Wetenschappelijk onderwijs kent zijn studenten niet

Maakt het wetenschappelijk onderwijs zijn doelstellingen wel waar? In de twee voorafgaande blogposts heb ik hieromtrent mijn twijfels geuit. Deze post gaat over een van de oorzaken, miskenning van de diversiteit van studenten.

Parodie op volwassenenonderwijs
Parodie op volwassenenonderwijs

Een deel van de studenten komt rechtstreeks van het voortgezet onderwijs. Anderen beschikken over de nodige ervaring en zij volgen de studie in combinatie met een voltijdse baan. Instellingen voor hoger onderwijs houden nauwelijks rekening met deze verschillen. Dit heeft gevolgen voor de realisering van de doelstelling op het gebied van oordeelsvorming, kritisch denken en probleem-oplossen in het bijzonder.

In essentie beogen deze doelstelling dat studenten leren om (probleem)situaties in de praktijk kritisch te beoordelen aan de hand van wetenschappelijke inzichten. Initiële studenten kunnen deze doelstelling onmogelijk bereiken zo lang zij niet beschikken over een hoeveelheid kennis van en ervaring met van de praktijk.

Onderzoek uitgevoerd binnen de Universiteit Maastricht bevestigt deze zienswijze. Drie groepen, eerstejaars studenten, onlangs en al langere tijd afgestudeerden, werd gevraagd een praktijkprobleem te analyseren. Tijdens de studie nam het aantal goede oplossingen nauwelijks toe. Dit gold wel voor het aantal gedeeltelijk juiste oplossingen. Toename van het aantal goede oplossingen vond pas plaats na het afstuderen. Blijkbaar is de oplossing van dit soort problemen niet mogelijk is zonder praktijkkennis (Gijselaers, Arts, Boshuizen, & Segers, 2006).

Volwassen werkende studenten die bedrijfskunde, bestuurskunde of economie studeren, bekleden doorgaans middenmanagement-posities. Ze kennen hun werkveld goed en beschikken over veel relevante vaardigheden, bijvoorbeeld op het gebied van projectmanagement, administratieve organisatie en marketing. Ze lopen in hun werk tegen allerlei problemen aan, zoals de planbaarheid, de organiseerbaarheid en de controleerbaarheid van bedrijfsprocessen. Ze merken dat gangbare oplossingen lang niet altijd werken en zelfs nieuwe problemen veroorzaken en ze willen wel eens weten hoe het zit.

Het onderwijs bedient beide groepen slecht:

  • Initiële dagstudenten bestuderen literatuur en ze maken zich een voorstelling van de praktijk aan de hand van incidentele voorbeelden, wat vaal een karikaturaal beeld van de werkelijkheid tot gevolg heeft.
  • Volwassen werkende studenten krijgen maar weinig gelegenheid om hun praktijkkennis te confronteren met wat ze in de boeken lezen. Het gevolg is dat er in hun hoofd twee gescheiden cognitieve systemen ontstaan.

Veel docenten hebben in de loop van de jaren ervaring opgebouwd met betrekking tot onderwijs aan initiële dagstudenten. Deze ervaring gebruiken ze ook als ze worden geconfronteerd met ervaren werkende studenten. Afgezien van het lage rendement van deze aanpak, voelen volwassen studenten zich er ook door miskent.

Knowles Adult LearnerDit probleem wordt urgenter naarmate het aantal ervaren volwassen studenten stijgt. In de VS is het aandeel van initiële voltijdse studenten nog maar 16% en ook Finland, Zweden en Denemarken kennen meer volwassen dan jongere deelnemers aan het hoger onderwijs. In Nederland is het aantal volwassenen dat een studie volgt juist erg laag (Kasworm, 2011).

De opleidingskunde pleit al sinds het begin van de vorige eeuw voor een aanpak van het onderwijs die recht doet aan ervaring. Amerikaanse pragmatisten als Dewey en Lindeman hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld. Van Lindeman is de uitspraak afkomstig: The highest resource of value in adult education is the learner’s experience (Lindeman, 1926). Hiermee legde hij de basis voor het werk van Malcolm Knowles die in de jaren ’90 de hedendaagse didactiek van het volwassenenonderwijs heeft vormgegeven (Knowles, 1990). Maar tot op de dag van vandaag kennen de meeste opleiders dit werk niet of nauwelijks. Dit geldt ook voor hen die uitsluitend met volwassenen werken

Zes principes van leren door volwassenen
Zes principes van leren door volwassenen

De geringe interesse voor de impact van ervaring op het onderwijs is te herleiden op de dominantie van het rationalisme in het Westerse denken (Crosby, 1988). Het denken stond boven de ervaring: Problemen kunnen worden opgelost met behulp van abstracte denkkaders. Vanuit deze gedachte is de neoliberale economie tot bloei kunnen komen. Bedrijfskundige adviseurs doen bij voorkeur een beroep op eenvoudige stappenschema’s of matrixen die ze op de werkelijkheid projecteren. Pas de laatste jaren herwint het inzicht terrein dat bedrijfskundigen zich langer en vaker moeten onderdompelen in de praktijk en samen met degenen die daar werkzaamheid naar oplossingen moeten zoeken.

In mijn volgende post ga ik dieper in op de betekenis van bovenstaande inzichten voor de vormgeving van het onderwijs, zowel van studenten mét als zonder ervaring.

Crosby, A. (1988). A critical look: The philosophical foundations of experiential education. In R. Kraft & M. Sakofs (Eds.), The theory of experiential education (Second ed.). Boulder, CO: Association for Experiential Education.

Gijselaers, Wim, Arts, Jos A.R., Boshuizen, Henny. P.A., & Segers, M. S. R. (2006). When Graduates enter the Workplace. In C. Wankel & R. deFillippi (Eds.), New Visions of Graduate Management Education (pp. 65-84). Greenwich, Connecticut.

Kasworm, C. (2011). The Influence of the Knowledge Society: Trends in Adult Higher Education Journal of Continuing Higher Education, 59(2).

Knowles, M.S. (1990). The adult learner. A neglected species. Houston TX: Gulf Publishing.

Lindeman, E. . (1926). The meaning of adult education. New York NJ: New Republic.

Hoger onderwijs hoort midden in de samenleving[1]

Veel volwassenen studeren omdat  ze een diploma willen of moeten halen. Als ze hun studie al afmaken, ervaren ze deze als een zware last. Ik heb herhaaldelijk meegemaakt dat studenten tijdens de diploma-uitreiking hun geliefden plechtig beloven het studeerkamertje voorlopig te mijden. Er zijn gelukkig ook studenten die hebben ontdekt hoe waardevol studeren is voor hun werk; zij gaan na het afstuderen gewoon door.

Leren voor het leven
Leren voor het leven

Er bestaat een lineair verband tussen het innovatieve gehalte van een land  en de kwaliteit van het hoger onderwijs; de kwaliteit én de kwantiteit van het onderwijs aan volwassenen in het bijzonder. Voor een kennissamenleving zou het daarom vanzelfsprekend moeten zijn dan volwassenen blijven leren en dat met plezier doen. De inzet moet overigens niet van een kant komen: 20% van ieders werktijd zou studie-gerelateerd moeten zijn. Bij de inrichting van het onderwijs aan volwassenen die ik voor ogen heb, wordt deze investering trouwens gemakkelijk terugverdiend.

In mijn vorige blog heb ik beschreven hoe kwalitatief hoogwaardig onderwijs studenten helpt bij drie verschillende, maar samenhangende leerprocessen:

  • Verwerven van relevante kennis
  • Toepassen en verdiepen van deze kennis in de praktijk
  • Reflectie op sociale interacties in de praktijk

Deze drie leerprocessen voltrekken zich vaak ‘informeel’, dat wil zeggen buiten opleidingsverband.  Mensen zoeken informatie op internet of in een boek. De toepassing van kennis gebeurt al doende door het schrijven van rapporten en het geven van adviezen. Praktijkkennis ontstaat tijdens de dagelijkse omgang met collega’s, vaak met vallen en opstaan.

Deze leerprocessen kunnen efficiënter en doelmatiger verlopen onder begeleiding en dat is wat opleidingen zou moeten doen. Deze schieten hierbij ernstig tekort. Er is daarom een radicale innovatie van het onderwijs nodig om voor maximale ondersteuning van de drie genoemde leerprocessen te zorgen.  Ik denk hierbij aan:

  • Wegwijs maken in de kennis die studenten nodig hebben; naar mate studenten hierbij meer hun eigen interesses kunnen volgen, is leren effectiever. MOOCs kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.
  • Organiseren van projecten waarin studenten kennis op intelligente en creatieve wijze leren gebruiken bij het analyseren, onderzoeken en in oplossen van praktijkproblemen. Interactie – f2f of online – met een ervaren begeleider en met elkaar is  een noodzaak.
  • Ondersteunen bij het verdiepen van praktijkkennis (‘tacit knowledge’). Hierbij zijn nuttig ‘rijke’ interacties in geselecteerde werkomgevingen, waarbij de kennisinstelling zorgt voor voldoende diversiteit en reflectie.
levenslangleren3
Leren met plezier

Opleidingen kunnen op hun beurt het rendement fors verhogen door informele leeractiviteiten te incorporeren: studenten verwerven dan de kennis die ze nodig hebben deels in werktijd, projecten worden aan de (eigen) praktijk ontleend en leveren ook voor de werkgever nuttige inzichten op en ervaringsleren wordt opgezet samen met werkgevers. Werktijd en studietijd lopen al doende in elkaar over en leren wordt weer leuk.


[1] Dit is het laatste van drie ‘berichten’ over disruptieve innovatie in het hoger onderwijs