbeling-bezoek-omzet
[6]https://medium.com/s/story/nothing-can-stop-google-duckduckgo-is-trying-anyway-718eb7391423